Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (122)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (122)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben gezien, dat de kerken der. Calvinistische reformatie den regel stellen, dat de ouderlingen en diakenen slechts voor een bepaalden tijd zouden dienen en daarna door anderen zouden vervangen worden. Op dezen regel waren hier en daar enkele uitzonderingen.
In Noord-Holland, zoo zagen we, gold eenige jaren het beginsel van levenslangen dienst, maar sinds 1587 conformeerden de Noordhollandsche kerken zich aan het door de nationale synoden bepaalde: de ouderlingen en diakenen zullen twee jaren dienen en daarna vervangen worden.
In de stad Groningen was, onder den invloed van de stedelijke magistraat, levenslang dienen regel tot in de 19e eeuw toe. En in de vluchtelingen-kerken in Engeland was dit eveneens het geval. Overigens gold de regel, reeds door Calvijn opgesteld: een dienst voor een tijd.
Op één van onze nationale synoden is de vraag: levenslang dienen of niet nog eens apart ter sprake gekomen.
Het was op de nationale synode van Middelburg, 1581. Daar was een vraag van de classis Oostvlaanderen, vermoedelijk onder invloed van de in Engeland heerschende gewoonte bij de Nederlandsche vluchtelingen-gemeente, van dezen inhoud.
Te disquireren (onderzoeken), oft beter ware, dat de Ouderlingen ende Diakenen geduerich dienen ende onderhouden worden, oft dat sy omgewisselt worden.
De Synode gaf deze vraag om advies aan Lambertus Danaeus; hoogleeraar in Leiden, een man, die zeer veel voor kerk en theologie gedaan heeft, en die onvermoeid gestreden heeft voor de rechten der kerk.
Van hem is het volgende advies, dat waarschijnlijk pas na het sluiten der synode binnenkwam: „Antwoorde ick (nl. op de gestelde vraag), datt uutt de H. Schriftuere niet en kan ghedefinieerdt werden, datt de Ouderlingen ende Diaackenen eenmaal van den Apostelen verkooren, altijdt in datt beroup, ofte in een ander de Kercke aanghaande, ghebleeven sijn; dewijle datt in deese saacke verscheijden plaetsen ende verscheijden arghumenten kunnen voortghebracht werden: soo schynt hett nochtans raadsamer, omm te schouwen alle weeghen der Kerckelijkcker tijrannije te ghebruucken, soodanighe daar naa in 't Pausdom es inghekroopen, datt de selve parsoonen eenmaal tott dien dienst verkooren, niet altijdt ghecontinueerdt en werden; hoewell datt wellicht andere bequaame parsoonen naauwelijcks kunnen ghevonden werden. De reeden es, datt lichtelijck (hoedaanich daar es de verkeerdtheijt der menschen) de menschen tott andere dingen, meer dann tot Ghodts Woordt gheneeghen (hoedaanich sijn de Ouderlingen ende Diaackenen die wij ghebruucken, ende die uutt Kooplieden, Medecijns, Advocaaten, ende andere vocatien van ons verkooren werden) dattse tott tirannije ende eerghierichheijt aankeeren, all 't gheene datt henn voor anderen als een voordeel ende uuttneemendheijt toeghelaaten werdt.
Uutt deesen es 't gheschiedt datt de Cleresije in 't Paausdom sick alder eerst de Privileegien, Vrijheeden, Digniteijten, ende dierghelijcke hebben toegheeijgent, die voormaals waaren Ouderlingen ende Diaackenen inde Kercke, ende hebben ghewildt daarnaa sick sulcks van den Princen bevestighdt te werden. Daar beneffens soo sijnder meer van de reeden ende 't regiment der Kercke t' onderwijsen, die bij ghebreck van andere in hunn plaatse mooghen ghesteldt werden; ende indien datt de selve parsoonen die eenmaal verkooren, inden dienst altijdt ghecontinueerdt werden, sullen die alleen verstandt hebben de Kercke te regieren.
Daaromme schijnt hett wel, datt veele bij tijdts tott deesen dienst sijn van te vooren bereijdt ghemaackt te werden.
Ten laatsten, dewijle datt deese vraaghe meede behoordt tott een deel der Kerckelijcke disciplijne, dewelcke naa 't profijt van een ijghelijcke Kercke kan veranderdt werden mett wijsheijt; soo en will ick daaromme niet twisten. Maar datt van den Dienaaren kann voorgheworpen werden, indiende de selvfe inde selve Kercke altijdt in hunnen dienst ghecontinueerdt werden, datt men als dann deselve perijckelen van tirannije ende weijnichheijt hebbe te bevreesen: Antwoorde ick, hoewell, datt soo veel de Dienaaren menschen sijn, 't selve van henn kan ghepresumeerdt werden; nochtans dewijle datt weijnighe onder henn syn die gheroupen werden tott hett regiment der Kercke, ende in 't woordt Ghodts te handelen, leesen, ende ooverlegghen sij sich oeffenen altijdt, dattmen de selve perijckelen soo lichtelijck in henn, uutt de Christelijcke liefde, niet en heeft te bevreesen. Daarbeneffens soo verre veranderdt werden de Ouderlingen ende Diaaccken, sail de selve veranderinge den Dienaaren beneemen allen toeghang, datt sij hun eighen tirannije oover de Kercke ghebruucken: dewijle datt indien sij daar van eenige raadtslaaghen bij sick ofte mett den andereiJ , Ouderlingen ende Diaackenen mochten ghecommuniceerdt hebben, daar meede needervallen als de parsoonen veranderdt werden; want alle tesaamen rottinge ende verbindinge lichtelijck uutt de veranderinge der parsoonen ofte bemerekt werden, ofte affghehouden werdt. Maar indien datt eenighe sijn te continueeren, die sullen weederomme op een nieuw de Kerkcke voorghesteldt werden mett andere, die nieuw verkooren werden tott den selven dienst, op datt van henn hett oordeel ende de wille der Kercke vereijscht ende verwacht werde, niet anders dann offse nooijt van te vooren in dien dienst gheweest en hadden".
Tot zoo ver het advies van Danaeus. Het houdt, kort gezegd, dit in, dat 1e de Schrift een levenslangen dienst niet leert, zoodat verwisseling geoorloofd is en om kerkelijke tirannie tè vermijden, zelfs verkieselyk is, dat 2e op deze manier ook meer personen in de kerkelijke zaken worden ingewijd, dat 3e de predikanten telkens een deel van hun aanhang verliezen, waardoor het gevaar van tirannie van de zijde der predikanten kleiner wordt. Moeten er, in het belang der gemeente, toch eenigen gecontinueerd worden, dan moeten ze toch aan de gemeente ter approbatie worden voorgesteld.
In een volgend artikel komen we nog eens op deze zaak terug.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1953

De Wekker | 4 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (122)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1953

De Wekker | 4 Pagina's