Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom het Oude Testament (46)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het Oude Testament (46)

Religieuze prostitutie. (7)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1 Kon. 14 : 24 wordt, volgens de Nieuwe Vertaling, gezegd, dat in de dagen van koning Rehabeam „aan ontucht gewijden" in het land waren.
Ze werden verdreven door koning Asa (1 Kon. 15 : 12) en de rest, die zich nog heimelijk wist te handhaven, werd uitgeroeid door diens zoon Josafat (1 Kon. 22 : 47).
Dat ze echter ook na die tijd nog weer onder Israël opdoken, blijkt uit de vermelding van 2 Kon. 23 : 7, waar gezegd wordt, dat koning Josia hun verblijven in het huis des HEEREN afbrak.
De Staten-Vertaling spreekt hier telkens van „schandjongens". Dit is zakelijk wel een passende benaming, maar er komt te weinig in uit, dat zowel meisjes als jongens, zowel vrouwen als mannen worden bedoeld.
Het Hebreeuws heeft een woord, dat „gewijden", ,geheiligden" betekent, en omvat beide sexen.
Uit 1 Kon. 15 : 12v en 2 Kon. 23 : 7 blijkt, dat deze ,„gewijden" wat te maken hebben gehad met de dienst van de godin Asjera, de Kanaänietische godin van de vruchtbaarheid, over wie we reeds in een vorig artikel spraken.
We zagen toen ook, dat de S.V. telkens spreekt van „bos", maar dat dan de godin Asjera wordt bedoeld.
Deze „gewijden" waren namelijk gewijd aan de dienst van deze godin, om zich prijs te geven voor een soort religieuze prostitutie.
Deze prostitutie hoorde oorspronkelijk thuis in de godsdienst van de Kanaänieten, maar was blijkens de genoemde teksten ook ingedrongen in de godsdienst van Israël. Uit 2 Kon. 23 : 7 blijkt zelfs, dat de prostitué's hun verblijf hielden in de tempel des HEEREN.
Dat dit stuk heidendom ook onder Israël had ingang gevonden, blijkt, behalve uit de genoemde schriftplaatsen, ook uit een enkele plaats in de profeten.
In Hos. 4 : 14 lezen we eveneens van deze „aan ontucht gewijden" (Nieuwe Vert.). De S.V. vertaalt: „snoodste hoeren". Ridderbos heeft: „gewijde deernen". In het Hebreeuws staat letterlijk: „Gewijde (vrouwen)".
Waarschijnlijk moeten we ook Amos 2 : 7 zo verstaan. Daar staat: „en de man en zijn vader gaan tot een jonge dochter, om Mijn heilige Naam te ontheiligen".
De N.V. heeft hier: „en een man en zijn vader gaan naar hetzelfde meisje, om Mijn heilige Naam te ontwijden".
Dat deze religieuze prostitutie onder Israël, die van puur heidense afkomst is, in de ogen van God, die juist Zijn volk telkens vermaande om heilig te zijn, zoals Hij Zelf heilig is, een gruwel was, spreekt van zelf.
Reeds in de woestijn had God het volk Israël voor deze erge zonde en deze gevaarlijke invloed van de zijde der Kanaänieten met klem gewaarschuwd.
We lezen in Deut. 23 : 17: „Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israël en er zal geen schandjongen zijn onder de zonen van Israël".
Het Hebreeuws laat ons duidelijk zien, dat bedoeld worden een aan ontucht gewijde vrouw en een aan ontucht gewijde man. Hier is sprake van de religieuze prostitutie.
Dat deze religieuze prostitutie oorspronkelijk van Kanaänietische afkomst is, blijkt duidelijk uit 1 Kon. 14 : 24. Daar wordt gezegd, dat Israël met al die „gewijden" deed „naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israëls uit de bezitting verdreven had".
We weten dit nu ook door de opgravingen van Ras Sjamra. In de religieuze teksten, die daar gevonden zijn, is ook van „gewijden" sprake en het blijkt, dat deze een belangrijke plaats in de godsdienst van Oegarit hebben ingenomen.
Bovendien leren we omtrent hun religieuze betekenis iets meer verstaan. We moeten die „gewijden" niet zonder meer beoordelen naar onze maatstaven van zedelijkheid. Deze gewijden hadden religieuze betekenis.
Zij hoorden thuis in de Kanaänietische landbouwreligie. Ook de godsdienst der Feniciërs, zoals uit de verschillende teksten duidelijk blijkt, was een echte landbouwreligie.
En nu dienden deze prostitué's om de vruchtbaarheid te bevorderen, en de grote macht van het leven in gang te houden.
Zij hadden dus magische betekenis. Zoals onze heidense voorouders op het midwinterfeest vuren ontstaken om het licht van de zon te bevorderen en in het voorjaar eieren aten om de levenskracht te bevorderen, zo waren de religieuze prostitué's voortdurend in actie om de vruchtbaarheid te bevorderen. Daarom waren ze ook verbonden aan de dienst van Asjera, de godin van de vruchtbaarheid.
Het spreekt vanzelf, dat deze prostitutie, hoewel religieus van opzet, een verschrikkelijke zedeloosheid in de hand werkte.
En het is duidelijk, dat voor deze „gruwel" geen wettige plaats was onder Israël, maar integendeel door God met kracht verboden werd, uit zedelijk, maar ook uit religieus oogpunt. De vruchtbaarheid komt alleen van Hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1953

De Wekker | 4 Pagina's

Rondom het Oude Testament (46)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1953

De Wekker | 4 Pagina's