Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (CIX)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (CIX)

Kerkorde (59)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om de diakenen in staat te stellen te voorzien in den nood der behoeftigen dient het collecteeren tijdens de samenkomst der gemeente, zooals we in het vorig artikel hebben gezien. Maar er zijn meer middelen. Zoo kunnen in bijzondere gevallen en in tijden van groote nood extra-collecten worden gehouden, hetzij in den eeredienst, hetzij bij de huizen der gemeenteleden, hetzij beide. Hierbij veroorloven we ons de opmerking, dat het gaan met z.g. open lijsten door de gemeente afgekeurd moet worden. Hier geldt weer het woord van den Heere Jezus uit Matth, 6 : 1—4 tegen het pronken met zijn gaven. Nooit mag op antinomiaansche wijze gespeculeerd worden op het „voordeelige" van de een of andere zonde.
Niet alleen gelden moeten worden ingezameld, ook goederen. Er zijn leden der gemeente, die misschien niet in staat zijn een extra geldelijke gift voor de diaconie te bestemmen, maar voor wie het wel mogelijk is iets in natura te geven, b.v. kleeding, voedingsmiddelen, brandstoffen, genees- of verbandmiddelen of iets dergelijks.
Voorts dient gewezen te worden op de mogelijkheid voor de diaconie om erfstellingen en legaten te ontvangen. Het is natuurlijk de roeping van lederen Christen om tijdens zijn leven naar vermogen te offeren voor den Heere en Zijn dienst, waartoe ook de diaconale verzorging behoort, maar velen zijn bovendien nog in staat om in hun laatste wilsbeschikking de armen te gedenken. Nu kan het heusch geen kwaad, doch het verdient o.i. juist alle aanbeveling, indien een diaken een daarvoor in aanmerking komend lid der gemeente op deze mogelijkheid attent maakt. Dit dient met alle voorzichtigheid en tact te geschieden.
We zullen niet probeeren een volledige lijst saam te stellen van de mogelijkheden die er voor de diakenen zijn om gelden en goederen voor de behoeftigen te verzamelen. Er zijn inderdaad vele mogelijkheden, maar de diakenen hebben wel te bedenken, dat niet elk middel geoorloofd is. Prof. Bouwman wijst op straatcollecten en advertentiën, loterijen, liefdadigheidsvoorstellingen, bazars enz. Hij keurt deze af. We sluiten ons gaarne bij deze afkeuring aan, en wijzen er op, dat in de kerk van Christus de liefde moet heerschen en de drijvende kracht van het weldoen behoort te zijn.
Van de vele zaken, die in dit verband nog ter sprake kunnen gebracht worden, noemen we slechts de volgende.
Mag de diaconie geld aannemen, dat verdiend is door onrechtmatige daden? Prof. Bouwman beantwoordt deze vraag als volgt: „Voetius zegt terecht, dat men moet onderscheiden tusschen de gevers en de kerk, die het geld ontvangt. Wanneer iemand iets op onrechtmatige wijze heeft gekregen, dan is hij verplicht het terug te geven, en mag het niet weggeven aan een ander. Maar weet de diaconie er niets van, dan behoeft zij niet eerst een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop de schenker het geld heeft verkregen. Doch is de diaconie er mede bekend, dan mag zij het aangeboden geld niet aannemen, want zij zou zich schuldig maken aan de zonde van den dief. Doch zoo eenvoudig staat de kwestie in de practijk in den regel niet. Veelvuldig bezit iemand volgens de wet rechtvaardig wat als het zijne gerekend wordt, hoewel de herkomst misschien aan bedenking onderhevig is. Iemand die zijn geld door een onkuisch leven verdiend heeft, kan en behoeft ook later, als hij tot God bekeerd is, het op een verkeerde wijze verdiende geld niet terug te geven. Wel zegt Deut. 23 : 18, dat men geen hoerenloon of hondenprijs in het huis des Heeren mag brengen, maar dit ziet op dengene, die brengt en niet op dengene, die ontvangt. Wanneer een onkuische later tot bekeering gekomen is, dan bezit en geeft hij het geld als Christen", Geref. Kerkrecht, I, blz. 584. De practijk van het leven is buitengewoon gecompliceerd. Met rechtlijnige redeneeringen komt men er niet. Daarom zal ieder geval afzonderlijk beoordeeld moeten worden, waarbij steeds gespeurd moet worden naar wat de Heilige Schrift in dezen zegt. Gaarne stemmen we in met wat Prof. P. Biesterveld zegt in Het Diaconaat, Hilversum, 1907, blz. 296: „Voor het weigeren van gaven moet men altijd hebben een zeer voldoenden grond, omdat het niet onze eigene inkomsten geldt, maar die van de armen. Wel sta men er op, dat het in onrecht verkregene worde weergegeven aan wie het toekomt, maar indien dat onmogelijk is, weigere men niet, wanneer oprecht berouw juist tot het offer bewoog."
Mag, zoo luidt onze laatste vraag, een diaconie gelden aannemen, die haar de vrijheid rooven en onder een vreemde macht brengen? Het antwoord moet ontkennend luiden. Daarom kan een diaconie ook geen overheidssubsidie accepteeren. De overheid wil immers in vele gevallen en op verschillende gebieden wel subsidie verleenen, maar in ruil voor deze materieele hulp vraagt zij een grooter of kleiner geestelijk offer, n.l. dat der vrijheid. Ieder gevoelt, dat dit ook niet wel anders kan: geeft de overheid voor het een of ander doel subsidie, dan moet er controle zijn en dan moet rekening en verantwoording geschieden. Zou nu de diaconie ook overheidssteun aanvaarden, dan zou zij daarmee tevens een deel van haar vrijheid inboeten en dat mag zij nimmer toestaan. Dit zou ook het geval kunnen zijn met legaten onder een last. De voorwaarde van het legaat zou aan de diaconie zulke verplichtingen kunnen opleggen, dat ook hierdoor de vrijheid van de diaconie in het gedrang kwam. Zulk een legaat zou dan niet mogen worden aanvaard. „Indien echter de diaconie iets kan ontvangen uit een bestaand fonds voor armenverzorging, of uit een schenking of stichting, dan kan zij vrijmoedig het aangeboden geld aanvaarden, mits daaraan geen voorwaarden verbonden zijn, die de vrijheid en de zelfstandigheid der kerk aantasten", zegt Prof. Bouwman, a.w. blz. 585.
Apeldoorn
J. Hovius

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (CIX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1952

De Wekker | 4 Pagina's