Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van de voorbidding in den Hemel. (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van de voorbidding in den Hemel. (11)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die voorbidding van den H. Geest, in ons hart wonende, moeten we dus goed verstaan. Ze was tweeërlei, zeiden we. Een onmiddellijke, en een middellijke. De dynamische werking des Geestes sluit de werkzaamheden van den christen niet uit, maar in. Zoo leeren we de evangelische heiligmaking verstaan. Bij de wettische heiligmaking wordt getracht van buiten af iets bij te brengen, wat nooit aansluiting vinden kan bij ons vijandig gemoed. Maar bij de evangelische heiligmaking wordt uit een heilig beginsel gewerkt in den mensch.
Paulus zegt in 1 Cor 5:7, 8. „Zuivert dan den ouden zuurdeesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij heilig zijt!” Schijnbaar is dit een tegenstrijdigheid. Bij dieper doordenken echter niet. Bij den wedergeborene is een wezenlijk heilig beginsel gewrocht. Dat wil ook wezenlijk heilig leven, want dat is wezenseigenschap. Verlies dit nooit uit het oog. In dien zin zou ik kunnen zeggen, dat een kind van God mag doen, wat hij wil! Een wedergeboren mensch kan krachtens dat nieuwe beginsel nooit meer zijn element in de zonde vinden. En waar hij nu een andere wet in zijn leden vindt, (Rom. 7) daar komt de twee-mensch openbaar. Niet: „twee menschen”, maar tweemensch. In één persoon werken twee beginsels, die beide 100% inwilliging vragen. Die twee worden in den eenen persoon nooit met elkander verzoend. Ze geraken ook nooit tot een compromis. Hoe ouder de christen wordt, hoe pikanter deze twee in dien éénen mensch tegenover elkander komen te staan. Die oude mensch gaat niet in den nieuwe over, gelijk de kleuren in den regenboog, onzichtbaar in elkander vloeiend. O, neen! Nooit komt er wapenstilstand. Zoo leeren we het versje verstaan:
Het leven is: een krijgsbanier,
Door goed en kwade dagen
Gevlekt, gescheurd, ontvallen schier
Kloekmoedig voorwaarts dragen.
Men tuimelt wel en wonden
Krijgt men dikwijls, dicht’ en diepe
’t En vlucht geen Weerbaar man die strijdt

Of hem de dood beliepe.
Het leven is: geen vrede alhier
Geen wapenstilstand vragen.
Het leven is: De kruisbanier
Tot in Gods handen dragen.
Waar zijn persoon dus aangelegd is op den nieuwen mensch (de wedergeboorte heeft zijn centrale wezen omgezet) moet ik hem beoordeelen naar wat die nieuwe mensch wil. Als nu Paulus zegt: Zuivert den ouden zuurdeesem uit, gelijk ge ongezuurd zijt, dan bedoelt hij daarmee: Werkt met dat nieuwe beginsel, dat God in u gewrocht heeft. Gelijk de tent der Israëlieten in Egypteland alleen door het bloed van het lam aan de posten gevrijwaard was voor het Verderf, zoo moest in die door bloed geheiligde tent ook ongezuurd brood worden gegeten. Alle zuurdeeg moest het huis uit. Wanneer uw zieletent door het dierbaar Bloed van het Godslam is geheiligd, waarde lezer, dan moet binnen die tent ook het zuurdeeg der zonde uitgezuiverd.
Genade geneest. En die genezing geschiedt alleen door den Geest der heiligmaking. Vandaar dat het vermanend gedeelte der Schrift als dauwdruppelen op de ziel is van een oprecht kind van God. Denk dus nooit dat de Voorbidding van Christus en van den Geest lijdelijke menschen kweekt. Integendeel! Hoe meer zondekennis ze eenerzijds krijgen (zie vorige artikelen) des te meer zet het hun aan tot gebruik van den Geest van Christus, om daardoor uit de drie ambten te gaan leven. Was de H. Geest er niet, dan zou er van de heiligmaking niets terecht komen. Maar nu die Geest is uitgestort, nu kan er ook sprake zijn van evangelische heiligmaking. God doet geen half werk.
Och, wat zijn we tegenwoordig ver af van de practijk der godzaligheid. Wat kunnen we onze grauwigheid, die over ons is uitgespreid, dogmatisch goed praten! Maar laten we toch nooit God de schuld geven van onzen achterstand. Lees eens de „Trappen des geestelijken levens” van Th. à Brakel. Wat oefenen we ons dan weinig tot godzaligheid.
Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1943

De Wekker | 4 Pagina's

De kracht van de voorbidding in den Hemel. (11)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1943

De Wekker | 4 Pagina's