Twee bekers 1
Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen beker van mij voorbijgaan, doch niet gelijk ik wil, maar geluk Gij wilt.Matth. 26 : 39B.Mijn beker is overvloeiende.Psalm 23 : 5B.
De lijdensweken zijn de gang van Christus ten doode.
Het duistere tijdsgewricht van den satan omwoelt den Kruisheld.
En toch. . . . de woedende hel als stormvlagen brengt het schip van Christus’ gerechtigheid aan de kust. Daarom kon Jezus zeggen: de overste der wereld komt, en. . . . heeft aan mij niets.
Lijdensweken zijn helleweken, en tevens de doorbraak door den hellenacht naar den lichtenden morgen.
Nu de kerk des Heeren dit weet, kunnen wij in den lijdenstijd weer luisteren naar klokketonen, die opvaren uit Gethsemané's donker of voortrollen over Golgotha’s donkeren heuvel.
Met gansch de lijdende en strijdende kerk des Heeren op aarde treden wij het heiligdom van Christus' lijden binnen, en in dit heiligdom moeten wij het zinrijke woord der Schrift betrachten „zit hier neder” (Matth. 26 : 36).
De Maria’s gestalte, zittende aan de voeten van Jezus, moet met nadruk in den lijdenstijd de positie der discipelen zijn, die Jezus willen volgen op den kruisweg.
In dit heiligdom geldt het: blijft hier, en waakt met mij Matth. 28 : 38. Niet anders dan zitten — blijven — waken — om te leeren, dat een beker des lijdens zal worden een beker der dankzegging en dat de schreiende klacht van den Middelaar de voorslag is van het hallelujah der verlosten hier en hiernamaals.
Dat zeggen ons deze twee teksten, die over twee bekers handelen.
Hebt ge nooit opgemerkt, dat dit Schriftgedeelte uit Mattheus’ Evangelie en deze 23ste ps. punten hebben van zinrijke overeenstemming?
Psalm 23 — terecht is van dit lied des Bijbels gezegd, dat het in zijn ommegang onder de kinderen der menschen meer pijn en leed heeft gestild, dan alle heelmeesters ter wereld, en dat het meer vrede des harten heeft gewerkt dan de wetenschap en de glorie aller eeuwen.
Ja, inderdaad, ps. 23 is een stroom der zielsverheugenis, maar vergeet het niet en nooit, dat de bronnen van dezen stroom liggen in Gethsemané’s hof.
Het is, of het verband van dezen psalm ons aan dien lijdensstrijd van Christus herinneren wil. Of zou het louter toeval zijn, dat op psalm 22 juist deze psalm volgt?
Slaat Uw psalmboek maar eens op, en dan vindt ge, dat psalm 22 de kruispsalm is, waar gij wolken en donkerheid, schreeuw voor schreeuw ziet opdoemen uit kolken van verlating, als deze psalm aanvangt met de bange klacht der benauwende verschrikking: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten!”„Is het niet, of gij Gethsemané binnentreedt, als gij leest in vers 7: „ik ben een worm en geen man,” Of wanneer wij vers 15 en 16 lezen: „Ik ben uitgestort als water, en al mijne beenderen hebben zich vaneen gescheiden, mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands, mijn kracht is verdroogd als een potscherf en Gij legt mij in het stof des doods. „Gaan hier niet Gethsemané’s poorten al verder voor ons open en gij aanschouwt den verbrijzelden Middelaar, die Zijn ziel in den olijvenhof uitstort tot in den dood?
Zie, dat is Mattheus 26, wanneer dit hoofdstuk ons de aangrijpende teekening biedt van den hof, waarin Christus zijn zwaarsten strijd heeft gestreden, want dat was zijn zielestrijd, dat is tegelijk de ziel van zijn strijd.
En wanneer we dan Matth. 26 naast psalm 22 leggen en wij de overeenkomst getroffen hebben tusschen dit Nieuw Testamentisch blad en den ouden psalmbundel, zoo treft het ons in klimmende mate, dat juist nu psalm 23 volgt, het lied, dat zoo dikwerf in stijgende blijdschap het lied der vertroosting heeft opgezongen in het hart van den bedrukte in Sion.
Als gij dan dit opmerkelijk verband van den 22sten en 23sten psalm hebt nagespeurd, is het u dan niet, of U met luider stem wordt toegeroepen: Vergeet niet, o pelgrim naar Sion, wanneer dit lied: „de Heere is mijn Herder” over het snarentuig uwer ziel ruischt, dat dit gaat ten koste van den Middelaar, die in Gethsemané geen lied meer overhield.
Toen het lied stierf in de ziel van den Heiland, en Hij slechts kon klagen: „mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe” (Ps. 22), toen werd het lied des levens en der eeuwige vreugde voor al Gods volk geboren en kreeg psalm 23 zijn eeuwige tonatie, die zong van het land der schaduwen des doods, waar wij niet behoefde te vreezen. Welk een tegenstelling!
Jezus, onze Middelaar, in het dal van de schaduwen des doods en dan lezen wij: Hij begon droevig en zeer beangst te worden.
De discipel van Jezus in dat zelfde land van de doodsschaduwen en het worat al stiller — stiller — naarmate Hij weet, dat de Heere Leider en Weider is naar de oorden, waar de zaligheid over de velden koepelt in eeuwigen vree.
Wat klopt er toch een sterke ziel. in deze zachte liefelijkheid van psalm 23!
Wat adelt hier toch een kracht in dit lied, zoo week en zoo teer!
Welk een tegenstelling!
In Gethsemané een Heiland, wiens ziel wordt geslagen tot stervens toe. Dat is Mattheus 26 en tevens psalm 22.
In psalm 23 een discipel, wiens ziel wordt verkwikt aan wateren der rust!
In Gethsemané. een beker ten boorde gevuld (Psalm 22 — Matth. 23).
In Psalm 23 een beker niet minder vol — maar wie onzer beseft nu reeds niet het groote verschil.
Psalm 22 (Matth. 26) is de Herder geslagen — de schapen verstrooid.
Psalm 23 is de Herder de Leider — de schapen verkwikt
Twee bekers!
Een beker vol van den toorn Gods.
Een beker vol van de liefelijkheden des Heeren!
En onwillekeurig denken wij hier aan het bekende vers, dat zoo menigmaal reeds is gezongen, en zoo menige ziel heeft gesterkt:
De Heer is mijn Herder,
’k Heb al, wat mij lust
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden,
Hij voert mij al zachtkens
aan waat’ren der rust.
De Heer is mijn Herder!
Hij waakt voor mijn ziel!
Hij brengt mij op wegen
van goedheid en zegen.
Hij schraagt me, als ik wankel,
Hij draagt me, als ik viel.
Apeldoorn
J.J. van der Schuit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1944
De Wekker | 4 Pagina's