Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus, het hoofd der gemeente IV

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus, het hoofd der gemeente IV

5 minuten leestijd

Het Hoofd boven alle dingen. (2)
Duidelijk is dat het eerste gedeelte van Efeze 1 : 22 wijst op de plaats, de macht en de heerlijkheid van den Christus ten opzichte van al wat geschapen is. Lezen wij Efeze 1 : 22b en vs. 23, dan blijkt duidelijk wie de Christus is als Hoofd van zijn gemeente. De Vader heeft Hem verhoogd; deze Verhoogde is de Christus, wiens macht in vs. 20 is genoemd; deze Verhoogde is de Christus, onder wiens voet alle dingen zijn gesteld. Hem en geen ander stelde de Vader tot Hoofd der gemeente. God, de Vader, deed dit; Hij gaf Hem tot een Hoofd aan de gemeente. De Vader heeft al, wat is, onder de voeten van Christus gesteld, maar Christus tot Hoofd aan de gemeente gegeven. Dat de Vader Jezus als Hoofd aan de gemeente heeft gegeven, is gave van zijn genade, en die gave schittert wel heel bijzonder uit in de aparte positie, waarin de Vader Jezus aan de gemeente gaf, glanst schoon in de heerlijke gesteldheid van den Christus als Heerser over al, wat is.
God gaf Hem tot een Hoofd, 4 : 15; 5 : 23; Col. 1 : 18; 2 : 10, 19. Het woord Hoofd wijst op het innige verband tussen Christus en zijn gemeente. Christus is Heerser over alle dingen; Hij heeft alles te zeggen, steekt ver boven alle dingen uit. Hij is de „Gezaghebber, Beschermer, Verzorger" over alle dingen, maar „aan de gemeente wordt Hij met die macht en heerlijkheid gegeven als Hoofd in organische zin, zodat zij zijn lichaam heet en uit Hem gevoed wordt en groeit", schreef Dr. Greijdanus. De gemeente ontving dus in Christus al wat zij behoeft. De relatie van Christus tot zijn gemeente is dus een heel bijzondere. De kerk zonder hoofd, zou een onthoofd lijk zijn, zegt Besser. De Heere Christus, het Hoofd, brengt zijn gemeente, zijn ekklèsia, samen; Hij vergadert de uitverkorenen tot één lichaam, zijn lichaam. Hij vergadert hen door hen te roepen uit alle volken, in alle tijden. Hij doet dat door zijn Woord en Geest. In Hem, haar Hoofd, heeft zijn gemeente al haar heil.
In vs. 23 wordt gezegd dat die kerk, die gemeente, hetlichaam van Christus is. Daarmee wordt zeker aangeduid hoe de gelovigen tenvolle deel hebben aan zijn heil, aan Hem Zelf. Dat de gemeente het lichaam van Christus is, wijst op de bijzondere en nauwe relatie tussen Christus als Hoofd, en zijn gemeente als zijn lichaam. Dat de gemeente zijn lichaam is, behoort tot haar wezen; dit doet denken aan de gemeenschap des levens met Hem, door den Geest van Hem. Het wijst er ook op dat zij een „organisch geheel van levende leden is, met Hem door den Heiligen Geest verbonden", schrijft Dr. Greijdanus. Als ekklèsia, als de door Christus vergaderde en verzorgde kerk, is zij het lichaam van Hem. De gelovigen zijn één lichaam, Rom. 12 : 2; 1 Cor. 12 : 27. Uit Christus, die het Hoofd is, ontvangt het gehele lichaam zijn wasdom, Efeze 4 : 16; Christus is de Behouder van het lichaam, 4 : 16. Alle leven en zegen ontvangt de gemeente in gemeenschap met Hem. Het lichaam van den mens is in zijn samenvoeging en werking één met het hoofd, waar alle functies van het leven haar zetel hebben (de Hartog). Dit geldt volmaakt van de verhouding tussen het Hoofd en zijn gemeente: alle functies van leven en zegen hebben haar zetel en zegen in het Hoofd, Jezus Christus.
Die gemeente, dat lichaam heet zijn vervulling; Hij Zelf, het Hoofd, vervult allen met alles, volmaakt alles in allen. Er is hier nog wel verschil van verklaring. De vraag is:
1. Maakt de gemeente als lichaam het Hoofd, Christus, volkomen? of, en dit
2. Brengt Christus de gemeente tot volkomenheid ?
Hier moet vergeleken worden Col. 1 : 19; 2 : 10. Vele verklaarders denken aan het eerste; zij zeggen: een hoofd zonder lichaam is niet denkbaar. De Kanttekenaren op de Statenvertaling schreven: waardoor Christus als een volmaakt persoon gesteld wordt. Wij willen opmerken dat het geen zin zou hebben om te spreken over de heerlijkheid van het Hoofd zonder zijn gemeente. Dat de gemeente zijn lichaam is, is wel een grote eer en een rijke troost voor haar; groter eer en rijker vertroosting is niet denkbaar. Juist openbaart de Koning Zich in zijn volmaakte schoonheid in zijn gemeente. In haar, in zijn lichaam, komt de volheid van zijn leven en heerlijkheid tot ontvouwing. Natuurlijk betekent dit niet dat Christus in enige maat afhankelijk is van zijn gemeente. Maar hoe waar dit alles is, het heeft bezwaar om het werkwoord vervullen, in dit vers passief te gebruiken. Wanneer wij dit niet doen, dan gaat de vervulling van het Hoofd uit; Hij vervult alles in allen; Hij doet dat Zich ter ere, tot roem. Het Hoofd vervult allen met alles „van Zich uit". Het lichaam is het door Hem gevulde met alle heil. Hij volmaakt daardoor zijn gemeente. Die gemeente is van zichzelf volmaakt ledig ten opzichte van alle heilgoed. Christus, het Hoofd, stort de volheid van zijn verworven Middelaarsheil in haar uit. De gemeente is de vervulling van Christus. De afhankelijkheid is dus tenvolle aan de zijde van de gemeente; zij is volstrekt afhankelijk van Hem en dan in alles. Alles en allen, moet betrokken worden op de levende leden van het lichaam van Christus; op die leden als één lichaam en op ieder van die leden afzonderlijk. Allen zijn, in alles, afhankelijk van het Hoofd. Buiten Christus zou de kosmos een puinhoop, een disteloord, zijn gebleven. De mens zou weggezonken zijn in de eeuwige dood en geen zondaar zou bekleed zijn geworden met heerlijkheid. In de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zal dan ook alles getuigen van de heerlijkheid van het Hoofd, en dit alles tot verheerlijking van den Drieënigen God, Fil. 2 : 11.
L.H. van der Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1952

De Wekker | 4 Pagina's

Christus, het hoofd der gemeente IV

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1952

De Wekker | 4 Pagina's