Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Reformatie en de I.C.C.C.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Reformatie en de I.C.C.C.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij schreven deze week 31 October in den kalender.
En de kerken der Reformatie hebben met dankbaarheid dien dag gespeld.
Wij zijn er immers allen van doordrongen dat „Kerken der Reformatie" naar historisch confessioneel belijden alleen dezen naam dan waardig dragen, als zij naar het woord van Luther luisteren en handelen: das Wort sollen sie stehen lassen".
Heel de reformatie, hetzij dat gij denken wilt aan de Duitsche, door Luther geleid, of aan de Zwitsersche, door Calvijn geïnspireerd, had als gemeen kenmerk, dat zij beide bogen voor de volstrekte onfeilbaarheid van Gods heilig Woord. Of ge aan Luther of aan Calvijn wilt denken, maar hierin waren deze grooten in Israël gelijk, dat zij en hun kerkformaties zich stelden onder de tucht van het Woord des Heeren.
In zijn „Tractaat van de Reformatie der Kerken" wijst Dr. Kuyper in zijn voorrede er terecht op, dat de volgelingen van Calvijn veel meer Luther en de Luthersche kerken de broederhand gereikt hebben, dan dat dit van de andere zijde viel op te merken.
Kuyper schrijft: hoe streng de Gereformeerde dan ook op de zuiverheid van het kenmerkende in hun leer en op het eigenaardige van hun kerkinrichting stonden nooit hebben ze daarom de banden vergeten, die hen aan Luther en zijn volgelingen verbonden.
Ook al heeft en houdt Calvijn hun dankbaarste hulde, toch blijven ze Maarten Luther eeren als den man, van God besteld, om den ban te breken, waaronder zijn kerk gebonden lag. Te vieren als den godgeleerde, die in de eerste frischheid zijner jeugd even beslist Calvinist was als ooit Calvijn zelf. En hem dankbaar te gedenken, als den stichter van tal van Protestantsche zusterkerken, die, zij het ook minder zuiver gereformeerd, dan toch als echte kerken Christi, het Woord Gods uitdroegen, en met ongeveinsde broederzin als „leden van het mystieke Lichaam des Heeren" door een ieder in onzen kring worden erkend. Kuyper heeft het wel duidelijk aangevoeld en telkens in heldere klaarheid betoogd, dat Calvijn en zijn reformatie niet is een isolement, maar veeleer was een heldere rivier in het land van de heiligheden des Heeren, waar ook de stroom der Luthersche kerken haar bedding en haar diepgang vond.
Dit zelfde nu heeft de I.C.C.C. als wereldorganisatie in het stroomgebied der kerken van Christus aan dezen tijd te zeggen.
In de Reformatie en in beide groepeeringen van deze Reformatie ging het in de groote vraagstukken dier dagen niet allereerst over een specifiek Gereformeerd dogma, als b.v. dat der uitverkiezing. Ieder onzer kan weten, dat b.v. de Luthersche belijdenisschriften meer een semi-pelagiaansche inslag laten zien bij het stuk der uitverkiezing, dan dat zij een klaar en helder geluid naar gereformeerd belijden laten hooren.
De echte Lutheraan verwerpt de leer der uitverkiezing naar Gereformeerde inhoud en zelfs is er een Luthersch belijdenisschrift, die deze leer der Gereformeerden noemt „falsche und irrige Lehre der Calvinisten", (de valsche dwaalleer der Calvinisten)
Wij weten, dat de Luthersche kerken zoo gansch anders denken over de sacramenten dan wij, en dat de leer van de volharding der heiligen allesbehalve de maatstaf der Gereformeerde leer kan halen.
Maar die verschilpunten waren geen oorzaak, dat deze beide reformatorische groepen niet gezamenlijk tegen een en den zelfden vijand zouden optrekken.
