Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale Brieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!
We zouden nog iets zeggen over dat z.g.n. Chr. Humanisme, dat zich heden ten dage aanbiedt als de zuivere idee der Chr. religie; nu als wijsgeerig systeem, en dan met de bedoeling om bevrediging aan ons denken te schenken, en tevens te zijn van practisch belang en sociaal nut.
In 't kort merken we er dit van op:
Dit is een der nieuwe religie-vormen van onzen modernen tijd. Men kan God wel loochenen, maar in het eind blijkt telkens, dat we Hem niet kunnen missen; en keert men, dwars door allerlei atheïsme heen, toch weer tot de verloochende ideeën terug; maar dan in gemoderniseerden vorm, en dat is altijd een caricatuur, nabootsing en wanbeeld, van het oorspronkelijke Bijbelsche.
Van dit z.g.n. chr. of godsdienstig humanisme geldt, dat het in de plaats van deneenigen en waarachtigen Drieëenigen God, die Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, stelt als volgt:
Niet meer een God Vader en onze schepping; maar een Godsbegrip, dat niet veel anders is dan een gefantaseerde geheimzinnige Alkracht die achter alles schuilt, en die alles beheerscht.
Geen persoonlijk God, dus ook geen persoonlijke relatie. Het is de fatsoenlijke manier om atheïst te zijn. In de plaats van God den Zoon en onzen Verlosser wordt geleerd, dat Jezus van Nazareth niet anders voor ons beteekent, dan een sociaal hervormer, wiens leer en voorbeeld tot ideaal moge worden gesteld.
Zondeschuld en verzoening hebben hier in dit systeem geen plaats. Met den tollenaar in den tempel, met den stokbewaarder in Philippi enz. weten ze geen raad.
En wat de H. Geest en onze wederbaring ca. betreft, hiervoor treedt in de plaats de leer van een nieuwen (modernen, niet vernieuwden) mensch, die door den geest der beschaving en verlichting een „mooie" figuur moet worden; die uiteindelijk zal uitgroeien tot een nieuwe menschheid, welke op een sociaal gelouterde nieuwe aarde zal wonen.
We behoeven er voorshands weinig aan toe te voegen; het spreekt alles voor zichzelf. Wezenlijk nieuws is er in al diergelijke stelsels weinig of niets. Alle eeuwen door en bij alle volken vindt men dergelijke bewegingen en systemen onder namen de eene al mooier en ....abnormaler soms ook, dan de andere.
Waar de H. Geest inkomt, werkt en zegepraalt, heeft men aan al dergelijke surrogaten en nabootsingen niet de minste behoefte.
Van deze Pinkstergemeente in Hand. 2 nu lezen wij, dat ze waren volhardende in de leer en in de gemeenschap etc.
Volhardende. In de ware levende Kerk hebben we te doen niet maar met een aandoening of zoo iets van tijdelijken aard; de H. Geest maakt woning. Hij komt tot ons, en is tot ons gekomen, om het werk van Christus eere aan te doen; en om alzoo aan God Zelf terug te brengen wat in de zonde aan Hem ontzonken was; daarom behoort dat volharden bij het werk des H. Geestes. Dit geldt zoowel van de leer als van de gemeenschap.
In onze dagen moge dit wel goed ons doordringen. Al dat staan naar verandering en nieuwigheden hangt in den regel saam, in zijn diepste wortelen, met een zucht naar een nieuw systeem van leer der zaligheid. Het éénmaal geopenbaarde, en als gezaghebbend door de apostelen verkondigd als leer des H. Geestes, is onveranderlijk.
Al die tegenwoordige nieuwe theologische denkwijzen, al die nieuwe verphilosofeeringen van wat men dan nog durft noemen de oude Gereformeerdheid, al die daarmee vaak gepaard gaande nieuwerwetsche cultus, het is in zijn diepste wezen in den regel ballast voor uw arme naar den levenden God dorstende ziel.
Hoe ouder ik word, beste vriend, hoe minder ik waarde vind in al die nieuwe bewegingen; hoe ouder ik word zeg ik weleens, hoe (in den goeden Schriftuurlijke zin verstaan!) antieker ik word.
Fanatiek antiek; als het aankomt op den eenigen waren weg der zaligheid; op het stuk van Zondag 1 uit onzen Catechismus.
Vooreerst vind ik daar alles in, wat mijn arme ziel noodig heeft; en al het andere kan haar slechts verwarren, verbijsteren, onthutsen, opgeblazen maken, bezwaren, en doen hijgen onder al de intellectueele en verkeerd-mystieke lasten.
Ik zeg weleens, als ik al die nieuwe methodes, stelsels, cultus enz. eerst moet doorwerken, is dit wel een geschikt middel om gek, maar niet om zalig te worden. Het kan vele zwakke zielen eer in het krankzinnigengesticht dan in den hemel brengen.
Wie naar het centrum van de zaak mag leeren dóórdringen, om van daaruit tot den buitenomtrek te keeren, heeft de ware methode; hij heeft al die ballast niet noodig.
Ja maar zegt ge mogelijk: kennis is toch óók wat, zeg. Een mensch is toch niet enkel ziel, hij is ook hoofd enz. Accoord, maar ge moet dan ook niet meenen dat we kennis haten, of ook, dat die centrale, die goddelijke geopenbaarde leer der zaligheid zonder denkinhoud is, en zonder diepgang, en zonder goddelijke denkbeelden en waarheden.
Neen, daar wil ik het nu juist eens over hebben met u.
God Zelf zegt in Zijn Woord: Mijn volk gaat verloren, omdat het geen kennis heeft. Wat was dat voor kennis?
Neen ge gaat niet verloren omdat ge b.v. geen Grieksch kent, of omdat ge niet weet van Plato, of Hegel, of Barth, of Heidegger, of Sartre, of Jung enz.
Niets hoor, maar wel schaadt het uw ziel als ge geen kennis hebt van Gods gegeven schatten in Zijn Verbond en Woorden; en dat tot de vreeze Gods, welke is de onderwerpelijke beantwoording aan de voorwerpelijke Godsopenbaring.
Wat een schatten, nog lang niet alle opgedolven, en nóg al minder door de velen gekend en genoten. Wat een schatten van Godskennis en zelfkennis, van Christuskennis en godsvruchtkennlis liggen er al niet in het ons alvast geopenbaarde Woord; in de leer daaruit geput, en in onze formulieren neergelegd.
Veel te weinig door de massa, ook door Gods kinderen, gekend, onderzocht, doorzocht, uitgeperst en uitgelezen, ingedronken en de ziel er uitgelaafd.
Hoe weinig nog weten (zelfs vele kinderen Gods) velen van het dat, van het wat, en vooral van het hoe aangaande den weg der zaligheid. Velen (ook Christenen) weten veel b.v. van Kierkegaard en Nietzsche en Barth enz, en zoo goed als niets van de volzalige aloude verborgenheden des geloofs, des Verbonds, der godzaligheid en wat dies meer zij.
Vraag b.v. eens (mijnentwege ook aan een candidaat), wat verschil en verband is, in de leer der genade, tusschen gerechtigheid, rechtvaardigheid en rechtvaardigmaking, enz. enz.
't Is vaak aller bedroevendst. Vooral wat de kennis van de practicale godgeleerdheid is.
Maar genoeg. Ik ben alweer over mijn plaatsruimte heen.

Met hartel. groeten en heilbede Uw Vr. en Br. in Christus,

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1953

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale Brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1953

De Wekker | 4 Pagina's