Door wien moet het gebed geschieden vóór den dienst?

Enkele malen ontvingen we een schrijven over het gebed in de kerkeraadskamer vóór den dienst. Die vraag luidt: Is het geoorloofd, dat een diaken voorgaat in het gebed, éér de dienaar des Woords het kerkgebouw binnengaat? We kunnen, niet telkens particulier alles beantwoorden. Mogelijk kunnen ook andere broeders er winst mee doen.
Allereerst een kleine rechtvaardiging. Ds Kremer beantwoordt de vragen in ,„De Wekker". Maar ik wil niet in zijn werk treden. Deze vraag was niet voor „De Wekker" bedoeld, doch ik beantwoord deze in „De Wekker", omdat ook anderen met dezelfde vraag komen.
In de tweede plaats heeft deze vraag een kerkrechtelijke zijde. De leeraar in het kerkrecht is niet boos op mij, wanneer in dit kantje even raak. Het gebed behoort ook weer tot de liturgische zijde van den dienst.
Wij weten, dat des Zondags in de kerkeraadskamer gebeden wordt vóór de dienst aanvangt. Dat is uitstekend. Dat gebed moet een gebed zijn voor den dienaar en zijn werk. Dit laatste wordt al te veel vergeten. Voor alles en allen wordt soms gebeden.
Vergeten wordt, dat dit bidden voor den nood der christenheid op den kansel, dus in de gemeente moet geschieden. Maar daarover moeten wij het nu niet hebben. Evenmin handelen we hier over de vraag of er 's morgens gebeden en 's avonds alleen gedankt moet worden.
Er is veel verschil in de practijk. In sommige kerkeraden wordt er 's morgens gebeden en 's avonds gedankt. Anderen bidden 's morgens én 's avonds en danken alleen 's avonds. Dit raakt geen principieele vragen.
Mij komt het nog altijd het beste voor om bij lederen dienst ,te bidden en te danken. Maar dan alleen in betrekking tot den dienaar en zijn werk. Dat kan dus heel kort geschieden.
Nu komen we tot de eigenlijke vraag. Het is Zondagmorgen. De dienaar staat gereed om zijn werk te doen. Een der broeders zal voorgaan in het gebed. Wie moet dit doen? Mag een diaken dit werk ook verrichten? Een ander heeft gevraagd: Mag een diaken wel danken na den dienst, omdat dit minder gewichtig is, dan het voorgaan in gebed vóór den dienst? Ziedaar de vragen.
Verstaan moet worden,dat de diakenen, naar den hoofdregel van het kerkrecht, niet tot den kerkeraad behooren. Daaruit vloeit dus voort, dat het voorgaan in het gebed op den Zondag in de kerkeraadskamer, het werk is van een der broeders ouderlingen.
Het is dus niet het werk der diakenen. Dat raakt het bidden en het danken. Waar er dus een kerkeraad is, hebben de ouderlingen dit werk te verrichten. Indien er in een gemeente een smalle en een breede kerkeraad is, dan behoeven bovengenoemde vragen niet gedaan te worden, want het genoemde werk is de taak der ouderlingen.
Nu is er echter een uitzondering. Er zijn kleine kerkeraden. En dan behooren de diakenen tot den kerkeraad. Dat kan tenminste geschieden Dat mag volgens artikelen 38 D.K.O. Dan zijn de diakenen een soort van hulp-ouderlingen. Zij spreken en stemmen in de kerkeraads-vergadering mee b.v. over tuchtzaken; zij gaan wel mee op huisbezoek; zij doen wel eens ziekenbezoek, enz. Dat alles kan dan ook. In dergelijke gevallen is het geen bezwaar dat een broeder diaken in het gebed voorgaat in de kerkeraadskamer, vóór den dienst.
Maar dan moet er geen onderscheid gemaakt worden tusschen het bidden en danken in dezen zin, dat het danken minder gewichtig is.
Stel eens, dat de dienst niet geheel verlopen is naar den eisch der Schrift Een ieder gevoelt hoe moeilijk dan het danken wordt. Men moet dus geen wezenlijk onderscheid zien tusschen het bidden en danken. Het is beide even ernstig en verantwoordelijk.
Dan is nog gevraagd of, wanneer een diaken het gebed uitsprak vóór den dienst, dit ook tengevolge heeft, dat die broeder diaken den dienaar des Woords tot den kansel leidt.
Neen. Het eene vloeit niet uit het andere voort. Gemeenlijk gaat de ouderling van dienst voor in het gebed. Dat lijkt me ook juist. Maar er is geen bezwaar, geen enkel bezwaar tegen de gewoonte, dat de ouderling van dienst den dienaar naar den kansel leidt en hem de hand geeft, als een diaken (als hulpouderling) het gebed heeft uitgesproken.
Echter moet begrepen worden, dat een diaken (als hulp-ouderling dienst doende) ook zou kunnen voorgaan. Duidelijk is echter, dat èn het bidden, èn het voorgaan in de eerste plaats het. werk der broeders ouderlingen is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen