Een zaak voor de Kerk en niet voor de Pers

Onder dezen titel schrijft Ds. Drayer, eindredacteur van „Kerkblad voor het Noorden" in het nummer van 6 Maart jl. het volgende:
„Van onderscheiden zijde wordt op de Redactie aandrang uitgeoefend om over het beroep, dat Ds Nederlof van Dokkum uit de Chr. Ref. Church van Canada ontving en dat hij aannam, te schrijven.
Laat ik U vooraf verzekeren dat die aandrang niet van zijn zijde komt.
Vooral nu de Wekker er de vorige week openlijk over geschreven heeft, meent men dat ook ons blad, waaraan Ds Nederlof steeds een gewaardeerd medewerker is geweest, niet zwijgen mag.
De Redactie gelooft evenwel, dat dit schrijven niet op zijn plaats is.
Het is n.l. wel zeer onkerkrechtelijk om Ds Nederlof, de Kerkeraad van Dokkum en de Classis Leeuwarden voor het tribunaal van de Pers te slepen.
Heeft iemand bezwaar tegen de handelwijze van Ds Nederlof, dan is dat zijn goed recht, maar dan volge hij de kerkelijke weg en brenge zijn bezwaren ter plaatse waar ze horen, dus bij de kerkeraad van Dokkum en zo deze hem niet kan of wil bevredigen bij de Classis enz.
In de tweede plaats hebben de beide Deputaatschappen, die met deze zaak te maken hebben, n.l. die voor Emigratie en die voor correspondentie met buitenlandse kerken, uitgesproken, dat zij hun oordeel opschorten tot de komende Generale Synode.
Wie dus desondanks publiek deze zaak aanpakt gaat tegen het advies dezer Deputaten in — en, zo hem dit advies bekend is, is het des te erger —, hij verwondere zich niet als dan het verwijt van tendensieuze stemmingkwekerij straks geuit wordt".

Wat moet ik hierop nu zeggen?
Een publiek-kerkelijke zaak mag „De Wekker" niet publiek bespreken.
Een kerkrechtelijk vraagstuk mag „De Wekker" niet onder de aandacht van ons kerkvolk brengen, hoe objectief dit ook geschiedt.
Een beroep op de uitspraken van onze Generale Synode mag „De Wekker" niet doen.
„De Wekker" heeft te zwijgen, al komen er nog zooveel vragen over het aanvaarden van dit beroep op de Redactie-tafel.
„De Wekker" heeft geen leiding, geeft geen leiding, en wanneer de Hoofdredacteur nog eens wat schrijft, is hij heelemaal de plank mis, want „het is wel zeer onkerkrechtelijk om Ds. Nederlof, de kerkeraad van Dokkum en de Classis Leeuwarden voor het tribunaal van de pers te slepen".
Dat is nu het antwoord, op hetgeen ik schreef in het nummer van 27 Febr. j.l. waar o.m. dit stond te lezen: ik hoop, dat spoedig de plaatselijke kerkeraad van Dokkum en de Classis Leeuwarden licht ontsteekt, want ik kan begrijpen, dat menigeen vraagt: „wat nu?"
Dat noemt een Eindredacteur van een kerkelijk blad „voor het tribunaal van de pers slepen".
Ik zal nu maar zwijgen, over wat het „Kerkblad voor het Noorden" schrijft van de Deputaten voor Correspondentie met buitenlandsche kerken. Wat de Deputaten voor Emigratie betreft, daarvan weet ik niets. Maar wat de eerst genoemde betreft, daarvan weet ik alles. Het zou het beste zijn voor Ds. Drayer, als hij zijn licht eens opstak bij .... Ds. Nederlof.
Deze kan hem zeggen, wat de Voorzitter van de Deputaten voor correspondentie met buitenlandsche kerken hem gezegd heeft. Dit was voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar. Hier was geen sprake van „het oordeel opschorten tot de komende synode".
Wie sprak ook weer van „tendensieuze stemmingkweekerij"? Ik zoek niemand, maar wil meer dan ooit tegenwoordig ons kerkelijk leven zien voortgaan langs rechte lijnen.
Waar komen wij anders uit?
Zie ik mis, dan zende de Generale Synode mij heen.
De Hoofdredacteur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen