Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pinksterfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pinksterfeest

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen, - enz. Hand. 2 : 1-4.

Pinksterfeest! Dat is het feest van de uitstorting des Heiligen Geestes. Het feest van de komst van den derden Persoon der Goddelijke Drieëenheid.
Zeker, onder het O.T. waren er wel werkingen des Heiligen Geestes op aarde. Maar op het Pinksterfeest neemt de Heilige Geest Zijn vaste woonplaats in de Kerk. Dan wordt vervuld: „Deze zal bij u blijven in der eeuwigheid."
Dit heerlijk feit geschiedde als het Joodsche Pinksterfeest door Israël werd gevierd. „Als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd", dat was de dag van het Israëlitische Pinksterfeest. Het volk des verbonds vierde dus „feest". Dit was steeds een opwekkend en blijmoedig feest. Tot deze blijde opgewektheid werkte alles mee. Zoo viel dit feest in de schoonste tijd des jaars als heel de schepping het feestkleed had aangetrokken. Daarbij waren groote scharen van feestgangers in Jeruzalem aanwezig. Want zeer velen waren reeds met het Paaschfeest opgegaan naar de heilige stad. Zij waren daar al die zeven weken gebleven om ook het Pinksterfeest te houden. Terwijl de beteekenis van dit feest de vreugde nog verhoogde, omdat het een oogstfeest was. Nu werden de eerste twee brooden van het geoogste koren gebakken en den Heere als een beweeg- en dankoffer gebracht. Zoo riep alles tezamen het hart tot feestvreugde.
Op dit Pinksterfeest waren allen, die de verschijning van Christus hadden lief gekregen, te Jeruzalem bijeen, denkelijk in een nevenzaal van den tempel. Hun bijeenkomst kenmerkte zich wel door een bijzondere geest. Want niet alleen waren zij „eendrachtelijk", dat is, één van hart, tezamen, maar ook „biddende". Hun vergaderplaats was ook een bidvertrek, een huis Gods. En daarbij waren zij „verwachtende"; zij waren wachtende op de vervulling van de belofte des Heeren. Dit Pinksterfeest was nu de tijd, dat de Heilige Geest zou worden uitgestort. Het was nu des Heeren tijd. En op des Heeren tijd wordt de belofte vervuld en de kracht en werking des Geestes openbaar. Als het de tijd des Heeren is, dan kan niets de komst en de werking des Heiligen Geestes keeren. Er is geen enkele macht in de wereld, die een geestelijke doode zondaar kan doen leven; geen enkele macht, die een troosteloos hart kan vertroosten: geen macht, die een volk in de waarheid kan leiden en dat heiligen kan in heiligmaking en godzaligheid. Maar als het de tijd des Heeren is, dan doorwaait de wind dès Geestes den hof. Welke macht kan de arbeid der Zending, der Evangelisatie, der Christelijke filantropie vruchten doen dragen?
Maar als het de tijd des Heeren is, dan wordt de wildernis tot een hof en bloeit de dorre woestijn. Geen wetenschap of kunst kan de levensvraag in het hart van den zondaar doen geboren worden, het ingezonken geloofsleven doen ontwaken en het geloof doen doorbreken in de blijde jubel van des Heeren lof. Maar als het de tijd des Heeren is, dan wordt de zwijgende mond een Godverheerlijkende. Daarom is het nu een verblijdend feest, omdat de Heilige Geest op aarde, in de Kerk, is gekomen. Hij „is", in het midden des Volks. Hij woont", onder het volk des verbonds. En op des Heeren tijd draagt de arbeid in Gods Koninkrijk vruchten; worden zondaren in Sion geboren, bekommerde harten in de ruimte geleid en de tent der rechtvaardigen vervuld met gejuich. Gewis, het is veelszins donker onder het volk. De verwarring en de verwijdering onder het Christendom zijn groot. Daar is zooveel dat de Heilige Geest moet bedroeven.
Maar toch! Hij wijkt niet van den hof des Heeren. Hij heeft op aarde Zijn woon- en werkplaats ingenomen. En telkens, als de tijd vervuld wordt, is het opnieuw Pinksterfeest. Dan ervaart Gods volk, dat de Heere voor zijn volk rijk is in goedertierenheid en barmhartigheden. Zoo er maar meer mocht gevonden worden de „eenhartigheid", het „gebedsleven", de „verwachting" zooals dit alles was onder de kleine schare in Jeruzalem. Dan voorzeker zou de tijd voor een krachtige werking van Gods Geest niet verre meer zijn. Dan zou het eens waarlijk „feest" zijn. Wanneer die kleine schare in die nevenzaal vergaderd is, dan gebeurt er iets wonderbaars, iets bijzonders. Want plotseling, zonder dat iemand dit verwachtte en terwijl de lucht helder was, kwam er een geluid als van een geweldig gedreven wind. Dit geluid plantte zich voort over de stad en richtte zich naar de vergaderplaats der christenen. En heel die plaats werd vervuld met deze geweldige wind. En tegelijk werd er een ander wonder gezien.
