Liturgie

Wij moeten spreken van volwassenen, niet van bejaarden. Bij bejaarden denken wij aan menschen van 50, 60 jaar, en ouder. Iemand, die op achttienjarigen leeftijd gedoopt wordt, is wel volwassen, maar niet bejaard. De adolescentes en aldultieres (de jonge menschen, de opgegroeiden) zijn wel volwassen, maar niet bejaard.
Aan den Doop der volwassenen gaat de bediening van het Woord Gods vooraf. De tekst is gekozen maar de gelegenheid des tijds. Er zijn prachtteksten, b.v.: Hand. 8:36-38; 10:46, b-48; Rom. 6:3, 4; Kol. 2:12 e.a. Voor den Doop heeft een openbare belijdenis plaats.
Wanneer de liturg tot de bediening van den Doop overgaat, leest hij eerst het Formulier. Het eerste gedeelte is hetzelfde als dat van het Doopsformulier, dat gebruikt wordt bij den Doop van de kinderen der gemeente. Dat Formulier wordt gelezen tot: En hoewel onze jonge kinderen enz. Het Formulier voor den doop der volwassenen zet zich voort in: En hoewel de kinderen der christenen enz. Als de liturg genaderd is tot de aanspraak tot de volwassenen, die gedoopt zullen worden, laat hij hen, die gedoopt moeten worden, opstaan. Eerder niet. Wat tot hiertoe gelezen wordt, geldt heel de gemeente. Heel de gemeente zou dus ook bij het eerste gedeelte moeten opstaan, indien zij opstaan, die gedoopt moeten worden.
De vragen in de „aanspraak” zijn diep en voor velen een moeilijkheid. De catecheet moet de vragen rustig en ernstig, biddend en vol liefde, bespreken met hen, die gedoopt moeten worden. Die bespreking is meest zeer dringend noodig. Op den hoogen ernst van de vragen worde eerlijk gewezen, doch de dienaar zoeke ook zoo laag mogelijk, d.i. zoo laag als de Schrift in dezen voorgaat, af te dalen. Vraag oor vraag moet met ja worden beantwoord.
Na het beantwoorden der vragen kan de dienaar een korte toespraak houden tot hen, die gedoopt zullen worden; die toespraak moet hij niet tot hen houden als zij geknield liggen. Ook deze toespraak is geen eisch, maar kan opbouwend zijn, als zij maar is overeenkomstig het te bedienen sacrament. Ook deze toespraak moet dus kort zijn en Schriftuurlijk licht verspreiden over het sacrament.
Terwijl de dienaar den kansel verlaat en zij, die gedoopt zullen worden naderen tot knielbank of knielkussen, laat hij een klein Psalmvers zingen of een gedeelte ervan: b.v. Ps. 25: 5; bij het tweede gedeelte, dat de organist goed moet doen uitkomen, liefst door een heel klein tusschenspel, en dat als bede gespeeld moet worden, laat de liturg de te doopen volwassenen knielen. Hij vatte hun hand en helpe ze op deze wijze. Wanneer volwassen meisjes of vrouwen gedoopt moeten worden, moeten zij te voren hun hoed afzetten. De liturg make de te doopen volwassenen er te voren opmerkzaam op, dat dezen het hoofd goed achterover gebogen moeten ouden wanneer de doop plaats heeft. Als alles zoo in orde is, doopt de liturg; hij noemt daarbij voornaam en geslachtsnaam. Hij doopt ook dan met de formule uit Matth. 28, gelijk als bij den kinderdoop. Na de bediening van den Doop doet hij de gemeente, staande, zingen een Psalmvers, b.v. Ps. 103:9. De liturg blijft, onder het zingen, bij de geknielden staan; hij kan dan de handen over hen uitgestrekt houden. Onder het naspel doet hij de geknielden opstaan en beklimt zelf den kansel. De gedoopten nemen hun plaats weer in. Dan gaat hij voor in dankgebed. Het dankgebed is hetzelfde als bij het formulier van den kinderdoop. Een kleine wijziging is er slechts in; gebeden wordt nu: wij bidden u ook door denzelven Uwen Zoon, dat gij dezen persoon (of personen) met Uwen Heiligen Geest altijd wilt regeeren, enz. Daarmee is de heilige-handeling voltooid en kan de dienaar den dienst beëindigen.
Mogelijk is, dat na het beëindigen van de doopsplechtigheid nog het slotwoord van de preek wordt uitgesproken en dat dan heel de dienst op de gewone wijze wordt beëindigd. Is het slotwoord van de preek reeds uitgesproken, dan wordt het dankgebed na heel den dienst aangesloten aan het dankgebed van het doopsformulier. In het dankgebed komt het bijzondere van den dienst nog eens uit. Voor hen, die belijdenis deden en gedoopt werden, zal afzonderlijk worden gebeden.
Laat de liturg met den kerkeraad toch zorgen, dat alles naar eisen der Schrift, dat is dus ook eerbiedig, geschiedt. Daartoe behoort ook, dat er voldoende ruimte gereserveerd is voor de plechtigheid. Desnoods worden een paar banken weggeruimd. Er moet voldoende ruimte zijn om een knielbank te plaatsen; voldoende ruimte voor hen, die naderen tot knielbank of knielkussen en voor den dienaar des Woords.
De homileet heeft gezorgd voor een juiste tekstkeuze en voor gepaste Psalmverzen. Nog een aparte tekst, als gedachtenistekst, meegeven, is niet nodig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen