Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat 4

Een nieuw instituut in voorbereiding

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze week — Dinsdag 17 November — berichtte de krant dat de oprichting van een Christelijk Sociologisch Instituut in voorbereiding is.
De zaak waar het hier om gaat is van betekenis. M.i. hebben ook onze kerken hier belang bij. Het bericht meldde dat nog besprekingen worden gevoerd met andere kerken. Het is ondergetekende niet bekend of ook met de een of andere instantie of diaconie of de ver. van diaconieën contact is opgenomen met het oog op deelname uit onze kerken. Mocht dit wel gebeurd zijn, des te beter. Mocht dit niet gebeurd zijn, dan dient dit m.i. nog te geschieden.
Waar gaat het hier om?
Sociologie is een nieuwe wetenschap. Het gaat hier om de kennis van het maatschappelijke leven, de inrichting van de maatschappij, de levensomstandigheden en de achtergrond van het leven der mensen. Bij die achtergrond komen zowel economische als kerkelijke en godsdienstige factoren ter sprake.
Het godsdienstige en kerkelijke leven is ten nauwste samengeweven met het gewone leven, waarin de gemeenteleden staan. Elke gemeente heeft een eigen cachet. En dat cachet wordt mede bepaald door geschiedkundige, maatschappelijke en zielkundige factoren. Waarom is een Fries een ander type Nederlander dan een Zeeuw? Waarom is een bewoner van de Veluwe anders dan een man uit de Groninger veenkoloniën. Vanzelfsprekend hebben al deze mensen hetzelfde evangelie nodig en is er voor Fries en Zeeuw, gelijk voor Hottentot en Toradja maar één weg om zalig te worden.
Maar dat neemt niet weg dat ieder weer op eigen wijze benaderd moet worden. Iemand, die arbeidt in een bepaalde gemeente, zal toch iets moeten weten van de eigenaardigheden van zijn gemeentenaren, van de inslag, de levensgewoonten en van de wijze „waarop men het doet". Dat is zonneklaar en wordt practisch door iedereen toegestemd, al heeft men nooit van sociologie gehoord.
De gemeenten weten heel goed dat elke dominee niet past in iedere gemeente en dat niet passen is niet alleen een kwestie van gaven, maar wel degelijk vooral van inslag, karakter, aanpassingsmogelijkheden bij de aard van een bepaalde gemeente enz. En de dominees weten dat ook wel en houden daar, de leiding van Gods voorzienigheid erkennende, rekening mee. Dat behoeft nog helemaal niet menselijk en vleselijk te zijn. Maar dat zijn factoren, die de Heere Zelf heeft gemaakt, waar ieder in schriftuurlijke nuchterheid op heeft te letten.
Een sociologisch instituut nu neemt het maatschappelijke leven en de achtergronden daarvan in studie. Deze wetenschap heeft een eigen plaats en een eigen taak. Natuurlijk kan ook deze wetenschap haar grenzen overschrijden. Namelijk wanneer men heel het kerkelijke en godsdienstige leven uit natuurlijke factoren gaat verklaren. Als deze wetenschap uit het oog zou verliezen dat tenslotte het geloof Gods gave is en niet uit de mens of uit een bepaalde streek is te verklaren dan is hier een gevaarlijke, onschriftuurlijke grensoverschrijding. Anderzijds mogen we ons oog er niet voor sluiten dat het geloof toch ook vaak vormen aanneemt, die wel degelijk een bepaalde achtergrond hebben. Hoe komt het b.v. dat onze vissersgemeenten een eigen inslag hebben? Is dat alles toevallig of kan er ook een verklaring voor gezocht worden in niet-direct geestelijke factoren?
Waarom wordt dit christelijk sociologisch instituut opgericht?
De aanleiding is gelegen in het feit dat de regering zich ook voor deze nieuwe wetenschap interesseert. Dat bleek enkele maanden geleden. Er zijn n.l. in ons land enkele z.g. „ontwikkelingsgebieden", streken, waar bijzondere aandacht aan moet worden besteed en die omhoog moeten worden gebracht: N.O. Groningen en N.O. Overijssel b.v. De regering heeft opdracht gegeven om / in deze gebieden een sociologisch onderzoek in te stellen. Deze opdracht kon echter tot dusver alleen gegeven worden aan neutrale, roomse of hervormde instituten of organisaties, die zich op dit gebied bewegen. Van prot. chr. zijde, speciaal van de zijde der Geref. gezindte, was er tot dusver op dit gebied niets.
De oprichting van een chr. sociologisch instituut wil nu in deze leemte voorzien. Terecht m.i. De Regering kan dan ook dit instituut inschakelen. Dat is van groot belang voor het resultaat van het onderzoek en het beeld dat van een bepaalde streek ontworpen wordt. Immers het uitgangspunt van de onderzoeker is van belang bij het opstellen van een rapport over een bepaalde streek.
Een roomse onderzoeker zal een ander rapport leveren over een specifiek gereformeerde streek dan iemand, die zelf calvinist is. Zo zal men ook de chr. geref. mensen moeten kunnen aanvoelen om een juiste indruk te geven van hun maatschappelijk leven en al wat daarmee samenhangt.
Om deze reden, opdat er dus geen vertekening van ons kerkelijk leven zal plaats vinden, acht ik het van betekenis dat ook onze kerken op de een of andere wijze relaties met dit chr. sociologisch instituut zullen onderhouden.
Enkele maanden geleden verscheen het eerste deel van het Handboek Pastorale Sociologie, onder redactie van de Directeur van het Sociologisch Instituut der Herv. Kerk. De opzet van dit handboek is het leven en werk der Kerk (speciaal de Ned. Herv. Kerk) te midden van ons volk duidelijk te maken.
In dit deel worden Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden, Brabant en Limburg behandeld. Een interessant boek al blijkt het specifiek hervormde standpunt op menige bladzijde. Er wordt wel eens een verklaring en beschrijving van de geestelijke ligging van een bepaalde streek gegeven waarbij we een vraagteken zetten. Over het algemeen wordt te spoedig gesproken van mysticisme en wat dies meer zij. Ook over de Chr. Geref. Kerken in deze gebieden wordt gehandeld. Op de bijgevoegde tabellen kan men nagaan hoe groot het percentage van onze kerkleden in deze gebieden is. Op blz. 131 lezen we dat in Zierikzee de kleine boeren voor een groot deel tot de Chr. Geref. Kerk behoren. Op blz. 135 dat tussen 1930/1940 de Chr. Geref. predikant van Zierikzee velen van de Herv. Kerk heeft afgetrokken. Van de 48.2% Gereformeerden van de bevolking van Kerkwerve behoort 30% tot de Chr. Geref. Kerk. Dit zijn natuurlijk cijfers voor de ramp.
We deden maar een greep en bespraken niet hetgeen gezegd wordt over „de ligging" van Goeree-Overflakkee en de Hoekse Waard b.v.
De sociologie, en speciaal de pastorale sociologie is een nieuwe en interessante wetenschap, die ons inzicht geeft in vele verhoudingen, waarmee de Kerk te maken heeft. Maar deze wetenschap inzonderheid vraagt een principieel uitgangspunt. Reden waarom wij de oprichting een chr. sociologisch instituut zeer toejuichen en hopen dat ook onze kerk of enkele onzer kerkleden bij de arbeid van dit instituut betrokken worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1953

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat 4

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1953

De Wekker | 4 Pagina's