Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Schriftlezing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Schriftlezing.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De voorlezing der Heilige Schrift in de samenkomst van het volk is zeer oud.
(Neh. 8:1-13; Luk. 4:16; Hand. der Ap. 13:15; 15:21; 2 Cor. 3:15; Col. 4:16) . In de oude Ger. Kerk had Schriftlezing plaats éér de dienst begon. De synode van Wezel (1568) bepaalde in Dl. II art. 29; Voor de Predikatien, dewyle het volk vergadert, zal het niet ondienstig zyn, om de gemoederen door ydel geklap niet te verstrooyen, noch den Godsdienst oneere aan te doen, dat d’ een ofte d’ander Ouderling ofte Diaken ofte yemand anders uyt de gemeente daar toe gestelt, een of twee Capittelen eerst den volke voorlese, en dat men dan voort na gewoonte de Psalmen voorsinge. De synode van Dordrecht (1574, art. 45) liet de vrijheid tusschen het zingen van Psalmen en het lezen van canonieke boeken.
Ieder zal, bij eenig nadenken, begrijpen, dat de Heilige Schrift niet moet worden voorgelezen, opdat de gemoederen niet door ijdel geklap worden verstrooid en opdat de „Godsdienst” geen oneere wordt aangedaan. De Schriftlezing behoort tot den eeredienst, is een wezenlijk deel der liturgie in de samenkomst der gemeente. God vergadert met Zijn volk. Na votum en zegen wordt de Schrift gelezen. Dan is de Heere aan het Woord; Zijn Woord wordt voorgelezen. Naar God wordt dus geluisterd. De Schriftlezing is er ook maar niet om de preek van den dienaar; ook niet als inleiding op de preek, maar is een spreken Gods in het midden der gemeente. Het spreekt dus van zelf, dat met groote eerbied moet worden geluisterd. Een ieder moet binnen zijn, éér het votum wordt uitgesproken, dus zeker vóór de Schriftlezing begint. Het is wel heel droevig als dan nog een gedeelte van de gemeente de plaatsen moet opzoeken. De Schriftgedeelten worden natuurlijk met zorg gekozen. Dat houdt dus ook in, dat niet altijd het „teksthoofdstuk” gelezen moet worden. Evenmin is het eisch, dat altijd een kort gedeelte moet worden gelezen. Het moet een afgerond gedeelte zijn en dus niet beginnen of eindigen, waar geen stuk of einde is. Niemand concludeere hieruit, dat altijd een geheel hoofdstuk moet worden gelezen. Soms is het zeer gepast een gedeelte uit het Nieuwe Testament te laten voorlezen, als uit het Oude Testament gepreekt wordt. Of omgekeerd. Ook kan het zin hebben uit beide Testamenten een gedeelte te laten voorlezen. De liturg kieze met groote zorg. God spreekt door Zijn Woord.
De lector moet duidelijk, eerbiedig en niet te haastig lezen. Hij moet ook niet talmen, noch galmen. Hij moet ook niet lezen met vibreerende (trillende) stem; hij mag ook niet-gesticuleeren. Bij de Schriftlezing spreekt de Heere hoorbaar tot Zijne gemeente, verstaanbaar voor het hart, dat door Gods Geest geopend is en vertroostend voor de ziel, welke hongert naar liet brood des levens. Bij de Schriftlezing opent de Heere de bron van kracht. Dit gedeelte der liturgie moet de volle aandacht der gemeente hebben. Haar zijn de woorden Gods toebetrouwd. Van Dr. Kohlbrugge wordt verteld, dat hij soms na het voorlezen der Heilige Schrift den kansel wilde verlaten, omdat de Schrift alles zei.
Moet de liturg zelf de Schriftlezing verrichten of moet die plaats hebben door een „voorlezer”. De historie meldt ons, dat de voorlezer (lector, anagnoostes) eerst in de 3e eeuw optrad. Vóór dien tijd las een ouderling of diaken voor. In de 3e eeuw en daarna was dat lectoraat een eerepost voor jonge menschen uit voorname geslachten; deze jonge menschen klommen langs den weg van het lectoraat op tot hoogere ambten. Juliaan de afvallige b.v. was in zijn jeugd voorlezer. Van een verhoogde plaats lazen de lectores uit de Schrift voor tot de gemeente bijeen was. Zij deden dus dienst eer de samenkomst der gemeente een aanvang nam.
Na de voorlezing hield de lector een toespraak, waarin hij aandrong op navolging van het voorgelezen Schriftgedeelte. Later geschiedde de voorlezing naar bepaalde pericopen. De synode van Wezel (1568, II. 30) schreef voor: Maar de Voorlesers moeten gedenken, dat het haar niet toe en komt de schriftuure uyt te leggen; daar van sy haar geheelyk sullen onthouden, om niet de zeyssen te werpen in een anders Oogst, en met ontydige verklaringen de gewoonlyke wyze der Kerke te beroeren.
We moeten niet spreken van het ambt van voorlezer. Dr. van Oosterzee sprak van een kerkelijk ambt (bld. 53) en ook. in dezen tijd kan men zoo iets lezen. Vroeger werd dit „ambt” bezoldigd. Misschien zijn er nog wel bezoldigde voorlezers. De voorlezer was vroeger ook voorzanger, cantor. Waar er een orgel in het kerkgebouw is, heeft men geen voorzanger meer noodig; de voorlezer moet dus tijdens het zingen niet achter den lezenaar plaats nemen. Er zitten nog wel „voorzangers” in de” gemeente, maar die zijn heel lastig voor den organist. Zij zijn gemeenlijk voor het gezang der gemeente als dissonanten in het spel. Er is geen enkele wet, die bepaalt, dat de liturg zelf moet lezen; evenmin staat het beschreven, dat een ouderling dit moet doen. Een eerste eisch is, dat er goed gelezen moet worden. Alle liturgen kunnen dit niet, maar zij behooren het te kunnen. Het ligt ook wel allereerst op hun weg en kan tot hun taak gerekend worden. Maar dit werk kan wel opgedragen worden aan een ouderling; zelfs is er geen bezwaar tegen, dat een diaken of gemeentelid dit doet. Maar dan moet men maar niet de broeders ouderlingen om de beurt laten lezen, tenzij al die broeders bekwame lezers zijn. Ik ben het met Ds. Sikkel eens als hij schrijft, dat de eeredienst niet verrijkt wordt als de liturg alles alleen doet. Iets van de activiteit der gemeente wordt gezien in den voorlezer, ’t zij hij een ambtsdrager is of niet. Maar zijn er onder de ambtsdragers geen bekwame voorlezers, laat dan de liturg zelf lezen. Dat zeer gebrekkige lezen bevordert den dienst niet.
De Schriftlezing moet dus direct geschieden na het uitspreken van den zegen. De liturg maakt bekend wat er gelezen zal worden. Hij doet dit met een eenvoudige formule b.v. door te zeggen: Luister aandachtig, eerbiedig naar het voorlezen van het Schriftgedeelte enz.
Wie bedenkt, dat de Heere door Zijn Woord werkt in het midden der gemeente, dat Woord toepast door den Heiligen Geest; wie verstaat dat het profetisch ambt van den Christus hier functionneert, zal niet gaarne de Schriftlezing missen. „Alles moet rustig geschieden, zoodat elk woord tot zijn recht komt. In alles moet de eerbied uitkomen, dien wij het Woord van God verschuldigd zijn. In alles moet blijken, dat niet een catechiseermeester iets voorleest, maar dat God spreekt door den mond van den dienaar”, (Dr. v.d. Leeuw, Liturgiek, 172). De gemeente behoeft niet te antwoorden op de Schriftlezing. Dat Woord vraagt geen gezag, maar heeft gezag, eischt gezag.
Gezorgd moet worden, dat de liturg eerst niet moet zoeken naar een en ander, éér hij kan gaan lezen. Alles moet klaar liggen voor den dienst. Het is een correcte gewoonte van sommige kosters om hiervoor te zorgen. De Psalmen zijn direct te vinden, omdat de bladwijzers er bijliggen. De Bijbel ligt zóó opengeslagen, dat het te lezen Schriftgedeelte niet meer gezocht behoeft te worden. Evenzoo kunt ge zonder zoeken de Wet des Heeren voorlezen of de Belijdenis des geloofs uitspreken. Ge behoeft niet te vreezen, dat het u gaat als een liturg, die van den kansel riep; „Ik vind geen boek, waarin de Wet des Heeren staat.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's

De Schriftlezing.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's