Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes

Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst lief gehad heeft. 1 Joh. 4 :19. .........welken Jezus liefhad. Ev. v. Joh. 13:23b.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie aan de Apostel Johannes denkt, hoort de klanken der liefde uit de geschriften, die op naam van deze discipel staan in het N.T.
Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad, zo schreef Johannes aan de gemeente, maar dit is ook de karakteristiek voor heel het leven en werken van deze Apostel.
Johannes heeft het voorrecht gehad heel oud — hoe oud weten wij niet precies — te mogen worden. En juist in de ouderdom heeft hij te boek gesteld wat wij in de openbaring van het N. Testament van hem bezitten. Het is daardoor mee te verstaan dat juist de Heilige Geest door Johannes zoveel van de liefde ons heeft geopenbaard. Naarmate de mens zelf ouder wordt, valt alles van de mens zelf weg. Dan blijft het wonder van de liefde Gods alleen over als de enige grond, van waaruit alles verstaan kan worden.
Hij heeft ons liefgehad.... dat is het enige.
In het Evangelie van Johannes vinden wij meermalen de uitdrukking: de discipel welken Jezus liefhad. Hier wordt dan niet de nadruk gelegd op de liefde, die Johannes tot Jezus had, maar omgekeerd, de liefde, die Jezus tot Johannes had.
Er zijn er geweest die Johannes het als een karakterfout hebben aangerekend dat hij deze uitdrukking telkens gebruikt. Hij zou daarmee zichzelf op de voorgrond hebben willen plaatsen. Dit is niet juist gezien.
Het wonder is voor Johannes zoveel te groter geworden met de jaren. En dan alleen daar, waar het niet anders kan, en hij eigen naam verzwijgt gebruikt hij deze aanduiding voor zichzelf. De positie, die hij had ziet hij als een, waarvan de oorzaak alleen in Jezus zelf ligt, ja nog dieper: in de verkiezing des Vaders. 1 Joh. 3:1.
Als er bij Johannes liefde was — en zij was er — dan is ze er alleen omdat een andere liefde de eerste was, de liefde Gods.
Kunstenaars hebben in de loop der eeuwen getracht Johannes in beeld te brengen. Opmerkelijk dat zij hem als een man met een vrouwelijke uitdrukking hebben voorgesteld, een beminnelijke figuur op het oog. Hier heeft de gedachte parten gespeeld dat er in Johannes' zelf iets aantrekkelijks zou hebben gelegen. Bij een liefdevolle Jezus paste alleen een liefdevolle Johannes. Hier zijn de dingen Gods wel grondig op z'n kop gezet!
De mens Johannes moet dan iets aantrekkelijks hebben gehad, vandaar de liefde van Jezus.
Mij dunkt Johannes zelf zou hier het sterkst tegen hebben geprotesteerd. In al de vijf geschriften van Johannes is er één toon: de liefhebbende God is eerst en alles. Daar komt Johannes over in aanbidding, telkens weer.
Johannes heeft uit de genade-arbeid Gods al de tijden van het werkwoord liefhebben leren aflezen: God in Christus en door Christus heeft liefgehad. Hij heeft lief en Hij zal blijven liefhebben. Hierin zijn het verste verleden en de verste toekomst begrepen. Daarom is ze een eeuwige liefde. Zij is van eeuwigheid en tot in der eeuwigheid. Ja, hierin is God zelf. En het is Johannes, de enige in het N. Testament, die geschreven heeft: God is liefde.
Hier kan niet meer begrepen, alleen maar aangebeden worden!
En daar vindt de liefde, die God lief heeft haar oorsprong.
Er is iets van God uitgestort in het hart van de mens.
En veel daarvan in de mens, de Apostel, de bijzonder beminde zondaar, die Johannes heet.
Is het wonder dat Johannes in zijn levensavond zingt van die liefde?
En tegelijk wijst hij al maar van zichzelf af, naar de Ene in wie de liefde Gods geopenbaard is en haar kracht heeft gekregen onder ons.
