Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Plaatsbekledende genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plaatsbekledende genade

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt.2 Cor. 5 : 21 a.

Wij staan aan den ingang van Christus’ lijden.
Dit woord Gods is een woord van wondervolle diepte. Het opent voor een schuldverslagen hart, de rijkdom van de plaatsbekleedende voldoening, door Christus verkregen.
„Dien, die geen zonde gekend heeft”. Dat is Jezus, Die de zonde niet kende. Zeker, als de Zone Gods, was Hij met den Vader en den Heiligen Geest, alwetend. Er was niets in de wereld, dat Hij niet wist.
En zoo had Zijne alwetendheid ook kennis van de zonde. In dien zin heeft Hij de zonde wel gekend, gelijk Hij alle dingen kende.
Maar Hij wist niet door persoonlijke ondervinding wat zonde was. Er werd geen zonde in Hem gevonden. Hij heeft nooit een zonde gedacht noch gedaan. En als zoodanig kende Hij de zonde niet, zooals een ontdekt zondaarshart haar kent.
Want wat is eigenlijk zonde? Zij is „onwettelijkheid”. Dat is tegen de wet des Heeren denken en handelen. Zij is „ongerechtigheid”. Dat is een terzijde stellen van de door God gegeven rechtsorde. Zij is „onreinheid”. Dat is zedelijke bezoedeling. Zij is „schuld”. Dat is de schuld der gehoorzaamheid aan God. Zij is „erfschuld en erfsmet”. Dat is de zonde, waarin wij ontvangen en geboren worden. Deze groote inhoud van het woord „zonde” leert een hart kennen, dat door Gods Geest wordt ontdekt. En het wordt daarom een hart, dat belijdt: „ik ben bekommerd van wege mijne zonde”. Van dit alles kende Jezus niets. Hij was „heilig, onnoozel, onbesmet en afgescheiden van de zondaren”.
En nu het groote genadewonder in de plaatsbekleeding van Christus. God heeft Hem: „zonde” gemaakt. Denken wij ons dat eens in! Jezus „zonde” gemaakt, Jezus gemaakt: „onwettelijkheid, ongerechtigheid, onreinheid, schuld, dragende de erfzonde.” Er staat niet, dat God Hem „tot” zonde gemaakt heeft. Maar: „zonde” gemaakt. Het woord Gods zegt ook niet: „God heeft Hem tot zondaar” gemaakt, of tot een zondigen mensch als de zondige menigte. Maar God heeft de zonde vereenzelvigd. De rechtvaardige God zag in Hem: „de zonde”.
Evenals God nu de zonde behandelt, heeft hij Hem behandeld, want God heeft Hem tot een vloek gemaakt. Christus heeft ons verlost van den vloek der wet. „Een vloek geworden zijnde voor ons”. Daarom werd Hij gerekend met de misdadigers. Als zulk een werd Hij door God gezien.
God heeft Hem zonde gemaakt door „toerekening”.
Dat is een eeuwig wonder van genade. Klaagt gij over uw „onwettelijkheid? Dat gij duizend en meermalen denkt en doet tegen de wet Gods?
Drukt u uw ongerechtigheid? Dat gij duizend en meermalen de normen der Goddelijke rechtsorde verbreekt?
Schaamt gij u voor God, vanwege uw onreinheid? Die altijd maar weer opwelt uit uw verdorven hart? Gaat gij gebukt onder uw zware schuld voor God? Omdat gij met uw innerlijk en uiterlijk zijn, de ongehoorzaamheid voor God vermenigvuldigt?
En gaat gij bezwaard over de zonde, waarin gij ontvangen en geboren zijt, uw overtreding in Adam?
Omdat God u voortgaande ontdekt aan de breuke des harten? Is het nu geen wonder van ontfermen, dat God heel die som van zonde aan den Borg heeft toegerekend?
En Hem daardoor met dat zware pak van overtreding heeft vereenzelvigd? Waarlijk dit is een wonder om klein onder te worden. Dit is zulk een groote genade dat ons benepen hart ze niet bevatten kan. Hier buigt het hart in ootmoed neer voor den Vader, Die zulk een toerekening naar Zijn recht heeft tot stand gebracht.
Voor den Zoon, Die Zich tot zulk een diepte wilde vernederen.
Voor den Heiligen Geest, Die de vrijmakende vrucht van deze toerekening in den zondaar wil verheerlijken.
Hoe zalig om in deze toerekening te mogen rusten, om hierdoor vrijgesproken te worden van schuld en straf, om onder dit wonder te buigen en den Drieëenigen God in Zijne vrije genade te verheerlijken.
Want Gods woord zegt: heeft Hij zonde „voor ons” gemaakt. Voor „ons”. Wie zijn dit?
Dat zijn allen, die de verschijning van Christus hebben liefgekregen. Dat zijn de gekrookte rieten en de eikenboomen der gerechtigheid. De toevluchtnemende, zoowel als de verzekerde geloovigen. Dat zijn allen, die den Heere vreezen, de schapen en de lammeren der kudde.
Al de verbroken harten. „Voor” die allen is Jezus zonde gemaakt. „Voor”, dat is in hun aller plaats.
Jezus is gekomen als hun aller Plaatsbekleeder.
Hij ging staan in de plaats waar zij allen om hun zonde stonden en moesten staan. Hij heeft als het ware gezegd: „ Ik zal zijn heel de samentrekking van hun zonde. Ik neem ze alle over, de gansche groote som.”
Omdat Hij „hun zonde” gemaakt is, daarom heeft Hij in hun plaats geleden de straf der zonde, dat is de drievoudige dood.
En tevens heeft Jezus dit alles gedragen en ondergaan „hun tot voordeel”.
Al het volk van God mag de vrucht inzamelen, die Jezus heeft verworven, dat is de vrijspraak van hun schuld, voor heel de som hunner zonde, en van de straf, dat is van de straf des doods.
O, mijn medezondaar, wat zal het zijn als gij in uw zonde sterven zult en God zult ontmoeten?
Bedenk toch, heel die som van zonde. Zie, hoe ge daarin leeft, opdat gij Jezus mocht noodig krijgen en bezitten als uw schulddragende borg.
Zijt gij een verbroken hart voor God?
O, zie dan uw Plaatsbekleedende Borg. Zeg maar vrijmoedig: „Dierbare Middelaar, bij U schuil ik”.

Hoogeveen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Plaatsbekledende genade

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1949

De Wekker | 4 Pagina's