Daar kwamen verdeelde tongen als van vuur aanzweven. Deze namen ook hun weg naar de vergaderplaats. Zij zetten zich op een iegelijk van hen. Vanwaar zij kwamen kon niemand verklaren. Geen natuurkundige kon hun ontstaan ophelderen. Gods wondermacht riep ze te voorschijn. Onder en in deze beide teekenen deed de Heilige Geest Zijn intrede. Onder een „hoorbaar", en een „zichtbaar" teeken. Het eerste richtte zich tot het gehoor. Het tweede tot het oog. Deze beide teekenen beeldden als het ware af, de weg, die de Heilige Geest zal volgen in Zijn werk. Hij zal door middel van het Woord Gods, door het „hoorbaar" getuigenis des Heeren, Zijn werk aanvangen. En daardoor zal Hij de blinde zielsoogen openen, dat zij zien, en het geloofsoog doen richten op Christus, en Gods goedertierenheid en recht, Zijn grootheid en heerlijkheid voor het oog van Gods volk doen leven.
Dit werk des Geestes kan door de satan, of door zijn dienaren, niet worden gekeerd. Het is een onwederstandelijke werking als van den wind. Het is een zuiverende en inspireerende werking als van het vuur. Ervaren wij, ondervindt Gods Kerk, veelmalen de sterke en verderfelijke werking van den feest uit den afgrond; worden Gods kinderen vele malen aangevallen met de verzoekende en aanvechtende geest van de vorst der duisternis; welke een genade, dat de Heilige Geest krachtiger en sterker is dan al de geesten van den booze en dat de zalige werking van Gods Geest overwint als de wind en het vuur. Zie, daarom is Zijn komst een oorzaak van Godverheerlijkende en verwonderende feestvreugde. Al dadelijk bleek het dat de Heilige Geest Zijn intrede had gedaan. Want zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest. Dat was een groote genadeweldaad. Hun hart en ziel werden vol van den Geest Gods. O, gewis, de Heilige Geest had reeds eerder in hun hart intrek genomen. Want zij waren toch bekeerde menschen, die door den Geest Gods waren levend gemaakt. Maar nu werden zij geheel vol des Heiligen Geestes. Het vonkje geestelijk leven werd nu tot een verwarmende gloed. En die gloed werd tot een heldere vlam. De kleinen in de genade werden nu tot eikenboomen der gerechtigheid. Het zwak geloof werd tot een sterk geloof. Zij ontvingen nu voor zich zelf een ruim en helder inzicht in de volheid en algenoegzaamheid van Christus. Zij hadden daarin tot nu toe weinig licht. Maar nu werd die volheid van Christus hen dierbaar. Tevens werden zij begiftigd met veel vrijmoedigheid. Daar zijn schuchtere en schroomachtige zielen, die zich vaak de genade niet durven toe te eigenen. Maar als het hart vol wordt van de genade des Geestes, dan wordt de mond sprekende gemaakt. De liefde werd nu brandende in hunne harten. Van alle onzuiverheid werd nu de liefde gereinigd. En alles jubelde in hun hart om de groote werken des Heeren te bezingen. Zie, nu was het feest. Dan wordt het feest. Kennen Gods kinderen niet zulke tijden, dat de beker van hun hart boordevol is? Als gevolg van deze geestesvervulling begonnen zij te spreken met andere talen, zooals de Geest hen gaf uit te spreken De feestgangers hoorden hen allen spreken in de talen waarin zij geboren waren. In deze talen verkondigden zij de groote werken Gods. Zoo gaat de Heilige Geest door tot aan de jongste dag als de laatste van Gods gekenden is ingevoegd in het getal, dat zalig wordt. Hij werkt door het werk der Zending, door alle hulpmiddelen tot verbreiding van Gods Woord onder al de volkeren.
Zie, daarom mag de levende Kerke Gods zich verheugen op het Pinksterfeest.
Wij hebben op dit feest te Jeruzalem twee soorten menschen ontmoet.
a Vooreerst, de Oud Testamentische feestgangers. Zij waren kinderen des verbonds, kerkmenschen, godsdienstige menschen. En tweedens, de kleine schare, die vervuld werd met den Heiligen Geest. Tot welke van die twee behooren wij? Dat is de onderzoekende vraag, die dit feest aan ons hart legt. De eersten waren zonder Christus, de tweede door het geloof met Hem vereenigd. Bedenken wij wel, dat een uiterlijke verbondsbeleving niet genoegzaam is. Wij zullen door den Geest Gods wederom geboren moeten worden en Christus door het geloof ingeplant.
En nu is de Heilige Geest nog te verkrijgen. Dat is ook tot vreugde, dat Hij: „woont", in de Kerk Zijn intrek wil nemen in zondaarsharten. Een iegelijk, die den Heere bidt om Zijnen Geest, dien zal de Heere Hem geven. Laat Gods volk met den Heiligen Geest vervuld mogen worden. Neen, dat kan het volk zelf niet bewerken.
Maar het is wel geroepen den Geest niet te bedroeven. Hem niet te wederstaan en Zijn werking niet uit te blusschen. Dan zal het voor de ziel een zalig Pinksterfeest worden en een volheid des Heiligen Geestes.
Hoogeveen.
K. Zuidersma.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Pinksterfeest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1950

De Wekker | 4 Pagina's