Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgie

De liturgische handelingen bij de bediening der sacramenten.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De liturgische handelingen bij de bediening der sacramenten.

In de liturgiek wordt de doopsleer niet uiteengezet en evenmin de avondmaalsleer verklaard. De sacramenten worden in de samenkomst der gemeente bediend. Wie het karakter der gereformeerde liturgie verstaat, wie dus inleeft, wat de beteekenis is van Gods samenkomen met de gemeente, zal diep verstaan, dat de door God ingestelde bondszegelen in het midden der gemeente bediend moeten worden. Deze bondszegelen nemen in het midden der gemeente een rijke plaats in. In art. 33 van onze schoone Ned. Confessie wordt op uitnemende wijze die beteekenis uiteengezet. God heeft acht gegeven op de gevoeligheid en zwakheid van zijn volk en Hrj verzegelt zijne beloften. De bondszegelen zijn panden van zijn goedwilligheid en genade; God voegde die bij het Woord des Evangelies om te beter aan onze zinnen voor te stellen wat dit Woord zegt. Deze bondszegelen zijn niet ijdel, want Jezus Christus is de Waarheid van die. Kernachtig is de verklaring, welke de confessie van de bondszegelen geeft. De sacramenten, bediend in de samenkomst van God met Zijne gemeente, laten ons zien hoe rijk en vast het genadeverbond is. In liturgiek bespreken wij de liturgische handeling bij de bediening van de sacramenten.

De bediening van den Heiligen Doop.