Het Evangelie van Johannes is de grote verkondiging van het wonder van de Christus Gods. Hij is alles; de wijnstok, de herder, het licht, het leven, het water des levens en het brood dat eeuwig voedt.
Ja het is door de openbaring van die Christus zelf dat leven gaat het wonder van de band die Johannes telkens het „geloof" noemt.
Geloven is die relatie aan die Christus Gods waardoor het wonder van de liefde Gods ervaren en verstaan wordt en tegelijk de wederliefde opbloeit in het hart.
En dat is leven, eeuwig leven, want wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven.
Johannes ziet terug: wij hebben Hem lief, ja, maar Hij was de eerste.
Dat was al zo toen Johannes uit Galilea naar Johannes de Doper ging.
Dat was zo toen Hij geroepen werd met Jakobus zijn broer, uit het schip.
Dat was altijd en overal zo. Christus altijd de eerste.
En daaruit ontstond het wonder der wederliefde.
Dat de kunstenaars een „lieve" discipel hebben willen geven hangt mee samen met het feit, dat zij de liefde vooral sentimenteel hebben verstaan. Liefde, die vooral in de gevoelssfeer functioneert.
Hadden zij het N. Testament beter gelezen, zij zouden zo niet hebben gedaan. Wat het N. Testament liefde noemt, raakt zeer zeker in de diepste zin van het woord het gevoel, maar gaat daar niet in op.
Liefde is hier vooral in daden zichtbaar, zij is de dragende en blijvende grond voor deze daden. Aan de zijde Gods, daden der verkiezing, der verlossing, der bewaring en der trouw. Aan de zijde van de mens in daden der overgave en der zelfverloochening.
Johannes was ook een Boanerges. Toen was hij niet lief, maar het was wel liefde. Alleen zij moest gelouterd worden.
Was liefde sentiment alleen, zij zou het verstand op non-activiteit zetten. Het tegendeel is echter waar. Johannes verstaat dieper dan een der Apostelen. Zijn kennen is diep en breed. Het reikt naar de eeuwigheid achter en naar de eeuwigheid voor. Het „in den beginne" en de ,,voleinding" vinden we beide bij Johannes. Zijn kennen heeft zich juist door de liefde mogen verzadigen aan de diepten Gods. Dat liefde, bij deze verkorene des Heeren niet maar sentiment is blijkt uit de felle striemende haat die in zijn woorden gloeit.
Hij kan niet groeten, die Christus niet hoogachten; uit de duivel zijn zij, die Hem niet als de Zone Gods erkennen, de Anti-christ is in hen, leugenaars zijn zij. Neen, de liefde pleistert niet, zij is scherp, omdat zij aan de liefde Gods ontbrand is.
Was de liefde alleen gevoelige aandoening, dan zou zij alleen op het behoud en het kweken daarvan bedacht zijn. Men denkt dan alleen aan zichzelf.
Niets daarvan bij de apostel der liefde.
Hij wekt alsmaar op tot broederliefde, die in klinkende daden zich uiten gaat. Niet de glans op ons gezicht verraadt de ware liefde, maar de glans, die er ontstaat op het gezicht van de ander, die wij onze daden wijden, bewijst de ware liefde.
Mensen, die alleen maar God liefhebben, die zij niet zien, zijn beschouwende mensen, maar die de ongeziene God liefhebben in de wel-geziene-broeder vertonen het bewijs dat zij uit God geboren zijn.
De liefde van God, die hen getrokken en gevonden heeft, gaat door hen heen ook voor anderen lichten.
En hoe meer zij van die liefde Gods verstaan, hoe meer zij daarvan anderen kunnen tonen.
Dat was het levensgeheim van de Apostel Johannes.
Inderdaad: hij had lief, omdat God hem eerst had liefgehad.
En die liefde laat een lichtend spoor na.
Een lichtspoor Gods.
En gij?

Kremer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1956

De Wekker | 4 Pagina's

Johannes

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1956

De Wekker | 4 Pagina's