Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nieuwe vertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe vertaling

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Waagschaal hebben al verschillende artikelen gestaan van de hand van F.H. Breukelman, die onze nieuwe vertaling aan scherpe critiek onderwerpt.
Het zevende artikel is inderdaad van groote beteekenis en ik wil een klein gedeelte hiervan overnemen, omdat het ons zulk een prachtig inzicht geeft in wat vertalen van den Bijbel is.
De schrijver zegt dan:

„Wanneer wij een tekst vertalen, behoren wij eerst vast te stellen: „Wat staat er?"; daarna vragen wij ons af: „Wat is met deze woorden bedoeld?": d.w.z. wat hebben deze woorden als bijbel-woorden te betekenen in de samenhang van de engere en wijdere tekstverbanden, waarin zij voorkomen.
Daarna is dan het probleem aan de orde: Hoe geven wij deze bedóeling van de tekst zo goed mogelijk weer in onze eigen taal, a. zonder daarbij ons verder te verwijderen, van hetgeen er letterlijk in de Hebr. tekst staat, dan beslist noodzakelijk is vanwege het karakter en de geest van onze eigen taal, en b. zonder daarbij ook een ogenblik te vergeten, dat wij deze woorden als bijbel-woorden hebben te vertalen; d.w.z. zonder een ogenblik te vergeten, dat wij niet de correspondentie met alle overige teksten mogen verstoren, waardoor wij in het geheel van de Schrift de resonantie zouden teniet doen.
Op deze resonantie berust namelijk het voornaamste exegetische principe: „Scriptura scripturae interpres", d.w.z. de Schrift wil voortdurend zich-zelf verklaren door middel van deze resonantie.
Alleen bij een op deze wijze vertaalde bijbel heeft het zin om een „concordantie" (concordantiae!) te maken, met wier hulp immers de Schrift zelf ons haar „overeenstemmingen" en „eensgezindheden", en daarmede haar intiemste bedoelingen, wil onthullen.
Een op deze wijze vertaalde bijbel kan ons doen horen wat het karakteristieke en originele spraakgebruik van de schrift zelf is en geeft aan de Schrift de mogelijkheid om ons (van oorsprong heidense) spraakgebruik heilzaam te beïnvloeden en te corrigeren. (Vgl. de rol die de vertalingen der 16de en 17de eeuw in Europa gespeeld hebben!).
Wij menen hiermede een van de voornaamste normen onder woorden te hebben gebracht, waaraan een vertaling, die als officiële kerk- en kanselbijbel zal gaan functionneren, onvoorwaardelijk dient te beantwoorden.
Aan deze norm beantwoordt de NV op geen enkele wijze, doordat men hier vertaald heeft volgens een geheel tegengesteld principe, dat aldus kan worden omschreven:
Bij elke tekst afzonderlijk heeft men zich telkens apart afgevraagd: „Wat zouden wij in zo'n geval zeggen?", en heeft in talloos vele gevallen, ja, men moet zeggen, gedurig dienovereenkomstig vertaald.
Onvermijdelijk was daarmede voor waarlijk elke willekeur het hek van de dam. Hier regeert de Schrift niet meer over ons en over ons vertalen; hier regeren wij over de Schrift.
Deze vertaling is niets anders dan een resultaat van de ontwikkeling der kerk en der theologie in de laatste paar eeuwen."
Ik zou niet durven zeggen, dat ten opzichte van onze Hollandsche nieuwe vertaling deze critiek onvoorwaardelijk te onderschrijven is.
Ten opzichte echter van de nieuwe Amerikaanse vertaling, waartegen een man als Dr. Mcintire zijn pijlen scherpt, geldt deze critiek ten volle.
Ik vond in zake vertaling en uitlegging der Heilige Schrift prachtige regels in de Confessie Helvetica posterior, één van de meest bekende Zwitsersche belijdenisschriften, terecht genoemd een dogmatisch kunstgewrocht. Eerst wordt gewezen op 2 Petr. 1 : 20.
Wij kennen dit woord uit dezen brief, als er staat: „dit eerste wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigene uitlegging".
Hier heeft het oorspronkelijk woord niet zoo zeer de beteekenis van „uitleggen" als veel meer van „beslissen" gelijk het te vinden is in Handel. 19 : 39.
Het gaat dan niet allereerst over de uitlegging van de Schrift, als veeleer over het ontstaan.
De Schrift komt niet voort uit eigen denken, uit menschelijk vernuft. Van daar vers 21. Het diep geestelijk karakter van Gods Woord wordt hier gehandhaafd.
En het is dit diep geestelijk karakter, dat door de Confessio Helvetica posterior zoo getrouw wordt gehandhaafd, als wij lezen art. 2. „Wij erkennen slechts de uitlegging der Schrift als geloovig en echt, die uit de Schrift zelf geput wordt, zooals uit den geest van de taal, waarin zij is vervat, terwijl het verband in aanmerking moet worden genomen, en zij verklaard moet worden met heenwijzing naar gelijkluidende en minder gelijkluidende plaatsen, naar den regel des geloofs en der liefde, tot eere Gods en het heil der menschen."
Dit zijn gouden regels voor het verklaren en vertalen van Gods Woord, te meer van beteekenis, omdat zij zijn vastgelegd in een confessie van Gereformeerd belijden, waardoor het geheel een confessioneel stempel draagt.
Ik weet, dat er onderscheid blijft tusschen „vertalen" en „verklaren", maar, wanneer wij niet door den Geest der Schrift worden geïnspireerd, ligt de beslissing, zoowel bij „verklaren", als bij „vertalen" meer bij ons dan bij de Schrift.
En dat is het gevaar bij elke vertaling, en dat is de fout van de nieuwe Amerikaansche vertaling, die thans heel Amerika in beweging brengt.
Het is wel opmerkelijk dat deze beide vertalingen, de Hollandsche en de Amerikaansche zoo zeer gelijktijdig de aandacht van velen bezig houdt.
Ik mag echter het onderscheid tusschen de Amerikaansche en de Hollandsche vertaling niet uit het oog verliezen.
Vergelijk ik deze twee, zoo staat onze Hollandsche vertaling ver, zeer ver, boven deze eerst genoemde.
De vraag is thans, of onze Generale Synode zoover zal gaan, als de Gereformeerde Kerken gegaan zijn bij het vrij geven van deze nieuwe Hollandsche vertaling, ten gebruike in de kerken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1953

De Wekker | 4 Pagina's

De nieuwe vertaling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1953

De Wekker | 4 Pagina's