Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat moeten kinderen tegenover behoeftige ouders doen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat moeten kinderen tegenover behoeftige ouders doen?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Br. S. te D. vraagt naar deze aangelegenheid. Bijna zou ik geneigd zijn te zeggen: Hoe kan men dit vragen? Ik zou echter aan deze broeder en zijn sympathieke brief onrecht doen wanneer ik dit als antwoord gaf. In het algemeen moest het echter wel zo vaststaan dat over dit punt niet gediscussieerd behoefde te worden. Immers de aanwijzingen, die de Heere in Zijn Woord geeft, zijn op dit punt duidelijk genoeg.
Men denke allereerst maar aan de wet des Heeren. Het eert uw vader en uw moeder is niet met woorden alleen te voldoen. Dit vraagt meer dan een gehoorzame houding, een vriendelijk woord en een lief gezicht. Dit houdt ook in het zorgen voor de ouders zo dit nodig is. Dat dit niet uitgesloten moet worden geacht bij het vijfde gebod maar behoort tot de wezenlijke zin er van blijkt wel zonneklaar uit de woorden van de Heere Jezus zelf, waarin Hij \ een duidelijke verklaring van dit gebod heeft gegeven juist in betrekking tot de verplichting van de kinderen ten aanzien van hun ouders, die stoffelijk hulp behoeven.
In Matth. 15 : 4 v.v. en in Mark. 7 : 10 v.v. vinden we het Woord van Jezus, waarin dit onderwerp ter sprake komt. Christus berispt daar de wetsverkrachting, zoals die tot gewoonte geworden was onder invloed van de Rabbinistische uitlegging van de wet Gods.
Deze wetgeleerdheid had een typische weg uitgevonden om de kinderen in de gelegenheid te stellen aan de verplichting tot onderhoud van hun ouders te ontkomen.
Heel vroom had zij gezegd: wanneer zo'n kind tegenover zijn behoeftige ouders zegt: het is tot offergave bestemd wat ik u eigenlijk tot uw onderhoud zou moeten geven, dan kunnen de ouders geen aanspraak daarop doen gelden. Naar het Ev. v. Markus blijkt dat men voor dit tot offergave bestemmen zelfs een bepaalde term had: n.l. het is „korban".
In de praktijk nu paste men dit heel geraffineerd toe. Men mocht n.l. deze formule gebruiken ook wanneer het bedoelde niet eens op het altaar of in de tempel gebracht werd. Alleen al het als zodanig aanwijzen van enig goed en het bestempelen met de naam „korban" deed elke aanspraak van de ouders geheel vervallen.
En dat heette dan „uitleg" van de wet des Heeren.
Geen wonder dat Christus zegt dat dit een ontkrachten van Gods gebod is door eigen inzetting hoe vroom die dan ook klinken mag. Dit is een met de mond God eren maar in zijn hart van Hem afscheid nemen. Hier is slechts vrome menselijke onzin.
Trekken we nu deze lijn door tot vandaag dan ligt hier een waarschuwing om niet datgene waar behoeftige ouders recht op hebben hen te onthouden en aan te wenden of te bestemmen naar eigen willekeur. Wie dat doet randt een goddelijke eis aan.
Ook nog op een andere plaats in het N.T. valt het volle licht op de onderhavige vraag. Dat is in het trekken van de lijnen voor het leven der kerk in haar N.T. openbaring, zoals de H. Geest dat doet door Paulus' brief aan Timotheus. In 1 Tim. 5 : 3,4, komt de vraag aan de orde naar de roeping van de gemeente ten opzichte van de „weduwen".
De Apostel maakt dan. onderscheid tussen weduwen, die „waarlijk weduwen zijn" en andere die het niet in de volle zin van het woord zijn.
Met waarlijk weduwen bedoelt hij dan zulke vrouwen, die zonder man niet alleen maar ook zonder kinderen of kleinkinderen achtergebleven zijn. Zij hebben dus geen enkele steun overgehouden en zijn geheel vereenzaamd. Ten opzichte van zulke vrouwen heeft de gemeente een volle taak. Daarom beveelt Paulus ook hen te „eren". Hier valt de taak, die anders op de kinderen rustte, geheel op de gemeente.
En dan maakt de.Apostel in vers 4 een opmerking over de taak van de kinderen en kleinkinderen tegenover zulke weduwen, die dus niet kinderloos achterbleven. Hij schrijft: Maar zo enige weduwe kinderen heeft, of kindskinderen, dat die (dat zijn dus de kinderen) eerst aan hun eigen huis godzaligheid oefenen, en den voorouders wedervergelding doen, want dat is goed en aangenaam voor God.
Hier wordt dus nadrukkelijk herinnerd aan de allereerste plicht van de kinderen tegenover ouders in behoeftige omstandigheden.
Daarvoor voert de apostel dan drie redenen aan.
Allereerst is dat goed en aangenaam voor God. D.w.z. het is geen extra verdienste dit te doen, maar zo eist het Gods gebod. Daarom is het goed en aangenaam voor God.
In de tweede plaats is er een element van wedervergelding in. De ouders hebben alles voor de kinderen gedaan. Er mag dus verwacht dat de kinderen dit verstaan en nu op hun beurt hun plicht tegenover de ouders kennen.
En het derde motief dat de Apostel aanvoert is dat „godzaligheid" aan eigen huis betoond moet worden. Godzaligheid bedoelt hier de vreze Gods in praktijk brengen en in daden tonen wat de vreze Gods is.
Ik heb tot nu toe opzettelijk het woord „onderhoudsplicht" vermeden omdat ik dat geen bijbels woord vind. Dat herinnert erg aan de juridische sfeer, waarin het gehanteerd wordt.
Toch kan er van onderhoudsplicht gesproken worden. Men zal dit dan echter bij het licht van de Schrift niet als een harde koude plicht moeten zien maar als een voorrecht.
Het zal dan niet nodig zijn dat kinderen door de rechter gedwongen worden hun ouders bij te staan.
En het zal ook niet zo volbracht worden dat men daarbij de allerzuinigste weg kiest.
In Tim. 5 :4 gebruikt de Apostel zeker geen woord dat op een karige hulp wijst. Hij spreekt in het meervoud van vergeldingen. Hier is de schrielheid gebannen.
Zo ziet de Schrift de plicht der kinderen als een goddelijke roeping, die niet afgedwongen moet, maar die met blijmoedig en volwaardig gemoed dient volbracht.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Wat moeten kinderen tegenover behoeftige ouders doen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1951

De Wekker | 4 Pagina's