Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het boek Leviticus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het boek Leviticus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is verschenen een nieuwe commentaar op het boek Leviticus bij de uitgever J. H. Kok te Kampen. Deze commentaar is geschreven door prof. dr. W. H. Gispen. De prijs is ƒ 15.75. Het boek telt 400 blz., welke met kleine letter zijn bedrukt. Dat wil zeggen: het boek is goedkoop. Het werk is met grote kennis van zaken geschreven, zodat deze commentaar een prachtbron is voor de exegese van Leviticus.
Het boek is een sieraad voor de bibliotheek. Het is een wetenschappelijke commentaar, zodat het werk niet door een ieder is te gebruiken. Voor de theologen een grote aanwinst.
Ds. Gispen geeft een inleiding van ongeveer 30 blz. Allereerst wijst hij op den naam Leviticus; de priesters zijn levietische priesters. Terecht wordt gewezen op Hebr. 7. De naam kunnen we dus goed verstaan en verklaren.
Dan wijst dr. Gispen op de inhoud van het boek. De verdeling, door dr. Gispen geboden, is te aanvaarden. Wij verheugen ons er over. Hij ziet dit boek niet los van de historie. De geschiedenis van Israël bij Sinai wordt voortgezet. Het historisch karakter mag niet uit het oog worden verloren, blz. 7. Het volk wordt bij de berg Sinai nader toegerust voor zijn taak, een koninkrijk van priesters te zijn en een heilig volk. Ex. 19 : 6, blz. 7. Wij kunnen Leviticus noemen het boek van de heiligheid des HEEREN, blz. 8.
Is Mozes de auteur van Leviticus? Dr. Gispen schrijft: „Het is mogelijk dat een latere schrijver het Mozaïsche materiaal, waaruit Leviticus bestaat, heeft gerangschikt. Het is evengoed mogelijk dat het grotendeels al door Mozes gerangschikt is geworden tot de vorm, waarin wij het boek kennen. Dr. Gispen brengt het vraagstuk van het auteurschap van de Pentateuch later aan de orde. Voor ons staat het nog altijd vast dat Mozes ook Leviticus heeft geschreven.
De geleerde schrijver geeft in de blz. 11 v.v. een beschouwing over het ontstaan van het offer. Zeer belangrijk. Op de betekenis van het woord „ala" gaat de schrijver dieper in bij de exegese van 1 :3 . Bij ons kwam de vraag op of wij bij die etymologische verklaring van het woord een punt moeten zetten. Heeft de gedachte van het „opstijgende" ook nog andere zin? In verband met de betekenis van het offer. Zonder allegoriseren. Wij zouden ook willen vragen of het woord mincha, zie o.a. 2 :1 , genoeg is uitgeput. Wij hebben niet alle voorbeelden nagegaan, maar vragen dit in verband met Gen. 32 :18, o.a.
Op blz. 17 lezen wij: Lev. 1-7 kan afzonderlijk als offertoria hebben bestaan en later in het grote geheel van de Pentateuch zijn ingevoegd, iets waarop Lev. 7 :35-38 nog wijst. Wij zijn, na de exegese op deze verzen gelezen te hebben, nog niet overtuigd van de waarheid dezer opvatting. En met het gescharrel over al die redactoren moeten wij voorzichtig zijn. Terecht keert Dr. G. zich daar ook tegen.
Terecht ziet Dr. G. in heel het boek een heenwijzing naar het grote offer en naar de grote Priester, die eenmaal komen zou, blz. 14. Het boek predikt ons Christus. De grote verzoendag neemt de centrale plaats in, blz. 27, 28. Dit is de hoofdgedachte van het boek, dat meer betekenissen heeft, blz. 27.
Nadat dr. Gispen gewezen heeft op de betekenis van de capita 1-7, behandelt hij de hoofdgedachte van de capita 17-26. Waarom niet eerst de andere delen in hoofdzaak zijn besproken, is ons niet duidelijk geworden. In de capita 17-26 hebben wij het deel, dat bekend is onder de naam van „Heiligheidswet", een naam, welke te danken is aan August Kloostermann. Hebben wij hierin een afzonderlijke codex? En tal van andere vraagstukken staan hiermee in verband. Ook de vraag over de eenheid van het boek. Wij zijn dankbaar voor de conclusie: dat niets ons noopt om de mening te aanvaarden dat Lev. 17-26 een afzonderlijk Heiligheidswet heeft gevormd, die pas later in de zgn. P. is ingevoegd. Wij zijn ook niet tot een andere conclusie gekomen. In 17 :1 blijkt niets van een nieuw begin. Het is dwaasheid om zich eerst door subjectivisme te laten leiden en daardoor heel het boek in stukken te knippen. Dan moet men methoden zoeken om een geheel te formeren. God stelde de offers in, 1-7; tot de bediening van het altaar, waarop de offers gebracht worden, zijn priesters nodig, 8-10; verder beschrijft het boek wat tot heel dien dienst behoort, 11-6; en 17-26. Dat is logisch; daarmee is ook de eenheid aangegeven.
Het boek Leviticus is geen dor boek. De cultische wetgeving van Leviticus is essentieel iets anders dan een godsdiensthistorische antiquiteit. Het doel des Geestes met dit boek is om bij Israels altaar reeds af te tekenen het Kruis van Golgotha, Noordtzij: Leviticus is Christus-prediking. Wie Christus werpt uit Leviticus, werpt heel het leven er uit, de Wilde.
Het centrum van heel de offerdienst vinden wij wel in Lev. 16: de grote verzoendag. De vervulling er van zien wij in Christus, Hebr. 9. Dr. Gispen toont dit uitvoerig aan. Dr. Gispen gaat (gelukkig) uit van de eenheid van caput. 16. De exegese van Dr. G. is zeer nauwkeurig. Hij geeft eigen gedachte, na alles wel overwogen te hebben. Wij kunnen niet alles noemen, want dan zou ons artikel veel te lang worden.
Met belangstelling sloegen wij ook Lev. 8: 8 op. Wij werden teleurgesteld, al vreesden we dat. De schijver zegt: wij moeten bij een „non liquet" blijven. Wij weten dus nog niet wat wij onder Urim en Tummim moeten verstaan.
Al moeten wij dus ook teleurstellingen boeken en al zijn er vragen overgebleven, wij hebben in deze commentaar een zeer belangrijk werk. Wij zijn dankbaar voor wat is, geboden. Ons was bekend dat Dr. G. in deze materie zich had ingewerkt op een buitengewone wijze. De commentaar toont u dit. Niemand der predikers mag de bestudering van Leviticus nalaten. Hartelijk bevelen wij dit boek aan.
Het zal zeer belangrijk zijn wanneer de schrijver, zo de Heere wil en wij leven, bij de bewerking van andere boeken uit de Pentateuch, in zijn inleiding, in een apart deel, ook eens lijnen aangeeft hoe wij de Christus moeten zien in deze boeken en dus uit deze boeken christologisch moeten preken. Is Christus in deze offers en priesters, of hebben wij hier symbolen en typen, of hoe ge deze dingen en personen ook noemen wilt? Dankbaar zijn wij voor wat reeds is geboden, maar wij zijn met de bestudering van het Oude Testament nog niet klaar. De nieuwe commentaren zullen, naar wij hopen, ons verder onderwijzen. God zegene deze arbeid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Het boek Leviticus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1951

De Wekker | 4 Pagina's