Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een oud-katholieke herderlijke brief.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een oud-katholieke herderlijke brief.

7 minuten leestijd

Het jaar 1953 is voor de R. Kath. Kerk hier te lande een belangrijk jaar, waarin herdacht wordt hoe een eeuw geleden de paus in Nederland een aartsbisschop en vier bisschoppen heeft benoemd.
Door deze benoemingen kreeg het protestantse Nederland dus een bisschoppelijk bestuur en kon sedertdien de Roomse Kerk zich in vrijheid ontplooien. Een vrijheid, die dankbaar is benut en die voor Rome goede resultaten heeft opgeleverd. Rome zal dan ook niet nalaten dit glorievolle eeuwfeest met praal en luister te vieren.
We komen op deze herdenking ca. in verschillend verband nog wel eens terug.
Wie echter menen mocht dat deze herdenking alleen maar met gemengde gevoelens wordt tegemoet gezien door de zonen en dochteren der Reformatie, vergist zich. Er is nog een kerk, die zich fel keert tegen de pralende herdenking van het begin van de Roomse activiteit in Nederland. Dat is-de Oud-Katholieke Kerk.
Deze kerk is maar klein en valt eigenlijk in het niet vergeleken bij de grote getallen waar Rome mee kan pronken.
Maar dat is geen reden om deze kerk te negeren. Inzonderheid wij, die zelf tot een kleine kerkgemeenschap behoren, moeten temeer oog hebben voor andere kleine kerkgenootschappen en moeten hun positie beter kunnen begrijpen.
Deze oud-katholieke kerk is vrij wat sympathieker dan de R. Kath. kerk.
De positie van de paus aanvaarden zij niet. Veel Roomse dogmata, ook het laatst afgekondigde dogma over Maria's lichamelijke ten hemel opneming, worden door de oud-katholieke bisschoppen fel bestreden.
Ook in de leer van de oudkatholieke kerk zijn er minder afstotende stellingen dan in die van de roomse kerk.
Gelijk bekend, heeft het Jansenisme een behoorlijke invloed gehad in de oud-katholieke kerk. Dit Jansenisme betekende een reformatorische scheut in de roomse wijn. Wie wel eens iets gelezen heeft van oud-katholieke auteurs komt in een heel wat mildere sfeer dan wanneer we roomse boeken lezen. Heel bekend, ook op Chr. Geref. studeerkamers, is b.v. de prachtige en stichtende verklaring op de psalmen, verzorgd door de vroegere aartsbisschop van Utrecht, A. Rinkel.
Er staan in dit tweedelige werk zinnen, die in onze kerken gaarne worden gehoord en die aller instemming hebben.
Anderzijds hebben we natuurlijk onze aanmerkingen op deze kerk.
Ze hebben tenslotte, zij het dan ook landelijk, een bisschoppelijk bestuur; zij hebben ook in hun kerkgebouwen het altaar. En zij doen ijverig mee met de Wereldraad van Kerken en zijn gaarne geziene leden van de Oecumenische Raad in Nederland.
Het is deze oud-katholieke kerk, die ter gelegenheid van het roomse eeuwfeest van zich doet spreken.
Op Zondag 1 Maart is in alle oud-katholieke kerken een herderlijke brief voorgelezen, gewijd aan de invoering van de roomse hiërarchie in 1853.
Deze invoering, nu een eeuw geleden, betekende een slag in het gezicht van de oud-katholieke kerk.
De rechten van deze kerk werden, volgens haar woordvoerders, schandelijk vertrapt. De herstelling van het bisschoppelijk bestuur veronderstelt immers dat er voor dit herstel in 1853 geen bisschoppelijk bestuur in Nederland geweest is. En de oud-katholiekeni beweren juist dat er ook voor 1853 een bisschoppelijk bestuur was.
Zij waren de wettige „katholieke" kerk.
De zetels van Utrecht en Haarlem, zo zeggen de oud-katholieken, waren reeds bezet.
En toch werd er een aartsbisschop van Utrecht en een bisschop te Haarlem benoemd. „Bij de invoering van de pauselijke hiërarchie handelde Rome alsof de zetels van Utrecht en Haarlem niet meer bestonden. Onze bisschoppen werden terzijde geschoven en van hun bisschoppelijke waardigheid beroofd."
In de Oud-Katholieke Kerk noemt men de roomse aartsbisschop dan ook nooit de aartsbisschop van Utrecht — zo mag alleen de oud-katholieke aartsbisschop genoemd worden — maar steeds de aartsbisschop te Utrecht.
In dezelfde lijn ligt een andere kwestie.
De Roomse Kerk gaat dit eeuwfeest vieren onder het motto „Honderd jaar kromstaf".
De kromstaf is de gewone bisschopsstaf: een lange staf, waarvan het boveneinde omgebogen is en eindigt in spiraalvormige krul.
De kromming zou beduiden dat de drager van de staf, de bisschop, rechtsmacht heeft slechts over een beperkt gebied: zijn eigen diocese.
