Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Levend Christendom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levend Christendom

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het petitionnement.
In de maand Juli was het honderd jaar geleden dat de schoolwet van Mr. J. J. L. van der Brugghen werd aangenomen. Het is niet onze bedoeling er uitgebreid bij stil te staan. Dat zal wellicht in een andere rubriek geschieden. Maar wij moeten dergelijke gebeurtenissen niet uit het oog verliezen.
Het Cultureel Maandblad voor het Christelijk Onderwijs wijdde al een apart nummer aan de man, wiens naam wij hier noemden. Nog een tweede nummer zal volgen, te schrijven door Prof. Goslinga.

Minister van Rheenen wilde de gemengde school behouden. Het petitionnement (d.w.z. een verzoekschrift door velen getekend) van de bekende Groen CS. wilde de facultatieve splitsing van de staatsschool; afzonderlijke protestante. Roomse en Joodse scholen. Koning Willem III drong er op aan dat de minister aan hen, die het verzoekschrift indienden, tegemoet zou komen. Dat gebeurde niet. Van der Brugghen kreeg opdracht om een kabinet te formeren tot oplossing van de schoolstrijd. Het nieuwe ministerie verklaarde 2 Juli '56 dat de gemengde school als regel, zou blijven. Het onderwijs zou dienstbaar gemaakt worden aan de „opleiding tot christelijke en maatschappelijke deugden". Van der Brugghen verklaarde later dat alles wat tot het begrip christendom behoort van de school verwijderd moest blijven. (1857)
Nu weten wij allen wellicht dat van der Brugghen voorheen meestreed voor het christelijk onderwijs. Heeft hij zijn beginsel verloochend? Daarover is al heel wat geschreven en wordt nu weer geschreven. Wat hiervan te zeggen?
Levend christendom kan niet voorgoed zijn beginsel verloochenen.
Allereerst kunnen wij vragen waarom van der Brugghen niet streed voor de herkerstening van de openbare overheidsschool? Dr. H. J. Langman antwoordt: omdat hij de mogelijkheid daartoe niet zag; vooral omdat zijn geestelijke instelling hem de voorkeur deed geven aan een vrije school boven een — voor zijn denken onmogelijke — christelijke overheidsschool.
Dr. Langman vraagt: Maar waarin heeft van der Brugghen toch gefaald? Hij antwoordt: Ik meen dat het hierin is: de neutrale school van de wet van 1857 — en dat was ze ondanks de uitgeholde clausule van de christelijke en maatschappelijke deugden — was vrucht van de voortgaande saecularisatie (verwereldlijking, v. d. M.) van de overheid en hare instellingen, die voortkwam uit de Franse revolutie. Het was de vrucht van de los-van-God-beweging, dat is immers saecularisatie! Van der Brugghen leverde de sluitsteen der saecularisatie op onderwijsgebied: de neutrale overheidsschool. (Ad Fontes, Juni 1957; blz. 26
Het is er ons niet om te doen in dit artikel de historie verder te laten spreken. Dat een storm van verontwaardiging opstak tegen het doen van Mr. van der Brugghen, die zich eens toonde een warm voorstander te zijn van het christelijk onderwijs, laat zich goed begrijpen.
Wij :willen een en ander alleen noemen om ons af te vragen of wij met ons christelijk onderwijs niet op de weg van de saecularisatie zijn. Het moet ons allen — ouders, bestuursleden der christelijke scholen, personeel van die scholen — toch gaan om de Schriftuurlijke beginselen. Wij allen moeten, zal het goed zijn, gedreven worden door de liefde van Christus. Wij lazen eens een brief van een moeder aan haar kinderen. Die moeder vertelde in die brief van haar onderwijzer. Hij was een man, die niet kon zwijgen over de liefde van Christus; hij wees altijd weer op de noodzaak der wedergeboorte en van het geloof; hij worstelde biddend om het heil van het kind. Die moeder was ook tot de kennis van Jezus Christus als haar Borg en Middelaar gekomen. Zulke onderwijzers en zulke ouders hebben wij nodig. Het gevaar is zo groot tegenwoordig dat wij opgaan in mooie scholen, verhoogde subsidies, schoolreisjes, schoolfilmen, schooltoneelstukken, enz. maar vergeten dat de kinderen geleid moeten worden aan de voeten van Christus en opgevoed moeten worden naar eis van Gods Woord en Verbond. Heel het onderwijs moet geuren de reuk van Christus.
Nu weten wij wel dat het in onze tijd moeilijk is om de grenzen zuiver te houden. Wij hebben veel en veel meer te maken met de Overheid dan een grote halve eeuw geleden. Soms moet je jezelf wel eens afvragen of wij nog wel echt christelijk onderwijs hebben?
Levend christendom kan niet tevreden zijn met een formeel zuiver etiket. De bestuursleden moeten daar wel op letten. Geen onderwijzer of onderwijzeres moet kunnen buiten de liefde van Christus. De leraren en leraressen moeten persoonlijk overtuigd zijn van de christelijke beginselen; overtuigd door Gods Geest. Dan zullen zij ook uit die overtuiging leven en in die overtuiging arbeiden.
Wij mogen ons wel eens bezinnen op ons christelijk onderwijs.
Zijn wij nog vrij van de smetten der saecularisatie?
Zijn wij ook niet bezig de sluitsteen voor die saecularisatie te behouwen, zij het dan met wat „christelijke olie" overgoten ?
Laat het bekende petitionnement ons wat leren!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1957

De Wekker | 4 Pagina's

Levend Christendom

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1957

De Wekker | 4 Pagina's