Het spreekt van zelf, dat ook de bediening van den Doop geschieden moet op de meest eerbiedige wijze. Deze opmerking is niet overbodig. Zal de liturg de handeling eerbiedig verrichten, dan moet hij de beteekenis van den Doop recht verstaan. Hij moet steeds dieper inleven wat de bediening van dit sacrament voor de gemeente zegt, en moet de heilige handeling op zulk een wijze verrichten, dat de gemeente er door onder den indruk komt. Let wel: de gemeente, want de Doop heeft niet alleen beteekenis voor de ouders, die voor hun kind den Heiligen Doop begeeren, maar is een sacrament voor heel de gemeente. De liturg wekke nooit den indruk, dat de bediening van den Doop buiten de gemeente staat.
De bediening van den Doop geschiedt in het midden der gemeente, in haar samenkomst met God. Deze bediening kan plaats hebben op den sabbat, ’s morgens of in den namiddagdienst; zij kan ook geschieden in de samenkomst der gemeente in de week. Wij zijn niet voor afzonderlijke doopbeurten of doopzondagen. De ouders moeten in elke samenkomst den Heiligen Doop voor hunne kinderen kunnen ontvangen. Wij gelooven niet, dat een kerkeraad recht heeft om te zeggen: over een maand kunt gij uw kind laten doopen. Een dooppreek behoeft niet gehouden te worden, want dan zouden de predikanten in groote steden heel dikwerf zulk een preek gereed moeten maken. Bij vaste doopbeurten zou dit kunnen. Het gevaar is groot, dat bij afzonderlijke doopdiensten, die o.i. onjuist zijn, alleen de familie aanwezig is. Als eens per maand een doopsbediening plaats heeft, zou een dooppreek gehouden kunnen worden. Maar wij meenen, dat de ouders recht hebben om eiken Zondag den Heiligen Doop voor hun kind te begeeren. En dan kan de liturg niet denken aan dooppreeken. Maar het is ook niet noodig. De sacramentsleer wordt uitgebreid behandeld in onzen Heidelbergschen Catechismus. De gemeente, welke getrouw opkomt, ontvangt voldoende onderwijs in dit opzicht.
De juiste orde is, dat de bediening van het Woord aan die van het bondszegel voorafgaat. Practische redenen dringen meest tot de omgekeerde orde. Dit is toch een onjuiste orde. En het is ook niet noodig de orde om te keeren. Als de kinderen in de consistoriekamer achterblijven bij degenen, die de kinderen „in de kerk brengen”, dan kan de juiste orde gevolgd worden. Na de bediening des Woords zegt de liturg, dat de bediening van den Heiligen Doop zal plaats hebben.
De liturg begint dan met het Formulier te lezen. Dat dit lezen rustig, duidelijk, eerbiedig, niet te haastig en niet te langzaam, zonder declamatie en geste moet geschieden, vloeit uit den aard der heilige handeling voort.
Het is niet noodzakelijk dat de ouders direct opstaan. Voor een moeder is dit meest ook te vermoeiend. Daarom laat men vaak alleen de vader opstaan. Als de vragen gedaan zullen worden, staat ook de moeder op. Maar deze gewoonte is ook onjuist. Het Formulier wordt niet alleen voor de ouders, of voor de vaders gelezen, maar voor heel de gemeente. Dus heel de gemeente moet opstaan of niemand. Het heeft geen zin de vaders alken te laten opstaan. De ouders kunnen rustig blijven zitten totdat de vragen gedaan zullen worden. Wij spreken van ouders, omdat we meenen, dat de moeder, als regel, ook bij de bediening van den Doop tegenwoordig moet zijn. De vader is zeker het hoofd, maar God heeft ook de moeder met gezag bekleed. (Zie Heid. Cat. verklar. 5e gebod).
Getuigen bij den Doop hebben alleen zin, als de ouders zelf niet kunnen optreden; overigens doen zij denken aan roomsche smetten. (Zie hiervoor o.a. Dr. H. Bavinck, Ouders of Getuigen).
Bij het formuliergebed moeten allen mannen, als bij de andere gebeden, opstaan; niet alleen de kerkeraadsleden.
Wanneer de dienaar gekomen is, met het lezen van het Formulier, tot de „Vermaning aan de ouders”, dan moeten de ouders opstaan. Dan heeft het vollen zin. Na het beantwoorden der vragen, kan een toespraak worden gehouden. Ons Doopsformulier spreekt niet van toespraken. Dr. A. Kuyper Sr. meent, dat de oorsprong dier toespraken te zoeken is in den tijd, waarin de Doop al minder verstaan werd. (Onze Eeredienst 408). De toespraken zijn dikwerf gansch misplaatst. Wanneer zij speciaal tot het gedoopte kind gericht worden, dus na de bediening, is zulk een toespraak geheel verwerpelijk. Toch geschiedde dit vroeger meermalen. Gezeerd werd b.v.: Anna, o! werden uwe schreden gericht tot het heiligdom, opdat gij als een profetes moogt wandelen voor het aangezicht des Heeren. (Doopspractijk, 212, Olthuis). De toespraak past het beste na de beantwoording der vragen. Zij moet kort en ernstig zijn. gericht tot de ouders en de gemeente; zij moet altijd wijzen op de beteekenis van den Doop en op de belofte, door de ouders afgelegd. Speciaal kan gewezen worden op de beteekenis van het Verbond, op de belofte Gods en op enkele gedeelten uit ons schoone doopsformulier. In geen geval late de liturg zijn subjectivisme vrij spel; hij zoeke niet de tranen der ouders. En geen dienaar gebruike zulk een toespraak om, gelijk wij eens hoorden, een en ander uit zijn leven mee te deelen. Hij staat voor de gemeente en niet tegenover een vriend of een vriendin. De toespraak is geen principieele eisch. Dringt zij de beteekenis van den Doop en zijn bediening on den achtergrond, dan is zij al veroordeeld. Een korte, ernstige, Bijbelsche toespraak kan dienen tot opbouwing in den goeden zin van het woord. Zij moet de bediening van den Doop in helderder licht zetten. Anders blijve zij achterwege.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1945

De Wekker | 4 Pagina's

Liturgie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1945

De Wekker | 4 Pagina's