Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geologie en openbaring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geologie en openbaring

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een br. schrijft over de verhouding van de geologie en de openbaring.

Zonder nu al te diep op deze zaken in te gaan, wil ik een enkele opmerking maken. De geologie is de wetenschap, die de aarde zoekt te kennen in haar wondere samenstelling. Denk b.v. aan de verschillende aardlagen met hun grillige vormen, rijke inhoud en vooral ook hun ontstaan. Uiteraard poogt deze wetenschap ook een antwoord te geven op de wording van onze aarde. Hoe is dit alles ontstaan? Begrijpelijk dat hier als vanzelf de vraag naar voren komt: stemmen nu de resultaten van de geologie overeen met wat de openbaring ons zegt over de schepping der wereld door Gods hand, voor ongeveer 6000 jaar.

Nu is meermalen de indruk gegeven dat geologie en openbaring vijandig tegenover elkaar staan en moeten staan.

Dit nu is absoluut onjuist.

Immers het gaat hier om twee verschillende terreinen. De geologie is wetenschap, die zoekend, tastend ert .concluderend tot resultaten zoekt te komen. Zij is het werk van de mens die de schepping zoekt te kennen en al weet hij heel wat, toch beperkt is in zijn kennen.

Bij de openbaring komen we aan de grondslagen der religie. Openbaring kan alleen geloofd worden. Zij brengt ons in de sfeer van Gods werk.

Wanneer nu de geologie op grond van haar resultaten wil vaststellen dat wat God openbaart, over de oorsprong aller dingen, niet waar kan zijn, heeft zij het terrein van het weten verlaten en is overgegaan tot het poneren van een contra-geloof. Hiervoor heeft zij dan geen grond in wat God gezegd heeft (openbaring) maar in wat zij zelf zegt.

In beide gevallen is het echter geloof.

Nu is deze omschakeling van het geloof in de openbaring van God tot de mening van een mens niet een aanbevelenswaardige.

Het past, om zo te zeggen, beter bij de positie van de mens om te geloven wat God zegt, over de eerste aanvang van alle dingen, dan te aanvaarden wat zijn medemens zegt, die nu toevallig een beetje meer weet dan hijzelf.

Daar komt bij dat de mening van de wetenschap herhaaldelijk gewijzigd is en er volle waarheid ligt in het woord van De Genestet: Wat er de wijzen als wijsheid verkonden, straks komt een wijzer die ’t wegredeneert.

De geologie moet nog geschreven worden. En het is hoogmoedig — en hoogmoed is altijd onverstandig — om vanuit een bepaalde opvatting over geologische vragen de openbaring te critiseren en te corrigeren.

Immers de openbaring poneert al eeuwen en zij blijft zichzelf gelijk. Geologie zoekt nog altijd en verandert haar opvatting telkens.

Nu heeft de geologie, haar beperktheid ontkennend, wel haastig conclusies getrokken ten aanzien van de Openbaring in Genesis 1 en 2.

Aardlagen en bekende ontwikkeling daarvan, zouden dan aanwijzen dat alles niet op één moment zou zijn geschapen en dat dit zeker niet kan hebben plaats gehad in de tijd, die de openbaring aangeeft.

Voor deze „resultaten” der wetenschap hebben velen willen buigen. Zij hebben gepoogd in het scheppingsverhaal zelf ruimte te vinden voor een veel langere tijdsduur van de wording van al het geschapene. Met de letter van het openbaringsbericht in de hand is dit echter niet gemakkelijk.

Anderen hebben gezegd: wat de openbaring ons geeft is alleen een aanwijzing hoe wij de schepping hebben te zien. Zij wil geen zijns-oordeel uitspreken maar alleen een waarderingsoordeel gegrond dan mede op onze ervaring van afhankelijkheid. Zo b.v. iemand als Dr Banning.

Bij dit alles zit vóór de gedachte dat wat de wetenschap biedt eigenlijk normerend moet zijn voor het verstaan van de openbaring. Het Woord Gods moet dus aangepast worden aan het woord van de mens.

En de openbaring moge dan al een subjectief waarderingsoordeel kweken over al het geschapene, als het gaat om de waarheid, die in zijnsoordelen uitgedrukt wordt dan laat zij ons in de steek.

Ons bezwaar is hier dat al te veel waarde toegekend wordt aan het oordeel van de wetenschap. Zeker, de geologie heeft veel ontdekt over samenstelling en wording van de aarde maar weet zij zeker dat voor deze wording altijd dezelfde maatstaf gegolden heeft? Kunnen door de catastrofe van de zondvloed geen verschuivingen enz. zijn opgetreden, waarvan wij nu geen notie hebben? En kan in de periode vóór de zondvloed, waarin alles nog veel meer het stempel droeg van de orde zoals die in het paradijs en de eerste wereld gegolden heeft, deze ontwikkeling zich niet veel sneller voltrokken hebben?

Het moet, op zijn zachtst uitgedrukt, wel erg voorbarig worden genoemd op grond van hedendaagse resultaten te zeggen: wat de openbaring zegt kan niet juist zijn.

Daarbij: de openbaring is af. Zij poneert: zó deed God. De wetenschap zoekt nog en wikt en weegt. De bescheidenheid tegenover God en Zijn openbaring gebiedt meer om te zeggen: wij weten nog niet alles dan om te concluderen — met een zeker welgevallen — de openbaring is onjuist of het gaat bij haar alleen maar om een „kijk” op de dingen.

Eerlijke wetenschap — wil zij wetenschap blijven — heeft het verklarende Woord van God juist nodig. Juist over die aanvangen, die buiten de grens van het weten liggen, verspreidt het Woord Gods licht.

Het geloof in de openbaring is geen vijand van het weten, integendeel het is voorwaarde en uitgangspunt van het weten. 1 Joh. 5 : 20.

Het eert de mens te beginnen bij wat zijn Schepper zegt.

En het eert hem nog meer, nu als gevallen schepsel, te bidden: Gééf mij verstand met goddelijk licht bestraald.

Hier krijgt de gelovige aanvaarding van Hebr. 11 : 3 dat wij door het geloof verstaan dat God de wereld door het Woord Gods heeft toebereid, diepe zin.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Geologie en openbaring

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1949

De Wekker | 4 Pagina's