Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale brieven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!

De vorige maal wezen we er op, hoe de inwendige geestelijke opstanding tot een nieuw leven de vrucht is van de Opstandinge Christi. Dit moeten we goed verstaan. Op zichzelf is het niet in te denken, hoe het mogelijk zou zijn, dat uit de lichamelijke opstanding van iemand, nu 20 eeuwen geleden, een kracht zou uitgaan, waardoor we inwendig vernieuwd worden.
Maar men bedenke dan, dat de opstanding van Christus niet maar een opstanding van een of ander mensch was, maar van Hem die naar zijn persoon de Zoon van God was; daardoor ontvangt ook die opstanding een goddelijke waarde en kracht. Daarbij deze opstanding is een Ambtelijke. Christus is ambtelijk opgestaan. Wat houdt dit in? Dat Christus’ opstanding behoorde tot Zijn ambtelijke bediening, en dat wel als Hoofd van Zijn gemeente. In Hem was zijn volk in. We zijn dan ook met Hem gezet in den hemel.
De ambtelijke opstanding houdt dus in, dat Zijn opstanding is in dienst van Zijn ambt, en dit ambt sluit in, dat Christus’ verhooging ook een taak was door Hem op Zich genomen, om de verworven weldaden nu ook uit te deelen; ja ambtelijk sluit in dat Hij verantwoordelijk is ook voor de vruchten, ook voor de levendmaking en heiliging van Zijn volk. Hij en Zijn volk zijn krachtens het Verbond één.
Wie nu maar goed verstaat, dat bij Christus de opstanding rust in en voortvloeit uit de goddelijke volheid des goddelijken levens in Zijn persoon, als de Zoon van God, die zal kunnen inzien, hoe deze opstanding nu niet maar een louter lichamelijke beteekenis heeft, maar de kroon is op alle levenswerking die van Hem uitgaat. Christus stierf den dood, en stierf dien goed uit ook, als resultaat van het zondefeit; maar dan is daarmede tevens gezegd, dat Zijn opstanding de zonde als zedelijke verwoesting meteen overwint; dat dus die zedelijk-geestelijke besmetting die ons aankleeft er mede door weggenomen wordt.
Het is om zoo te zeggen God niet slechts er om te doen, dat we eenmaal weer lichamelijk herleven; zelfs niet enkel en alleen er om te doen, dat onze zonde door Christus’ lijden en sterven wordt verzoend; maar bijzonder, dat Zijn beeld weer in ons hersteld worde; dat we in een nieuw godzalig leven zullen uitkomen en wandelen.
Onze inwendige heiliging staat boven onze lichamelijke herrijzenis. Er zou feitelijk voor deze lichamelijke opstanding van ons geen zin zijn, als we niet tevens en eerst inwendig vernieuwd waren.
Van uit de inwendige vernieuwing komt de uitwendige lichamelijke voort. Christus in Zijn ambtelijke opstanding, als ons Hoofd, heeft nu verworven de bevoegdheid, om die levensvernieuwing aan de Zijnen mede te deelen. We belijden dan ook, dat we door Zijne kracht worden opgewekt tot een nieuw leven. Zijn opstanding is een triumf van den Heiligen Geest geweest over het feit der zonde; daar ligt dus achter de volle triumf over al wat „dood” heet. Daarom gaat nu een kracht, die des Heiligen Geestes van Hem uit, waardoor wij opgewekt worden tot een nieuw leven. En deze kracht wordt in ons als takken van dezen Levensstam uitgewerkt door het geloof. Het geloof is ook hier wederom het kanaal waardoor de weldaden Christi ons toevloeien.
Het geloof als zulk een band met Christus, dat we uit Hem leven. Daarom gelooven we niet maar aan, doch ook in de opstanding van Christus. In dezen opgestanen Zaligmaker ligt het vermogen en de onweerhoudbare kracht, om ons inwendig te heiligen.
Zullen we nu godzalig Paschen vieren, dan dienen we te betrachten, wat de Apostel ons vermaant in Coll. 3 : 1 ; indien ge dan met Christus opgewekt zijt, zoo zoekt de dingen die boven zijn waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Weest nu mét uw hart daar waar uw schat is. Zoekt, en bedenkt, voegt de apostel er nog aan toe; daar moet ge nu uw gansche aandacht en al uw vernuft op richten. Dat zijn de opstandingsdingen, niet maar vergeestelijkte dingen, maar (wat veel waardevoller is) bovenaardsche dingen.
Dus ook dingen, realiteiten, geen schimmige voorstellingen van vergeestelijkte, verdampte dingen; maar echte dingen, zaken, stukken, inhoud-bezittende realiteit, maar als niet platvloersch gelijk met dit benedenaardsche zijn. Ze gaan er boven uit. Wat boven het aardsche vlak ligt, wat van Boven is, bovennatuurlijk, dat is eerst rechte werkelijkheid. Dat zijn nog maar eerst dingen; deze liggen op hooger (wel te onderscheiden van vergeestelijkt) vlak, niveau. Dan stijgen onze harten en zinnen uit boven lucht en sterren, boven de stratosfeer, naar dat zaligheids- en heerlijkheidsoord, waar de troon van God is, in welken troon aan Gods rechterhand wij een verheerlijkten Christus zien gezeten. Want de opstanding was de geopende poort tot deze Zijne heerlijkheid. Dan worden we menschen met een bovenaardsche sfeer; en daar is dan naar het nieuwe opstandingsleven ons eigenlijke Tehuis.
De apostel wil ons tot dit nieuwe Bovenleven als ’t ware bezielen door de toevoeging „waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods”.
Laten we een volgende maal ook daar nog een oogenblik mediteerend bij stil staan.
Met hartelijke broedergroeten,
Uw vr. en br.,

Doorn, 3 Mei 1949.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1949

De Wekker | 4 Pagina's