Reizen op Zondag (3)

Via de Redacteur van De Wekker ontving ik een schrijven van iemand, die met grote instemming alle actie begroet, die gevoerd wordt om te komen tot het voorkomen van het reizen op de Zondag door militairen. Gezien de werkelijke urgentie (dringendheid) van deze zaak, wil ik daaruit nog gaarne iets weergeven.
Genoemde schrijver attendeert daarin op het onlangs verschenen Memorandum, door de Nat. Chr. Onderoff. vereniging gericht aan de Minister van Oorlog, de Volksvertegenwoordiging en de Kerken.
Hierin werden bezwaren te berde gebracht tegen a) de oefeningen in internationaal verband (b.v. in Duitsland) waaraan onze troepen meewerken, en waarbij veelal een Zondag is gemoeid; b) het steeds voortduren van op grote schaal doen vervoeren van militairen op Zondag; en c) het z.g. cafetaria-systeem, waarbij geen gelegenheid meer is, om voor en na de maaltijd rustig te bidden en te danken.
Dit was inderdaad een zeer waardig stuk.
Door onze Depp, is hieraan onmiddellijk adhaesie betuigd, als ik me niet vergis eveneens door Depp, voor Corr. met de Hoge Overheid, alsmede door vele Kerkeraden. Als onze scribent dus schrijft, dat hij dit gaarne zou zien, dan is dit al gebeurd.
De bedoeling van de schrijver is echter vooral, dat hieraan blijvend aandacht zal worden geschonken. En dit is zeker terecht. Wij zijn dit van harte met hem eens. Ook als de Minister eventueel afwijzend op een en ander zou beschikken, moet alles worden gedaan om voor deze zaak te blijven ijveren.
Onze Depp, voor de Geest. Verzorging onzer militairen zijn ten deze volkomen diligent (waakzaam). In overweging is reeds om nog eens weer te trachten, in samenwerking met de Depp, der Geref. Kerken, tot een bepaalde actie te komen.
Ongetwijfeld ligt hier ook een taak voor onze mannen in de 2e Kamer. Dus voor de rechtse politieke partijen. Niettemin blijft er genoeg te doen over voor ons als Kerken.
Stellig toch zou het van groot belang zijn, als élke kerkeraad, zo ooit weer een dergelijk Memorandum mocht worden ontvangen, hieraan onmiddellijk adhaesie betuigt. Ik ben er echter niet zeker van dat dit stuk aan alle kerkeraden afzonderlijk is toegezonden. Ik meen van niet.
Evenwel, zovaak iets dergelijks wordt gepubliceerd in de bladen, laat men de logen open hebben, en op alle manier deze zaak zoeken te steunen.
Terecht wijst de schrijver er op, dat het geen gezonde toestand kan heten, als een en ander soms aan de plaatselijke commandanten wordt overgelaten. Dit geeft altijd scheve verhoudingen. Daarbij wordt voor Roomse feestdagen volledig vrij gegeven, waarbij de Roomse militairen, volgens schrijver, eerst de volgende dag behoefden terug te komen. Indien dit zo is, is dit zeker onrecht.
Omtrent de oefeningen in het buitenland zou ik alleen willen opmerken, dat het niet onmogelijk is, dat de Minister niet geheel vrij is ten deze, gezien onze verbondenheid in en aan het groot internationaal verband.
Maar waar het tenslotte om gaat: de ogen open, en blijven ageren voor een volledige Zondagsheiliging ook in het leger. Het is, zoals hij schrijft: de zaak is groeiende, en heeft in steeds breder kring warme belangstelling. Intussen, zolang van Overheidswege hier niet aan wordt gewerkt, dienen ouders en militairen principieel te blijven, en niet op Zondag te reizen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen