Maassluis, 20 Nov. 1943.

Zaterdag 20 November des n.m. 3 uur kwam de Gemeente saam om het feit te herdenken, dat haar Herder en Leeraar 25 jaar geleden in het ambt werd bevestigd. Nadat Ds. Meijering en zijn echtgenoote, kinderen en familie hun plaats hadden ingenomen werd er geopend.
Br. de Lange verzocht te zingen van Ps. 150:1. ging voor in 't gebed, waarna gelezen werd Ps. 103, en den jubilaris toegesproken.
Geachte Ds. en Mevr., kinderen en fam. Het is ons een waar genoegen U een hartelijk welkom toe te roepen van deze plaats. We zijn hier bij elkaar als gemeente om te gedenken, hoe U vóór 25 jaar het predikambt hebt mogen aanvaarden. Hoe kan het anders, of het leve ook thans in uw ziel: Loof den Heere, mijne ziel, en vergeet geene van Zijne weldaden.
25 jarige ambtsbediening. 25 jarig huwelijksfeest tevens. Vandaar, dat we U bij dezen zilveren mijlpaal toezongen: Loof God, Loof Zijn naam alom. Hij Die U tot hiertoe geleid heeft leide U verder bij 't licht van de wolk- en vuurkolom door de wereld naar een beter Vaderland. Hij spare U nog vele jaren voor onze gemeente en voor de gansche kerk, die U lief is. Ook U mevrouw en kinderen gefeliciteerd in t bijzonder U
mevrouw, die zulk een groot aandeel heeft gehad in het ambtelijk werk van Uw man. Ook U mag wel uitroepen „hulp van God verkregen hebbende, ben ik nog, die ik ben".
Laten we thans onzen Leeraar en fam. staande toezingen Ps. 134:3.
Tenslotte werd een stoffelijk blijk aangeboden: een prachtige leeslamp met lectuurbak en, enveloppe met inhoud en een bouquet bloemen. Hierna zong de gemeente Ps.103:.
Br. Baan sprak namens den kerkeraad, feliciteerde den Leeraar hartelijk, sprak woorden van dank over 't geen de Heere gedaan had, liet zingen Ps. 116:7-10 en 't laatste vers van den avondzang en overhandigde hem couvert met inhoud, namens den kerkeraad.
Vervolgens werd het woord gevoerd door mej. Boshorn namens de catechisanten, van wie de jubilaris een prachtige voetwarmer ontving. Voorts sprak namens de Zondagschool Br. Looij, die een prachtig boekwerk overhandigde.
Achtereenvolgens werd nu de jubilaris toegesproken door Ds. P. v.d. Bijl namens de gemeente Barendrecht, door Br. Verheij namens de gemeente Nieuwpoort, welke hem ook een couvert met inhoud overhandigde, en door Br. Lommers namens de gemeente v. Zwijndrecht, die liet zingen Ps. 20:1.
Ds. D. Driessen sprak namens de Classis te Rotterdam.
Ds. P. de Smit van Utrecht als oud studievriend en Ds. Polman van Rozenburg als consulent.
Ds. Meijering dankte ten slotte allen hartelijk, voor 't geen was gezegd en voor de betoonde belangstelling, waardoor deze dag een onvergetelijke dag voor hem en de zijnen was geworden en verzoekt als slot te zingen Ps. 106:26.
Waarna deze samenkomst, geëindigd was en iedereen gelegenheid kreeg tot feliciteeren.
Dankbaar en welvoldaan keerden allen huiswaarts.
Zondag 21 Nov. was de gemeente gekomen om te luisteren naar de gedachtenisrede van onzen geliefden Leraar. Hij sprak over Gen. 32 vers 10. „Ik ben geringer dan al deze weldadigheden en al deze trouw, die Gij aan Uwen knecht gedaan hebt."
Hoofdgedachte was: Een danklied bij een zilveren mijlpaal, waarin we beluisteren ten 1e rijk van inhoud, 2e een ootmoedige toon en ten 3e een hoopvolle verwachting. Levende onder de indrukken van Gods goedertierenheid en trouw mag hij wel uitroepen: Och, of nu al wat in mij is hem prees. Weldadigheid en trouw heeft de Heere geschonken aan onzen arbeid; aan ons huis; aan ons persoonlijk zieleleven. De onveranderlijke trouw Gods was tenslotte het geheim van de ambtelijke bediening. Met de bede van Ps. 71:12 „O God wil mij bewaren bij 't klimmen mijner jaren", besloot onze Leeraar zijn rede.
Br. Baan liet nog toezingen Ps.72-11;
Des avonds kwam de gemeente saam om te herdenken hoe zij 50 jaar geleden opnieuw tot openbaring kwam, ditmaal dus geen zilver maar een gouden mijlpaal. De gemeente werd bepaald bij Ps.126:3.
De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd. Stil werd gestaan bij de verlossing des Heeren in dankzegging geuit; met een veel omvattende bede gepaard; hetwelk tenslotte wordt een hoopvolle verwachting. Terugziende op deze weldadigheid en trouw mogen we ook thans wel uitroepen: „Hulpe van God verkregen hebbende staan we nog tot op dezen dag".
Met het zingen van Ps. 105:24, gingen allen dankbaar heen, met dank in 't hart voor alle weldaden bewezen.

Namens den Kerkeraad van Maassluis.
A. A. DE LANGE, Scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen