Art. 31 D.K.O.

Het is algemeen bekend dat de vrijgemaakte kerken zich sterk voelen met een beroep op art. 31 van de Dordtsche kerkenorde. Dit artikel luidt: (verkort) „En hetgeen door de meeste stemmen goedgevonden is zal voor vast en bondig gehouden worden, tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods.” De kerken vrijgemaakt naar art. 31, vinden hier hun positie gewaarborgd, wijl zij de leer der „Gereformeerde kerken” als in strijd met het Woord Gods achten.
Ds. van Houdt heeft in Reformatie stemmen eritiek geoefend op de brochure van Ds. Heerma en nu wordt hij door den pastor van Rotterdam, op zeer correcte wijze beantwoord; Wat Ds. Heerma schrijft over art. 31 acht ik de moeite waard dat het in breeder kring bekend worde:
Ds. Heerma schrijft in het Kerkblad van Rotterdam (C) 1 Dec.

Nu heb ik altijd gemeend, dat er ook in 1892 al een art. 31 van de D.K.O. bestond. Ds. van Houdt wil het bezwaard-zijn reserveeren voor hen, die een officieele kerkleer (belijdenis!) in strijd achten met Gods Woord. Maar hij wil vast en zeker niet zeggen, dat art. 31 alleen maar geldt voor Schilder en Greydanus. Ook in 1892 waren er mannen, Wisse en van Lingen, die diep in hun hart overtuigd warén, dat een synodebesluit tot vereeniging, zonder dat eerst de toen reeds bestaande put gedicht was, niet naar Schrift en belijdenis is, maar in strijd daarmee Daarom mochten zij dat besluit niet voor vast en bondig houden, maar wisten zich van God geroepen tot het blijven bewaren van het pand hun toebestrouwd. Zij moesten Christelijk Gereformeerd blijven en verkeerden in de gelukkige omstandigheden, dat zij geen „in H.V.” of „onderhoudende art. 31” noodig hadden.
Het bestaanrecht van de Chr. Geref. Kerk na' 1892 staat of valt heusch niet met het besef van deze of gene. Toch had ik niet verwacht, dat een vrijgemaakt predikant zoo lichtelijk zou schrijven over het vallend bestaansrecht van een kerk, die in haar officieele kerkleer zijn „volledige instemming” heeft. Deze manier van schrijven is beslist niet „een bouwsteen voor den opbouw van de heilige, algemeene, Christelijke Kerk”.

Met een kleine variatie op wat hij schreef, zeg ik: welaan dan, broeders in de vrijgemaakte kerken! Maakt u nu toch eindelijk eens op om te onderzoe ken de groote daden Gods in het trouw-blijven, in het voet bij stuk houden van die enkelen in 1892 Reeds brachten zij art. 31 in practijk, niet minder dan gij. Wilt met ons den Heere daarvoor loven Maakt u op om dat te doen in eensgezinde vreugde met ons.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen