Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op den uitkijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op den uitkijk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Jeruzalem, indien ik u vergete…!”

Zó treurden de dochteren van Juda aan de rivieren van Babel, verre van het land der vaderen. De heilige stad was een smaad en schimp geworden allen, die den weg voorbijgingen. Niemand had medelijden met haar gruis. Davids troon was ontheiligd ter aarde neergesmeten, het vuur op Sions altaar was gebluscht. De vorstin van het Oosten was tot een slavin in ketenen vernederd.
Deze klaagzang van Israël, slechts een wijle onderbroken, werd de eeuwen door gehoord. Zijn geschiedenis is vol van de ontroerendste tragiek. Na de verloochening van zijn Messias werd het uitgeworpen uit het land der belofte, en doolt het onder alle volkeren der wereld, maar overal gehaat, vervolgd, gedood! Het werd in concentratiekampen gemarteld en in de gaskamers vernietigd. Ten dode toe vermoeid had het slechts één wensch: rust en vrede in zijn eigen nationaal tehuis! Maar de internationale politiek heeft het gegrendeld. De Arabische wereld betwist met het zwaard aan Israël den toegang tot Palestina. Met den moed der wanhoop tracht het nu zijn rechten op het land der belofte te handhaven. En de erve der vaderen, met bloed en tranen gedrenkt, is opnieuw het tooneel van een verterenden strijd.
De Joodsche invasie werd opgevangen door de Engelsche vloot, die duizenden bracht op Cyprus. Een algehele mobilisatie is uitgeschreven. De „Irgoen” en de „Haganah”, politieke partijen, hebben een gemeenschappelijk militair accoord getekend, en zoo tracht Israël de wapenen der Arabische wereld tegenstand te bieden. De koning van Transjordanië, Abdoellah, trekt met zijn legers over den Jordaan, en heeft Jericho reeds ingenomen. Het wachten is nu op het vertrek der Engelschen, die van hun mandaat hebben afgezien! Jood en Arabier betwisten elkander deze sleutelposities. Belangrijke kustplaatsen vielen reeds in handen der Joden. Deze strijd op leven en dood houdt geheel de wereld in spanning. Het Nabije Oosten toch is de stormhoek tusschen het westen en oosten. Er kan zoo gemakkelijk een vuurvonk overslaan op de hoog opgestapelde brandstof. Verontrustend waren de berichten, dat de Joodsche vrijheidsscharen door Russische officieren worden aangevoerd. Ook hier speelt Moscou zijn spel. Het wil zeggenschap aan de Middellandsche Zee en op den weg naar Indië. Het politiek egoïsme speelt hier zijn hoogste troeven uit. Het gaat om de olie in de Arabische wereld. En om niets anders.
Deze bloedige episode in de wereldgeschiedenis verdient onze volle belangstelling. Gods bemoeienissen met Israël zijn nog niet ten einde. Zonder te speculeren op een nationaal herstel, waarbij Jeruzalem weer in ere en met luister zal worden bekleed, kunnen we ons oog toch niet sluiten voor den wonderlijken gang der historie ten aanzien van het oude Bondsvolk. De geschiedenis heeft haar zegel gehecht aan het Woord des Heeren: „Zie, Ik zal Jeruzalem stellen tot een lastigen steen allen volke: allen, die zich daarmede beladen, zullen gewis doorsneden worden; en alle volken der aarde zullen zich tegen haar verzamelen.” (Zacharia 12:3). Israël is de eeuwen door veel verdrukt, maar de verdrukkers zijn door God gestraft. Het anti-semitisme heeft de gevolgen van de Jodenhaat rijkelijk ondervonden. Hitier snoefde, dat vijf minuten voordat de oorlog beëindigd zou zijn, alle Joden zouden worden omgebracht. Zes millioen van hen kwamen ellendig om het leven. Maar Duitschland werd tot zijn fundamenten vernietigd. Een Gods-oordeel werd over dat land voltrokken! Een getuigenis, dat een duidelijke taal spreekt in dezen hyper-modernen tijd, waarin men meent met God afgerekend te hebben. De Joden zijn door Engeland schandelijk bedrogen. Het opende in een regeringsverklaring het uitzicht op Israëls nationaal tehuis, maar liet de Joden in de onderkleren staan, toen de belofte moest vervuld worden. En om zich nu van zijn verantwoordelijkheid te onttrekken, geeft het zijn mandaat over Palestina aan de U.N.O. terug. Maar Engeland ontvangt vandaag ook zijn rekening! Alles op tijd! Gods molens malen langzaam, maar zeker.
Israël wacht een schone toekomst! Met de volheid der heidenen, die eens zal ingaan, wordt gansch Israël zalig. Maar die toekomst ligt niet gewaarborgd in zijn wapenrusting, maar in ’s Heeren Woord: „Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijnen Geest zal het geschieden!”
Gedenke de kerk op het Pinksterfeest aan Israël, den beminde om der vaderen wil.
Och, daalde ’t heil uit Zion spoedig neer
Voor Israël! Als God zijn volk uit lijden
En banden redt, zal Jakob zich ver[blijden,
En Israël al juichend geven d’eer
Aan zijnen HEER.

A.(Apeldoorn).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1948

De Wekker | 4 Pagina's

Op den uitkijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1948

De Wekker | 4 Pagina's