Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De oren doorboord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oren doorboord

5 minuten leestijd

In verband met Ps. 40:4 wordt gevraagd naar de betekenis van dit woord en naar de vertaling er van. In Ps. 40:7 lezen wij de uitdrukking, hierboven vermeld; eveneens vinden wij een dergelijke uitdrukking in Exod. 21:6 en in Deut. 15:17. In Exod. 21:6 wordt melding gemaakt, van een slaaf, die zijn vrijheid niet begeert, maar wenst zijn heer te blijven dienen. Zijn heer moet hem dan tot de goden brengen, daarna tot de deurpost, en met een priem zijn oor doorboren. In Deut. 15:17 gaat het over een dergelijk geval, al is het daar niet zo uitvoerig genoemd. Het oor is het orgaan van het horen, het luisteren, en dus spreekt dit van gehoorzamen. De slaaf met het doorpriemde oor zal zijn heer nu altijd vrijwillig gehoorzamen, d.w.z. vrijwillig dienen, doen dus wat zijn heer beveelt. De vraag is nu of de uitdrukking in Ps. 40:7 dezelfde betekenis heeft? Wij lezen in de Statenbijbel, wanneer wij Ps. 40:7 opslaan: „Gij hebt mij de oren doorboord". In de brief aan de Hebreeën wordt deze tekst geciteerd, maar dan lezen wij: Gij hebt mij het lichaam toebereid, Hebr. 10:5. Vanwaar dit verschil? De tekst in de brief aan de Hebreeën is geciteerd uit de LXX, dat is de vertaling van het Oude Testament in de Griekse taal. Deze vertalers hebben een Hebr. tekst voor zich gehad, welke deze vertaling rechtvaardigde. Gevraagd wordt hoe de tekst in Ps. 40:7 moet worden verstaan. De Statenvertaling luidt, gelijk vermeld werd: Gij hebt mij de oren doorgeboord. Dezelfde tekst, aangehaald in de brief aan de Hebreeën, 10:5, luidt: Gij hebt mij het lichaam toebereid. In de N. Vertaling luidt de tekst in Ps. 40:7: Gij hebt mij geopende oren gegeven; in Hebr. 10:5 luidt de N.V.: Gij hebt mij een lichaam bereid. Bezwaar wordt gemaakt tegen de vertaling in Ps. 40:7, N.V. Waarom is niet vertaald gelijk in Exod. 21:6? Ook in de N.V. is daar toch sprake van het oor met een priem doorboren!
Wij geloven allen dat de Heilige Geest de Bijbel letterlijk heeft geïnspireerd, ingegeven. Die Geest van God deed het O.T. beschrijven in de Hebreeuwse taal. Wij moeten dus oordelen naar de Hebreeuwse tekst. Dadelijk treft ons dan dat er in Exod. 21:6 een ander Hebreeuws woord gebruikt wordt dan in Ps. 40:7 In Exod. 21:6, wordt een woord gebruikt (ratzang) dat betekent doorsteken, (b.v. met een priem). In Deut. 15:17 heeft het woord een andere vorm. Maar in Ps. 40:7 wordt een ander woord gebruikt; dat woord (karah I) betekent: uithollen, graven; b.v. een graf uitbouwen. Gen. 50:5; een put of kuil graven, Gen. 26:25; Jer. 18:20, 22. Oorspronkelijk had het de gedachte van „rondmaken", en zo verder: bereiden, herstellen, gereedmaken enz.; Mtth. 4:21; Mrk. 1:9; Hebr. 11:4. De Afrikaanse vertaling luidt: ore het U vir mij gegrawe. De vertaling luidt inderdaad: „oren hebt Gij mij gegraven". Deze tekst is dus niet gelijk aan de tekst in Exod. 21:6. Men kan zich dus bij de verklaring van Ps. 40:6 niet dadelijk beroepen op Exod. 21:6. Wij kunnen hoogstens bij de exegese van Ps. 40:7, het voorbeeld uit Exod. 21:6 als beeld gebruiken. Dat kan daarom wel goed geschieden, omdat de betekenis van beide Schriftwoorden in dezelfde lijn ligt. Bij de verklaring van Exod. 21:6, vergel. Deut. 15:17, kan men, bij het doorboren van het oor, toch zeker denken aan gehoorzamen, aan zich vrijwillig verbinden om te gehoorzamen. In Ps. 40:7 hebben wij dezelfde gedachte. Opgemerkt moet nog worden dat in Ps. 40:7 het woord oor staat in het meervoud, wat in Ex. 21 niet het geval is; evenmin in Deut. 15. In Ps. 40:7 moeten wij ook denken aan gehoorzamen; aan de gave van de gehoorzaamheid, aan vrijwillig gehoorzamen. In verband met Hebr. 10, weten wij dat Ps. 40 ook een Messiaanse Psalm is.
De Christus zingt, profeteert, dus in de zanger David. Daarom kon David zingen gelijk hij deed. David kende het gehoorzamen aan zijn God, maar hij heeft dit niet volmaakt betracht. Hij is niet omgekomen, want die David inspireerde, zou komen, om de wil des Vaders volmaakt te doen. Christus' lichaam is toebereid en Hij is gezalfd met de Heilige Geest, Luk. 1:35. De Borg was door deze zalving bekwaam, naar het lichaam, om zijn werk te volbrengen. In zijn vernedering had hij dus ook daarin de gave van gehoorzamen, de gave, door de zalving des Geestes, om te gehoorzamen, om de wil des Vaders te doen. Hij deed dit volmaakt. Al de tijd van Zijn omwandeling op aarde heeft Hij vrijwillig en volmaakt de wil des Vaders volbracht, Ps. 40:7-9; vergelijk Hebr. 10:1-18. De N. V. is dus correct overeenkomstig de Hebreeuwse tekst; de betekenis is geen andere. Wat in Exod. 21:6 staat, doelt allereerst op iets anders, maar heeft toch ook de zin van vrijwillig gehoorzamen. Het beslist andere woord in Ps. 40:7, eist eerlijk een andere vertaling dan in Exod. 21:6.
Gelukzalig allen, die de nieuwe gehoorzaamheid kennen, als vrucht van het borgwerk van Jezus Christus. Zij leren zingen: 'k Doe uw geboon oprecht en welgezind; uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten. Hebben wij al getekend om dien Koning vrijwillig te dienen? Nog niet? Haast u dan, eer het te laat is.

v.d. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1953

De Wekker | 4 Pagina's

De oren doorboord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1953

De Wekker | 4 Pagina's