Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In het licht wandelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het licht wandelen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het hcht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt van alle zonden 1Johannes 1 vers 7

Het klinkt nogal optimistisch om in deze duistere wereld te spreken over wandelen in het licht! Toch moet het: Gods kinderen moeten schijnen „als lichten in de wereld" (Fil. 2 :15).
Maar hoe kan dat dan? De apostel Johannes zegt enige verzen tevoren „dat God een licht is, en gans geen duisternis in Hem is".
God — enkel Licht! Hoe zullen wij in dat licht wandelen? We zijn geschapen om in gemeenschap te leven, en wel allereerst in gemeenschap met God. Maar — wij kunnen het licht niet verdragen. Er is in een gewoon mensenleven zovéél dat geen licht verdragen kan. We zouden niet graag willen dat ons ganse bestaan, met inbegrip van onze gedachten en begeerten, voor iedereen open lag.
Hoe zullen wij dan hèt licht verdragen? Alle dingen zijn naakt en geopend voor Gods ogen — kan er dan sprake zijn van een rustig wandelen in Zijn licht?
We zouden ons liever verbergen, ons leven aan dat licht onttrekken. En dat doen we ook.
Maar God roept zondaars uit de duisternis tot het licht. En dan moeten we tevoorschijn komen, zoals Adam en Eva. Dat valt niet mee, onbedekt voor God te staan, een besef te hebben van zonde en onreinheid en tevens voelen dat God alles weet wat ik weet, alles ziet wat ik zie! We zouden willen vluchten. En toch worden we op die plaats vastgehouden. Dat is ten diepste Gods zondaarsliefde die trekt, zodat we Hem niet meer kunnen missen
Met zulke mensen komt het in orde! De apostel zegt in vs. 3 dat de door hem bedoelde gemeenschap is „met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus". In Hem kan God met die onreine zondaar gemeenschap hebben. En ziende op Christus kan zo'n zondaar het uithouden bij God. Meer nog: God wil hem leren dat de liefde van Christus samenvalt met de liefde des Vaders. Gemeenschap met God kan nooit anders zijn dan gemeenschap met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus. Maar in en door Hem is de gemeenschap met God dan ook het zaligst wat ons hart doorleven kan: het is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God!

Wie dit kent, wandelt in het licht, want God is louter licht. Daarom zegt het voorafgaande vers: „Indien wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben, en in de duisternis wandelen, zo liegen wij en doen de waarheid niet." In de gemeenschap met God krijgen we een afkeer van de duisternis en van alle werken der duisternis. Gemeenschap met God doet in het licht wandelen, zegt Johannes, „gelijk Hij in het licht is".
Hoe eenvoudig is dit! Wie wandelt in de volle zon, kan niet tegelijk in het donker gaan!
En toch, zo eenvoudig lijkt het niet in de werkelijkheid van ons leven. Ge kunt U misschien beter vinden in dat vers uit Jesaja 50, dat spreekt over iemand die de Heere vreest, maar in duisternissen wandelt en géén licht heeft!
Met Jesaja kunnen we praten, beter dan met Johannes! Of zou het meevallen? Inderdaad. Hij is nog niet uitgesproken. Hij weet van onze bezwaren en zondeklachten. En daarom volgt er nog wat: „En het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde."
Het bloed van Christus is de enige weg tot de gemeenschap met God. En dat blijft zo. Gemeenschap met God kan alleen rusten in het bloed van Christus. Niet in onze waardigheid of vroomheid.
Maar het andere is ook waar: onze dagelijkse zonden en tegenvallers, zelfs ons zondigen tegen beter weten in, behoeft de gemeenschap met God niet onmogelijk te maken.
Als wij maar onze zonden kennen en belijden, en altijd opnieuw pleiten op Christus' reinigend bloed. Hoe meer wij op onze zonden en zondigheid gaan zien, des te beslister zij ook ons pleiten op dat bloed, waarin de Vader juist op zulke mensen heeft gerekend, als we onszelf bevinden te zijn!

Er staat nog iets bij: „Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander".
Gemeenschap met God door Christus doet wandelen in het licht en geeft gemeenschap aan elkander. Dat is Gods bedoeling ook. Het gaat om de kerk, de gemeenschap der Heiligen.
De zonde heeft ons niet alleen van God vervreemd, maar ook van elkander. De mens is eenzaam geworden. Die eenzaamheid wordt door geen menselijke „gemeenschappen" overwonnen, maar alleen vanuit de herstelde gemeenschap met God. Die in het licht wandelen zien elkander, ontdekken elkander, hebben ook gemeenschap met elkaar. Het is de gemeenschap der heiligen, zij reikt over kerkmuren en landsgrenzen heen. En zelfs over dood en graf.
Dit zijn de mensen die de heerlijkheid van het licht kennen. En die het daarom niet meer kunnen uithouden in de duisternis. Maar niettemin klaagt ge nog over donkerheid? 't Is begrijpelijk, de volle dag straalt nog niet. Onthoud dit goed: als het zo donker blijft, is dat niet vanwege uw zonden als zodanig, want het bloed van Christus reinigt van alle zonde. Het komt door het niet belijden, het bedekken van onze zonde. Zo houden wij zelf de duisternis vast.
Wij kunnen alleen in het licht wandelen en blijven wandelen door voortdurend welbewust, gelovig te vluchten tot Christus' bloed. O, dat al Gods kinderen meer in het licht mogen wandelen! Dan zouden ze elkaar ook beter zien. Iemand heeft eens geschreven: „Probeer het eens en wandel één dag aanhoudend in het licht, hoe helder het in uw binnenste wordt, hoe gij alles beter leert onderscheiden. Wie in het licht wandelt, heeft een heldere blik op God. Wordt ook in hem de zinnelijke mens meermalen verontrust, zo is toch de innerlijke wil van zijn geest op God gericht, en onbewegelijk als een sterke boom wiens takken door de wind hevig worden bewogen, maar wiens stam onbewegelijk vast staat".
Hoe zalig is het volk dat naar uw klanken hoort, zij wandelen Heer, in 't licht van 't Goddelijk aanschijn voort!

BIoemendaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1957

De Wekker | 4 Pagina's

In het licht wandelen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1957

De Wekker | 4 Pagina's