Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Was Maria uit het huis van David?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Was Maria uit het huis van David?

6 minuten leestijd

In een gesprek kwam dit onderwerp ter sprake. Ik beloofde er eens iets over te schrijven. Deze belofte wordt hierbij dan ingelost.
Het lijkt mogelijk op het eerste horen wonderlijk deze vraag te stellen, omdat wij er zo aan gewend geraakt zijn om dit als vaststaand aan te nemen. Hiermede is niet gezegd dat het niet vast zou staan maar wel dat, wanneer wij rustig de gegevens van het N. T. met elkaar vergelijken, deze zaak nog niet zo eenvoudig ligt, als zij op het eerste horen schijnt.
Of deze vraag belangrijk is? Inderdaad. Immers wanneer Maria niet uit het huis van David zou zijn, komen we voor de vraag hoe we dan moeten verstaan dat de H. Schrift zegt dat onze Heere Jezus Christus uit het geslacht van David is.
Erkend moet worden dat niet met zovele woorden gezegd wordt, althans niet op een op het eerste gezicht duidelijke wijze — dat Maria tot het huis van David behoorde.
Dit heeft tot gevolg gehad, dat er soms getwijfeld is of zij wel van Joodsen bloede was. Men wilde daarbij uit het feit dat in Matth. 1 vijf vrouwen in het geslachtsregister van Jezus genoemd worden, waarvan er vier van oorsprong heidin waren de conclusie trekken, dat ook Maria van niet-Joodse oorsprong geweest zou zijn. Dat is echter een conclusie di§ geen redelijke grond heeft.
Wel zijn er velen, die menen dat uit de gegevens van het N. T. niet te lezen valt dat Maria uit het huis van David is.
Men wijst dan op het volgende: Nooit wordt gezegd dat M. uit het huis van David is. (over Luk. 1:27 spreken wij straks). De geslachtsregisters, die in Matth. 1 en in Luk. 3 gegeven worden hebben beide betrekking op Jozef. Maria wordt een „nicht" van Elisabeth genoemd. Zij is dus naaste familie. En Elisabeth was als priestervrouw uit de stam van Levi. Deze conclusie is wel wat voorbarig. Immers het woord voor nicht in de oorspronkelijke tekst kan ook „verwante" betekenen. Daarbij is het ook nog de vraag of na de ballingschap de strenge scheiding van de stammen Israels nog doorgevoerd kon worden.
Wie nu op deze wijze ontkennen wil dat Maria uit het huis van David is, komt voor de moeilijkheid dat Christus toch als Davids zoon gezien wordt. Men wil dan sterke nadruk leggen op het feit dat Jozef Christus als zijn wettige zoon erkend en aangenomen heeft, waardoor Christus dan, via Jozef, wettig erfrecht op de troon van David verkregen zou heben. Vandaar dan de naam „Zoon van David".
Op deze wijze wordt de verhouding van Maria tot Jezus een heel eigenaardige en de uitdrukkelijke woorden der H. Schrift, als zij spreekt van uit de zade Davids, naar het vlees, krijgen dan wel een geheel eigenaardige zin.
Het is dan ook begrijpelijk dat er gevraagd is: zijn er geen andere aanwijzingen ?
Inderdaad, die zijn er.
Allereerst moet vastgesteld, dat de Schrift nergens nadrukkelijk ontkent dat Maria uit het huis en geslacht van David is.
Veeleer is aan te nemen, dat de verschillende gegevens over de relatie tussen Jezus en het huis van David de stilzwijgende onderstelling hebben dat Maria een Davidide was.
Daarvoor kan het volgende aangevoerd worden: Wij beginnen met er op te wijzen dat er in het N. T. verschillende uitspraken zijn, die nadrukkelijk vaststellen dat Jezus Christus uit het zaad van David is. Hier valt te wijzen op Rom. 1:3, 2 Tim. 2:7, Hand. 2:30 en Hebr. 7:14. Een en ander maal is daar sprake van uit de zade Davids zijn. Dat wijst altijd op een natuurlijke relatie. Zo ook hier dus.
Slaan we nu de Evv. op, dan blijkt, dat ook daar herhaaldelijk Christus door mensen uit de schare „Zoon van David" genoemd wordt. Dit was dus blijkbaar een verbreide mening.
Lezen wij nu de eerste hoofdstukken van Lukas, dan gaat het er blijkbaar om, aan te tonen dat God bezig is voor de betoning van zijn genade aan te knopen bij Davids geslacht. Luk. 1:32 wordt door de Engel tot Maria gezegd dat God de Heere, aan het kind dat zij ontvangen zal, de troon van zijn vader David geven zal.
Wie nu weet dat even tevoren gezegd is dat dit kind niet in de weg van de gewone verbintenis tussen man en vrouw geboren zal worden, kan hier niet anders denken dan aan de verwantschap, die Maria zelf met het huis van David had. Hoe zou anders van „zijn Vader" gesproken kunnen worden.
Deze gedachte wordt nog versterkt door wat Zacharias zegt in Luk. 1:69 n.l. dat de Heere in het huis van David zijn knecht bezig is verlossing te bereiden.
Nu blijft echter de vraag, hoe we Luk. 1:27 moeten lezen. Daar wordt gezegd dat Gabriel gezonden wordt tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids, en de naam der maagd was Maria.
De moeilijkheid is hier met het oog oog op wie nu gezegd wordt „uit de huize Davids". Het is mogelijk om dit zowel bij Jozef als ook bij Maria te lezen.
Hier lopen de meningen nogal over uiteen. Voor beide opvattingen zijn er ook argumenten.
Zeker is dat hier niet gezegd wordt — dit staat met het oog op de boven gegeven gedachten wel vast — dat Jozef alleen uit het huis van David was en Maria niet. Er is veel meer om aan te nemen dat het betrekking heeft op Maria, vooral omdat het hier voornamelijk om haar en haar relatie tot de vleeswording des Woords gaat. Straks in Luk. 2:4 wordt dan uitdrukkelijk ook van Jozef gezegd dat hij uit het huis en geslacht van David was.
Ook tegen de achtergrond van heel de profetie, die telkens van Gods werk in Davids huis spreekt, laat het zich niet denken dat er alleen maar een relatie van Christus tot het huis van David zou zijn door de erkenning van Jozef.
De relatie tot het huis van David wa s er. Zij krijgt haar rechtspositie door Jozef, in de menselijke sfeer dan. Het komt mij voor dat het voor het N. T. zo onomstotelijk vaststaat dat Christus via Maria naar het vlees uit David is dat daar geen sprake over valt.
Het staat eenvoudig vast.
God de Heere openbaart zijn wondere verlossing in het huis van David. En daarbij hebben en Maria en Jozef beiden hun bijzondere positie en betekenis, omdat zij beiden uit het huis en geslacht van David zijn.
Wij beantwoorden de gestelde vraag derhalve positief.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1955

De Wekker | 4 Pagina's

Was Maria uit het huis van David?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1955

De Wekker | 4 Pagina's