Wanneer het ging in hun strijd tegen Rome stonden zij schouder aan schouder en wilden Calvijn steeds met de Lutherschen kerken zijn stem laten doorklinken, zijn eenheid uitspreken, zijn getuigenis laten hooren in het gemeenschappelijk koor tegen den afval in zijn dagen.
En nu in deze twintigste eeuw is de vijand buiten het kerkelijk kamp der Reformatie verdubbeld.
Het gaat thans in den grooten afval der kerken dezes tijds niet alleen om ons klaar en moedig getuigen tegen Rome en zijn hiërarchie, maar even sterk zoo niet sterker tegen het sluwe modernisme, dat spreekt, gelijk in den „Wereldraad van Kerken" over Jezus als God en Zaligmaker en laat tegelijk door tal van kerken bij dezen Raad aangesloten Jezus als God en Zaligmaker verloochenen.
Hoe dat komt?
Omdat het standpunt der Reformatie is verlaten. De klaroen van de Reform.atie was: Terug naar het Woord van God en zoo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben.
Het is deze klare heldere klank, die in den Internationalen Raad van Bijbelgetrouwe kerken steeds door klinkt. Deze Raad vraagt niet allereerst of de kerken zijn Gereformeerd, of Luthersch of Methodist of Baptist, maar vraagt en eischt van al deze kerken het parool der Reformatie: Onvoorwaardelijk bukken voor het Woord van God, en de zaligheid, door het bloed van Christus, zonder de werken der wet.
Daarom draagt deze Raad het stempel van „Bijbelgetrouwe kerken" en zet deze Raad historisch voort, wat het karakter van de Reformatie uit de zestiende eeuw is geweest.
Het is onbegrijpelijk, dat er nog zijn, die maar niet tot helderheid kunnen komen over het standpunt onzer Christelijke Gereformeerde Kerken in deze internationale situatie.
Ik zwijg van den wereldraad van kerken. Wie hier nog aan een oogziekte lijdt, hem of haar kan ik alleen aanraden de oogenzalf, waarvan de Heere spreekt tot een van zijn gemeente in Klein-Azië.
Anders is het, wanneer men vraagt, hoe het dan komt, dat men N.b. zich aansluit bij een internationalen Raad, waarin plaats is voor kerken ook van niet Gereformeerd belijden en dat dezelfde Generale Synode tegenover de Gereformeerde Oecimienische Synode een gereserveerde houding aanneemt?
Laat mij hierop dit kort en zakelijk antwoorden:
Wij zouden als kerken direct zijn aangesloten bij de Gereformeerde oecumenische Synode, wanneer deze Synode een even klaar en helder getuigenis had laten hooren, als de Internationale Raad van Bijbelgetrouwe kerken.
Maar hoe jammer het ook is, dat ik het hier zeggen moet en hoe zeer mijn ziel hieronder schreit, de Gereformeerde Oecumenische Synode heeft een te slappe houding aangenomen tegenover den wereldraad van kerken en heeft zelfs op haar synode kerken toegelaten, die aangesloten waren bij den „Wereldraad van Kerken".
Gelukkig is er nog voldoende hoop, dat de Gereformeerde Oecumenische Synode zich niet zal laten afvoeren, ook al is zij in de zuiging van het modernisme gekomen.
Wij hebben nog te veel vertrouwen in deze Gereformeerde Oecumenische Synode, dan dat zij straks in 1953 niet een helder geluid in deze kerkelijke wereldsituatie zal spreken.
Maar zoolang deze heldere stem van de Gereformeerde Oecumenische Synode niet is gehoord, voelen wij als kerken ons beter thuis in I.C.C.C. dan in de G.O.S.
I.C.C.C. International Council of Christian Churches — Internationale Raad van Christelijke kerken.
G.O.S. — Gereformeerde Oecumenische Synode
Onder 's Heeren zegen kan dit worden een groot Gereformeerd bloc in den Internationalen Raad van Bijbelgetrouwe kerken.
Dat zou vertoonen de verwerkelijking van een ideaal, dat een Calvijn reeds voor den geest zweefde.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1950

De Wekker | 4 Pagina's

De Reformatie en de I.C.C.C.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1950

De Wekker | 4 Pagina's