Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De moraal der geschiedenis (18).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moraal der geschiedenis (18).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds den Pinksterdag heeft de Heilige Geest zijn inwoning in de Kerk tot den dag der wederkomst van Christus. Deze vertroostende waarheid staat onomstootelijk vast. Haar verheerlijkt Hoofd heeft haar daarvan de nadrukkelijkste verzekering gegeven. Hierin ligt dan ook het geheim van haar bestaan en voortbestaan. Door dien Geest vergadert de Zone zich uit het gansche menschelijk geslacht een Gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren. Zonder dien Geest is er geen band aan Christus, geen leven uit en voor Hem. Hij is de Geest der genade en der gebeden, des geloofs en der liefde. Hij maakt haar de weldaden van Christus deelachtig. Wat de ziel is voor het lichaam, dat is de Geest voor de Kerk. Zij is dan ook zoo op de bediening des Geestes aangewezen, dat haar leven en welstand daarmede onafscheidelijk verbonden is.
Toch zien we in de geschiedenis der Kerk niet altijd die volle doorwerking des Geestes tot openbaring komen. De tijden van geestelijken opbloei werden dan ook dikwerf gevolgd door perioden van inzinking en verschrompeling; tijden van verduistering der waarheid en verdorring van het geestelijk leven. Men vergete niet, dat de Kerk uit menschen bestaat! Ook op het terrein der genade doet de zonde haar verderfelijken invloed gelden. De Kerk is gelijk een akker, waarin naast 't goede zaad het onkruid welig opgroeit. De strijd tusschen geest en vleesch wordt ook binnen de muren der Kerk gestreden. De mensch kan voor zichzelf zulk een groote plaats opeischen, dat er voor den Geest nagenoeg geen terrein overblijft, 't Bedroeven van den Heiligen Geest heeft ten gevolge, dat Hij zich terugtrekt, zoodat er van zijn bijzondere werkingen schier geen zichtbare teekenen gezien worden.
Wanneer we nu het kerkelijk leven van onzen tijd overzien, kunnen we ons niet aan den indruk ontworstelen, dat de bediening des Geestes in de Kerk niet in die mate is als met haar welstand in overeenstemming is. Natuurlijk past ons in het beoordeelen hiervan de meest mogelijke bescheidenheid. Ik wensch dan ook geenszins in te stemmen met de klaagzang van velen, die in dezen tijd niets goeds meer zien op de erve des Heeren, ja, die in hun dwaasheid meenen, dat er feitelijk geen Kerk meer is, en die het aantal der dienaren des Heeren tot een zeer klein getal reduceeren. Er is hoegenaamd geen reden voor een stemming als van Elia, die zoo diep in de put zat, dat hij geen enkel lichtstraaltje meer onderkende. Hij verkeerde in de benauwende zielsbeklemming, dat hij in Israël de eenige was, die niet rookte voor de goden van zijn tijd. Arme Elia's, die niet gelooven, dat de Heere, door alle eeuwen heen zijn zevenduizend heeft, die hun knieën voor Baäl niet buigen.
We mogen het oog niet sluiten voor het vele goede, dat de Heere in overvloedige mate sedert den aanvang der vorige eeuw op kerkelijk gebied geschonken heeft. Hoe heeft Hij zijn Kerk bevrijd uit de doodelijke omklemming van het geestdoodend liberalisme en materialisme. Onder den invloed der Kerk kwam de beoefening van de christelijke barmhartigheid tot stand, die in omvang en intensiteit in de geschiedenis haar evenbeeld niet heeft. Onder haar auspiciën breidde zich een net van scholen uit, waarin het kind naar den eisch van het Verbond wordt onderwezen. De beoefening der theologie werd weer herleid in de banen der Reformatie. Een stroom van theologische litteratuur brak zich baan als nooit te voren. De gereformeerde waarheid bloeide weer op ter plaatse, waar een eeuw geleden nog kaalheid en doodschheid heerschte. Pogingen om de Kerk weer haar plaats in het volksleven te hergeven bleven niet zonder vrucht. De ontwikkeling der reformatorische beginselen verstevigden den christelijken grondslag van ons nationale leven. Inderdaad, een vergelijking met de 18e eeuw doet de balans ten gunste der 19e en 20e eeuw doorslaan.
En toch, ondanks dit alles, is er zooveel dat tot onrust stemt. Zonder ook maar in het minst te willen generaliseeren, zou ik toch de vraag onder het oog willen zien: houdt nu de uitwendige opbloei op velerlei gebied gelijken tred met den geestelijken wasdom van het mystieke leven der Kerk? Hoe staat het met den „verborgen omgang met God”, waarvan we zoo veel zingen. Men zal mij wellicht tegenwerpen, dat dit een aangelegenheid is, die buiten onze beoordeeling valt; over het inwendige oordeelt alleen de Alwetende. Dat is volkomen waar. De Heere alleen kent het hart. Maar het leven, niet het minst het geestelijke, heeft toch zijn openbaring naar buiten. Er gaat van dat leven toch een sprake uit. En hoe en waar vinden we nu die openbaring van het innerlijk leven, dat getuigt van omgang met God? Heerscht er niet overal een doodsche stilheid en is het niet zeldzaam, wanneer men het werk des Geestes in rijk bevindelijk leven tot openbaring ziet komen? De Kerk in onzen tijd staat niet op Pinksterhoogte. Bij alle activiteit op velerlei terrein is er meer een leven in de peripherie (omtrek) dan een leven uit het Centrum (Christus).
Getuige de toenemende verdeeldheid, op kerkelijk gebied; een hyper-intellectualistische geest, die de rechten van het hart miskent, dat alleen maar kan rusten in God; verder een ziekelijke obsessie van een geestesgesteldheid, die niet vraagt naar wat God in zijn Woord zegt, maar wat men in eigen ziel meent te ervaren. In dezen sfeer verkeert men ten aanzien van de oplossing van het kerkelijk vraagstuk in mist en nevelen. Van onze zijde bezien is het even hopeloos als troosteloos.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1943

De Wekker | 4 Pagina's

De moraal der geschiedenis (18).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1943

De Wekker | 4 Pagina's