Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opheffing van het processie-verbod?
De grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden is op de helling. Tengevolge van de plannen tot grondwetsherziening komt het processie-verbod, zoals dat momenteel beperkt geldt, weer aan de orde. Het is nu zo, dat „openbare godsdienstoefening" alleen is geoorloofd buiten gebouwen en besloten plaatsen, waar zij in 1848 naar de wetten en reglementen was toegelaten. In ieder geval is een processie, dat typisch Roomse verschijnsel, waarbij heel de Roomse eredienst uitdagend op de straat wordt gebracht, in Noord-Nederland niet toegelaten.
Zo is het nu. Maar de vraag heeft grond: Hoe lang zal dit nog zo zijn? Zullen we het ook boven de Moerdijk in overwegend Protestantse steden en dorpen beleven, dat de Roomse afgoderij niet alleen ten aanschouwen van iedere burger wordt bedreven, maar ook met eerbied moet aanschouwd worden?
Het zou in één woord ontzettend zijn, wanneer het zover kwam. Een teken van de voortgaande verromanisering van een Calvinistisch land als Nederland altijd geweest is. De stelling is zelfs te verdedigen: zonder het Calvinisme en de strijd om godsdienstvrijheid zou Nederland geen Nederland zijn geworden in de zin, zoals we het vandaag kennen. En zullen nu op de straten en pleinen, de paden en landwegen van dit gezegende land, de Roomse beelden gedragen worden? Zullen nu zij, die dit alles ontzet en geërgerd, verschrikt en ontstemd aanzien, straks uitgejouwd en kwalijk behandeld kunnen worden, wanneer zij het hoofd omdraaien en niet mee kunnen doen aan dit afgodisch gedoe?
De mogelijkheid bestaat intussen.
Immers de commissie, die tot taak heeft de grondwet te herzien, stelt voor om openbare godsdienstoefeningen buiten gebouwen en besloten plaatsen toe te staan „behoudens de bevoegdheid een voorgenomen godsdienstoefening te verbieden, indien de openbare orde en rust dit vereisen".
Wordt dit artikel aanvaard, dan is het hek van de dam.
De processie is dan alleen een kwestie van openbare orde en rust. Maar over wat een processie is en pretendeert te zijn, over de betekenis van de processie voor de processiegangers zelf, wordt niet gerept.
Wordt het artikel aanvaard, dan wordt straks de processie alom ingevoerd.
Het is dan ook te begrijpen dat de discussies rondom het processie-verbod opnieuw oplaaien. Met name de Hervormde Kerk is in actie. Een memorandum over deze kwestie werd aan de classicale vergaderingen toegezonden, met de bedoeling, dat de Synode, nadat ze de mening van de classicale vergaderingen gehoord heeft, de definitieve tekst in haar Juli-vergadering zal vaststellen. Ook andere protestantse kerken, aangesloten bij het contact in Overheidszaken, aan welk contact onze kerken zich op de Synode van 1950 onttrokken, ontvingen dit memorandum. Deputaten voor Correspondentie met de Hoge Overheid zullen ongetwijfeld ook op dit punt diligent zijn. Het is toch geen geringe zaak, die hier op het spel staat.
Wordt het processie-verbod opgeheven, dan betekent dat niet alleen een streep door ons calvinistisch verleden en een bewijs van de voortgaande emancipatie van de Roomse Kerk - Rome zou dit wel willen na de viering van „Honderd jaar Kromstaf" - maar het betekent dat ook het kostelijk goed van de vrijheid principieel wordt aangetast.
Deze regel wekt natuurlijk bevreemding. Oppervlakkig gezien zou men zeggen: is er wel vrijheid in Nederland als de Roomsen hun processies niet onbeperkt op de openbare wegen mogen houden? Moet men juist uit een oogpunt van godsdienstvrijheid geen sterke voorstander zijn van processie-vrijheid en de genoemde commissie dankbaar zijn voor haar open oog voor de vrijheid, die zij ten volle wil schenken aan de roomse medeburgers?
Maar wie het zo stelt, heeft bij lange na niet door wat een processie feitelijk is. Laten we het goed stellen.
De Roomsen hebben alle vrijheid om in hun kerkgebouwen samen te komen, hun eredienst daar uit te oefenen, zelfs propaganda te maken voor hun „dwaalleer". Is Rome daar op gesteld, accoord! Wij begeren diezelfde vrijheid - ook (en dat vergeet Rome) in overwegend Roomse landen.
Maar wanneer er een processie wordt gehouden, gebeurt er meer. Dan is er maar geen optocht aan de orde, zelfs geen optocht, die een godsdienstig karakter draagt. Maar dan wordt Jezus Christus onder de gedaante van brood op de straat gebracht. Op hetzelfde moment wordt de straat tot kerk. Het antwoord van elke voorbijganger moet zijn: knielende aanbidding! Gebeurt dit niet, dan is dit een belediging in Roomse ogen van Hem, Die wordt rondgedragen op de openbare weg.
Terecht staat in het Memorandum aangaande de processie, dat gepubliceerd werd in het Herderlijk Schrijven van de Herv. Synode:
„De straat is hier in een onzichtbaar kerkgebouw herschapen. Het eenvoudige R.K. kerkvolk voelt beter aan, waarom het gaat en neemt meermalen een dreigende houding aan tegenover toeschouwers, die zich aan de aanbidding onttrekken. Wie de processie afwijst en geen aanstoot wil geven, is genoopt een andere weg te kiezen. Want de straten waar het allerheiligste wordt rondgedragen en aanbeden, zijn niet meer voor hem".
Daarom staat hier inderdaad de vrijheid op het spel. De echte godsdienstvrijheid, die niet bindt, maar die functionneert en propageert!
Prof. Schippers schreef in „Bezinning": „Onze straten zijn te smal dan dat wij elkaar mogen hinderen met onze verschillen in eerbied voor wat de een het allerheiligste acht en de ander in de grond niet anders dan een verloochening van Golgotha vindt en een vervloekte afgoderij".
Zo is het inderdaad.
Daarom hopen we vurig dat het processie-verbod niet opgeheven wordt. Hoe het zal gaan, weten we niet.
Als K.V.P. en P.v.d.A. het samen eens zijn en de Roomsen op de stemmen van de laatste partij kunnen rekenen, dan is men al een heel eind.
Maar ja het mandement... . Dat was niet bepaald gunstig voor de P.v.d.A. Of is dat geen bezwaar en staan hier geen andere concessies tegenover?
Met belangstelling zullen we de debatten volgen.
Een Hervormde professor schreef zeer scherp: wordt dit aanvaard, dan staan we voor de keus: een burgeroorlog of emigreren!
De Heere zij dit ons land genadig en beware ons voor deze onbeperkte, publieke afgoderij!

J.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juli 1954

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juli 1954

De Wekker | 4 Pagina's