Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De moraal der geschiedenis (10).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moraal der geschiedenis (10).

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Christendom in de 18e eeuw, voorzoover het zich belichaamd had in de „officieele” Kerk, vormde een scherp contrast met dat der eerste eeuwen. Van zijn primitieve karakteristiek was slechts de naam nog over. Een geestdoodend formalisme en ritualisme heerschte alom. De 18e eeuw kenmerkte zich door verval en afval, een decadentie op elk gebied. Zeker, de Heere had ook in dezen Laodiceeschen tijd een overblijfsel naar de verkiezing der genade, die als „dissenters” gebrandmerkt, de erfgenamen waren van het heilgoed, dat den heiligen was overgeleverd.
Een nieuwe wijsgeerige strooming, waarin het Humanisme der 16e eeuw tot heerschappij kwam, ontmoette van christelijke zijde schier geen tegenstand. Van achter den katheder en vanaf den kansel werd de leer gepropageerd, dat de kenbron der waarheid in den mensch lag. Gods Woord werd van zijn autoriteit beroofd, de rede voor het geloof ingewisseld, aan religie en kerk de oorlog verklaard.
De „apostelen” des ongeloofs werden in de kerk gekweekt. In Duitschland brak het rationalisme zich baan, in Engeland werd het deïsme als de theologie uitgeroepen, in Frankrijk vond het atheïsme zijn voedselbodem. De volksziel werd vergiftigd, zoodat er geen redding, schier mogelijk was. In dit licht beschouwd, verkrijgt het advies van Benjamin Franklin aan de Fransche regeering zijn bijzonder aspect. Alleen de invoering en doorwerking van de beginselen van het primitieve Christendom vermocht het aanzien der wereld te veranderen. Het was tegelijk een aanklacht tegen het Christendom zijner dagen, dat zoozeer aan zijn wezen en roeping ontzonken was. Men zaaide wind, men zou storm oogsten. De Kerk, die niet meer was dan „een ingebogen wand en een aangestooten muur”, ondermijnde haar eigen grondslag. Toen dan ook de revolutievloed aanstormde, werd ook zij uit haar centrale positie in het volksleven uitgestooten. En sindsdien heeft zij nimmer dat terrein kunnen herwinnen. Want toen de storm der revolutie zich gelegd had, bleef zij geïsoleerd van elk levensterrein.
Toch laat de 19e eeuw, die als erfgename van haar voorgangster optrad, een ander geluid hooren. Niet in dien zin als zouden de gevaren naar binnen en naar buiten er minder op geworden zijn. Integendeel! In de vorige eeuw werd de strijd tegen Christendom en Kerk nog intenser. Hoezeer de stroomingen en richtingen op wetenschappelijk en maatschappelijk gebied uiteen liepen, zij waren één in hun bestrijding van den Christus. De wereld heeft zich nimmer met de Kruisgedachte kunnen verzoenen. Nog altijd is en blijft de gekruiste Christus een ergernis en dwaasheid.
Maar er scheen een nieuwe morgen voor Christendom en Kerk te zullen aanlichten. Het Reveil deed een nieuwe lente verwachten. Er kwam weer leven en geestkracht in dat ten doode gedoemde Christendom. Er werd een aanvang gemaakt met het groote werk der barmhartigheid, dat zich steeds krachtiger manifesteerde in het in het leven roepen van stichtingen en inrichtingen voor allerlei ellendigen en nooddruftigen. Het onderwijs, zoo lager als hooger; opgebouwd op Schrift en Belijdenis. De beoefening van wetenschap en kunst ontleende, haar wezen en doel, richting en strekking aan de christelijke beginselen. De principes voor de christelijke staatkunde afgeleid uit het Woord Gods. Een onzer groote mannen, sinds jaren ten grave gedaald, vertolkte wat er in zijn ziel omging toen de inrichting voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag werd geopend.
Voor mij, één zucht beheerscht mijn leven.

Eén hooger drang drijft zin en ziel.
En moog mij d' adem eer begeven
Eer 'k dien heil'gen drang ontviel:
't Is om Gods heil'ge ordinantiën
In huis en kerk, in school en staat.
Ten spijt van 's werelds remonstrantiën,
Weer vast te zetten, 't volk ten baat,
't Is om die ord'ningen des Heeren,
Waar Woord en Schepping van getuigt,
In 't volk zóó helder te graveeren.
Tot weer dat volk voor God zich buigt.

Ontroerend schoone belijdenis! En het mag niet ontkend, of het Christendom heeft veel van zijn levensterrein herwonnen. Sinds de reformatie van 1834 is er een opleving te zien in het kerkelijk leven over geheel de linie.
En toch!
Het woord van Benjamin Franklin heeft ook voor onze dagen zooveel te zeggen: „Wie er in slaagt, in het publieke leven de beginselen van het primitieve Christendom te brengen, zal het aanzien der wereld wijzigen.”

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1943

De Wekker | 4 Pagina's

De moraal der geschiedenis (10).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1943

De Wekker | 4 Pagina's