Honderd jaar is in Nederland een bisschoppelijk bestuur geweest. Daarom honderd jaar kromstaf!
Maar in het weekblad voor de Oud Katholieke Kerk in Nederland stond enkele weken geleden een artikel: Twaalfhonderd jaar kromstaf.
De schrijver van dit artikel zegt dat in de leus „Honderd jaar kromstaf" door de R. Kath. Kerk wordt uitgesproken, dat zij een „nieuwe katholieke kerk is, in tegenstelling tot de oude katholieke kerk met haar ononderbroken bisschoppelijke successie en haar historische rechten op Willibrordus toe.
De oudkatholieke kerk beweert dus de voortzetting te zijn van de kerk van Willibrord en zegt dat zij de oudste „katholieke" kerk is. „Wij zijn de oude katholieke kerk van vóór de reformatie, overvleugeld weliswaar en door de nieuwe, rooms-katholieke kerk in getal verre overtroffen, maar met historische brieven, die onbetwistbaar zijn."
Daarom stelt men van die zijde tegenover honderd jaar kromstaf, twaalfhonderd jaar kromstaf!
De herderlijke brief, die Zondag 1 Maart gelezen werd, ademt dezelfde geest en is in dezelfde toon gesteld.
Een enkel citaat: „Onze kerk met haar hiërarchie, welke zonder onderbreking sedert Willibrordus' dagen bestaat, is een protest op zichzelf." „Het is en blijft en daad van willekeur". „Dit onrecht verjaart niet omdat het leeft in de kerk, die niet verandert en wier jaren nimmer eindigen".
Het zal onze lezers duidelijk zijn, dat het voor ons interessant is dat de aanmatigingen van Rome weersproken worden door de oud-katholieke kerk, maar dat deze oud-katholieke kerk toch niet de onze kan zijn.
Ook deze kerk betekent een hiërarchisch instituut en een verloochening van de Hervorming. We zullen ons niet druk maken over de vraag wie er gelijk heeft: de rooms-katholieke of de oud-katholieke kerk.
Voor de zoon der Reformatie is hier geen keus. Hij is noch rooms-katholiek noch oud-katholiek, maar reformatorisch-katholiek.
Het gaat er immers niet om wie de oudste rechten heeft en wie de duidelijk aanwijsbare opvolgers van Willibrord zijn. Maar het gaat er om: wie heeft de leer naar het Woord Gods zuiver bewaard. Dat is van meer belang dan de vraag honderd of twaalfhonderd jaar kromstaf.
Daarom is het antwoord, dat de kerken der reformatie op het roomse eeuwfeest moeten geven, voor alle dingen een versterking van eigen reformatorisch beginsel, een beleven van de leer der vrije genade.
Overigens worden in deze herderlijke brief goede dingen gesignaleerd. Gewezen wordt b.v. op het gevaar van de totalitaire kerk van Rome.
Inderdaad — Rome is totalitair. De Roomse Kerk is niet alleen een geestelijke, maar evenzeer een politieke macht. Daar ons oog open voor te hebben is zeer noodzakelijk.
Dat vele overtuigde protestanten dat niet zien is een jammerlijk verschijnsel.
Men is veel te goedwillend en goedgelovig als het Rome betreft.
Het is tenslotte merkwaardig om te lezen in deze kanselafkondiging hoe de donkere datum van 4 Maart 1853 van de lichtzijde wordt bekeken. „Van toen af immers was de oude kerk van Utrecht de enige nationale Katholieke Kerk, die haar wezen onverminkt bewaard had, het voorbeeld voor de Katholieken, die in Rome niet meer hun moeder konden kennen of erkennen.
Nooit zou onze kerk haar taak in de kerkelijke gemeenschap hebben kunnen vervullen, ware Rome nog haar harde moeder, de Paus nog haar allerheiligste vader geweest."
Deze passage uit deze herderlijke brief geeft een goed inzicht in de bedoelingen van de oud-katholieke kerk.
Deze kerk wil de voortzetting van de oude christelijke kerk zijn. Daarom verzet ze zich tegen Rome en wijst ze met verontwaardiging het herstel van het bisschoppelijk bestuur af en staat ze met ons sceptisch tegenover de Roomse festiviteiten.
Maar deze kerk wijst evenzeer de Kerk der Reformatie af, hoe veel sympathieker haar oordeel ook is over de Kerkhervorming.
Deze oud-katholieke herderlijke brief is een getuigenis tegen Rome, maar ook tegen de Reformatie.
Daarom zullen we tegenover de protserige herdenking van Rome's emancipatie iets anders moeten stellen dan deze brief, die in de plaats van de preek werd voorgelezen in de oud-katholieke kerkdiensten.
In de plaats van de preek.
Daar zit het verschil.
Geen herderlijke brief, maar de prediking van het evangelie van souvereine genade is de beste bestrijding van Rome.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1953

De Wekker | 4 Pagina's

Een oud-katholieke herderlijke brief.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1953

De Wekker | 4 Pagina's