Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgische handeling bij de begrafenisdienst? (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgische handeling bij de begrafenisdienst? (IV)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben nog meer bezwaren tegen wat de liturgische beweging voorstelt.
Volgens die beweging moet het lichaam in den naam van den Drieeenigen God aan de aarde worden toebetrouwd „gelijk het kind bij den Doop het leven binnengedragen wordt door den zegen des Vaders, des Zoons, en des Heiligen Geestes”. Zie Handboek, en Homiletica, III, 5. Maar zoo schijnt de begrafenis een soort sacrament te worden „en krijgen wij er een doodensacrament bij”, schrijft Dr Dijk. Wij moeten dien weg niet op. Wij moeten ons keeren tegen elke poging, welke het karakter der liturgie sacramenteel zoekt te maken. De Schrift geeft ons geen enkel recht om in den naam van den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest het lijk aan de aarde toe te betrouwen.
Nog meer klemt het genoemde bezwaar wanneer men denkt aan het werpen van drie schoppen aarde op de kist in den naam van de heilige Drieënheid. En alweer zien wij een overeenkomst zoeken met den Doop. Voor den Doop gaf de Heere de bekende formule, maar moet men nu die drie schoppen aarde gaan vergelijken met een drievoudige besprenkeling bij den Doop? Wij moeten ons tegen deze voorstellingen met klem keeren. Laat men tegenover de majesteit van den dood ook op het graf preeken de majesteit van het leven.
Wij noemden boven de voorgestelde begrafenisformule. Volgens die formule geeft de kerk het haar toebetrouwde leven terug. De Heere, de God van leven en dood, snijdt ons leven af. Wij geven niets terug; Hij neemt het van ons. Zijn kind neemt Hij tot Zich en de ongeloovige wordt uitgeworpen. Het lijk van onze dooden dragen wij naar het kerkhof. Wij zien dan weer de majesteit van den dood. Op het kerkhof spreekt de kerk, door de genadekracht des levens te verkondigen. Het mysterie des doods is geweldig, maar grooter is het mysterie van het leven.
Het gaat bij de begrafenis niet om de formules en de uitwendige handelingen, door menschen vastgesteld, maar om de vraag wat de Schrift leert en ons dus voorschrijft. En de Schrift schrijft ons dergelijke z.g.n. liturgische handelingen niet voor.
Het zal nu wel duidelijk zijn waarom wij boven deze artikelen een thema gezet hebben met een vraagteeken.
Onze conclusie kan geen andere zijn dan dat de kerk bij de eigenlijke begrafenis geen liturgische handeling verricht. Wanneer er gewone Woorddienst is in een kerkgebouw bij een begrafenis, dan zijn er ook de gewone kerkelijke liturgische handelingen, maar dat is niet een liturgische handeling bij de eigenlijke begrafenis.

e. Positieve voorlichting is eisch.
Houdt de bovengenoemde conclusie nu ook in, dat wij bij de begrafenisdienst niet aan den dienst des Woords hebben te denken? Geenszins. De dienaar des Woords verricht zijn werk in het sterfhuis en op het graf. Aan gewone liturgische handelingen valt niet te denken, gelijk wij uiteengezet hebben, maar dienst des Woords is er toch wel, al geschiedt die niet in de samenkomst der gemeente. De dienaar brengt het Woord Gods; dat is toch niet tegen te spreken.
Betoogd is, dat soms ouderlingen de begrafenis leiden; ja, zoo is gezegd, ook niet ambtsdragers doen dit. Wij hebben het zelf meegemaakt, dat een kennis van de familie nog eens een „dienst” hield, nadat wij vertrokken waren. Wij hadden na de begrafenis weder in huis gesproken en gebeden. Dit was blijkbaar nog niet genoeg. Laat men echter niet vergeten, dat het spreken van een stichtelijk of een vermanend woord, geen dienst, geen bediening van het Woord is.
Moet de familie daarom den dienaar des Woords uitnoodigen? Heeft de kerk bij de begrafenissen het eerste woord?
Natuurlijk gaat de regeling van de begrafenis van de familie uit, zoover het de familiezaken betreft. Die familie vraagt ook den dienaar des Woords. Wanneer er in een gezin zieken zijn, wordt de herder ook gevraagd. Wanneer de familie den dienaar des Woords vraagt, geeft zij hem ook de leiding, in zoover het de dienst des Woords betreft. Die dienaar des Woords is dan geheel verantwoordelijk. In den dienaar treedt de kerk op; de kerk is dus ook verantwoordelijk voor wat in het sterfhuis en op het graf geschiedt in betrekking tot dien Woorddienst. Daarom zou overwogen kunnen worden de Kerk te vragen de begrafenis te leiden, dus aan den kerkeraad het verzoek te richten den dienaar te zenden. Wanneer de kerkeraad gevraagd wordt, ontvangt de gemeente tevens het verzoek den doode uit te leiden.
Zeker is juist, dat de kerkeraad ook tegenwoordig is bij de begrafenis. Het laat zich verstaan, dat niet alle leden van den kerkeraad de begrafenis kunnen bijwonen, maar toch dient hij tegenwoordig te zijn. In onze eerste gemeente waren altijd minstens twee ouderlingen met den predikant tegenwoordig. En zeer vele gemeenteleden kwamen naar het sterfhuis of waren anders op het graf tegenwoordig. Het is zeker roeping, dat de gemeente meeleeft, mee haar dooden uitdraagt. Niet allen in bijzondere gevallen, maar altijd.
Er is niets op tegen, dat de familie met de gemeenteleden samenkomt in het kerkgebouw of in een der nevengebouwen, wanneer in het huis van den overledene geen voldoende ruimte is. Dit behoeft niet te leiden tot het houden van een lijkpredikatie. Wij hebben het wel meegemaakt, dat drie kamers van het huis vol waren met bezoekers en wij tegen een deurpost geleund al die menschen het Woord Gods moesten brengen. Het is dan te verkiezen, dat men samenkomt in het kerkgebouw of in een der nevengebouwen. Wij weten echter, dat hieraan vaak vele bezwaren verbonden zijn. Wanneer de begrafenisdienst geleid wordt in het kerkgebouw of in een der nevengebouwen, heeft die dienst geen ander karakter dan wanneer die dienst geleid wordt in het sterfhuis. Van een gewone samenkomst der gemeente is alleen sprake, wanneer de gemeente daartoe is opgeroepen en de kerkeraad tegenwoordig is.

v.d. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1948

De Wekker | 4 Pagina's

Liturgische handeling bij de begrafenisdienst? (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1948

De Wekker | 4 Pagina's