Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heengegaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heengegaan

5 minuten leestijd

Dominee Jansen is gestorven.

Dominee Jansen is gestorven.
Zo luidde het schokkend bericht, dat j.l. Zaterdag per telefoon mij bereikte, en dat velen in den lande diep heeft ontroerd.
Jansen was één van die weinigen, die onze kerken meer dan een halve eeuw hebben gediend.
Vrijdagavond 25 Januari 's avonds half acht werd hij door zijn Meester geroepen en hij antwoordde: Zie, hier ben ik.
Hij had met zijn vrouw nog aan tafel de broodmaaltijd genuttigd, en, terwijl zijn vrouw even de kamer had verlaten, vond zij, bij haar terugkeer, haar man dood liggen naast zijn stoel.
„Wat plotseling", zeggen wij allen, en toch mocht zijn vrouw daarin voelen de goede hand haars Gods, Die hem de pijn van 't afscheid gespaard heeft.
We moeten onze Jansen kennen, om dit tedere woord van zijn teerbeminde vrouw te verstaan.
Nog voor kort had hij tot Ds. v. d. Weele, die hem als pastor steeds bezocht, gezegd: „ik voel mij soms als van de dood omgeven." Met het oog op dit plotselinge scheiden had Ds. v. d. Weele Zondagmorgen tot tekst gekozen: ,En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg."
De laatste preek, die onze ontslapen broeder heeft gehouden, was in de kerk te Rijnsburg over Jesaja 41 :14: „Vrees niet gij, wormpje Jacobs, en gij volkje, Israels, Ik help u, spreekt de Heere, en Uw verlosser is de Heilige Israels."
Wie Jansen kent kan zich voorstellen, hoe hij in zijn preken dat „vrees niet" heeft benadrukt, want „preken" was zijn kracht.
Hij was geen figuur, die op de voorgrond wilde treden, trots de kerken hem steeds naar voren wilden halen. Werd hij niet tot tweemaal toe benoemd tot Hoogleraar aan onze Theologische School ? Had hij niet een waardige plaats enkele jaren in het college van Curatoren? Maar zijn hart ging uit naar de gemeente en de kansel. Hij kon schitterend preken, niet alleen door zijn voordracht maar bovenal, omdat hij ten volle was Dienaar des Goddelijken Woords. Wat van een Johannes is opgetekend in de Bijbel, kan ook van deze Johannes gezegd worden: Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven in vergeving hunner zonden. Zijn naam „Johannes" d.i. God is genadig vond zijn weerspiegeling in zijn preken.
God had Ds. Jansen met een sierlijk charisma bedeeld om het Woord van God in al zijn majesteitelijkheid te laten spreken, te laten getuigen, te laten donderen, te laten troosten. Ebal en Gerazim betrad hij steeds, als hij de kansel opging en de bazuin van Gods Woord aan zijn mond zette.
Aan zulke mannen heeft onze kerk zozeer behoefte, en daarom zijn zulke figuren een groot verlies.
Jansen behoorde nog tot wat wij kunnen noemen „de ouderen."
Wat herinner ik mij, die de eer heeft gehad zijn studiegenoot te wezen, tal van taferelen uit onze studietijd die onze vriendschap steeds heeft verlevendigd en bestendigd.
Jansen is opgegroeid in een tijd, toen de schoonheid van ons kerkelijk beginsel door niets werd verdonkerd en toen vastheid van lijn nooit tweestemmigheid bracht in onze gelederen. De tijden zijn wel veranderd en de mensen nog meer. Soms wordt thans met een beroep op de tijden de indruk gewekt om een wigge te drijven in het cement, dat de Kerken moet samen houden en dat onze Theologische School een waardige plaats geeft in het tempelwerk der theologie.
Jansen is heengegaan naar de Kerk, die geen grenzen meer kent, en geen tegenstellingen meer oproept, maar die door geen ander Woord is saamvergaderd, en door geen ander bloed is geheiligd, dan Jansen meer dan een halve eeuw zijn medezondaren verkondigd heeft. Onze innige deelneming gaat uit naar haar, die vereenzaamd achter blijft, en die lief en leed zoveel jaren met hem gedeeld heeft. De Heere, de God aller vertroosting zij haar kracht en troost in dit zo smartelijk verlies.
Het heengaan van Ds. Jansen zij voor zijn ambtsbroeders, en voor hen niet alleen, een ernstige roepstem om bereid te zijn, want gij weet niet, in welke ure de bode komt, die U en mij zal wenken naar gindse zijde. Voor de kerk van Leiden, waar hij ruim 35 jaar het Woord Gods heeft verkondigd, ja, voor al onze kerken blijve de boodschap: „gedenkt uwe voorgangeren, die U het Woord Gods verkondigd hebben." Dienaars komen en Dienaars gaan, maar Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in alle eeuwigheid.
Dominee Jansen is gestorven, zo begon dit artikel, maar zo eindigt het niet. Johannes Jansen is niet dood.
Dominees gaan dood, want daarboven heeft de triumferende Kerk geen dominees meer nodig, maar onder het getal der verloste zondaren was ook een plaats voor Johannes Jansen bereid.
Daarom triumfeert in en over het sterven van onze geliefde Vriend en Broeder het woord van Gods belofte: Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven van nu aan, ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid, en hunne werken volgen met hen.
Sterven in den Heere — dat is — erven van den Heere.
De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen,
Ja, een schone erfenis is mij geworden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1957

De Wekker | 4 Pagina's

Heengegaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1957

De Wekker | 4 Pagina's