Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gemene gratie (18)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gemene gratie (18)

6 minuten leestijd

Vervolg Middelaarschap en Gemene gratie
Slaan wij nu het Nieuwe Testament op, zo is daar de proloog van Johannes, waar de Logos, of het Woord, dat bij God was, als middeloorzaak der ganse schepping wordt beschreven.
Hieraan is reeds voldoende aandacht besteed.
Daarom wens ik de aandacht van de belangstellende lezer te vragen voor een woord uit de brief aan de Collossenzen.
Het is juist in deze brief, dat de persoon van Christus heel sterk benadrukt wordt.
Spreekt de brief aan de gemeente van Efeze over de katholiciteit der Kerk van Christus, in de brief aan de Collossenzen staat de allesbeheersende persoon van Christus in het middelpunt. Daarom is deze brief dóór en dóór Christocentrisch, en daarom heeft juist deze brief voor ons zo grote betekenis, als het de vraag betreft naar het scheppings- en verlossingsmiddelaarschap van Christus!
Wie deze brief met aandacht leest, zal getroffen worden door de onderscheiden posities, welke Christus inneemt in zijn verhouding tegenover God en wereld.
Er kunnen hier een drietal onderscheidingen worden gemaakt.
Allereerst Christus' verhouding tot God.
Vervolgens Zijn verhouding tot de wereld.
Ten derde Zijn verhouding tot de gemeente.
De eerste positie wordt getekend in hoofdstuk 1:15a: „dewelke is het beeld der onzienlijken Gods". Hier is ons gegeven de ondoorgrondelijke Heerlijkheid van de Persoon des Zoons, waarin doorklinkt hetgeen de Apostel Johannes ons vertelt van de eeuwige Logos.
Onze kanttekening is hier wel zeer duidelijk, als deze zegt: „Christus wordt hier „beeld" genoemd zo ten aanzien van zijn eeuwige geboorte van den Vader, omdat Hij is het uitgedrukte en eeuwige beeld van de persoon des Vaders, eens wezens met de Vader".
Het zijn niet de gezaligden, noch Gods kinderen op aarde, die de Zoon het meest en het eerst eren, maar het is God de Vader Zelf, Die ons voorgaat in het eren des Zoons, door hem te stellen in de volheid van Zijn eigen Wezen. Hier kunnen wij denken aan het woord, dat Jezus gezegd heeft over deze positie: „gelijk de Vader het leven heeft in Zich Zelf, alzo heeft Hij ook den Zoon gegeven het leven te hebben in Zich Zelven".
Als tweede positie komt nu Christus' verhouding tot de wereld. In vers 15b wordt Hij genoemd „de eerstgeborene aller creaturen" en dan vervolgt de Apostel in vers 16: „want door Hem (letterlijk staat er „in Hem") zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op aarde zijn, die zienlijk en onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij Overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen".
Let goed op deze voorzetsels „in" en „door". Alle dingen zijn „door" Hem, omdat alle dingen „in" Hem zijn.
„In" Hem ligt het totaal der schepping en „in" Hem ligt ook het totaal der verlossing.
Het „door" Hem is het gevolg van het „in" Hem.
Eerst liggen alle ideeën, vormen, schikkingen, ordeningen, waaraan Gods schepping zo rijk is „in" Hem, en daarom kunnen ze ook „door" Hem worden opgeroepen.
Ik ben het zo geheel eens met Ds. van Andel, die in zijn commentaar op de brief aan de Colossenzen zegt: „in" Hem staat er in het oorspronkelijke, men late hier dat woord zijn eerste betekenis. Het vindt aan het slot van ons vers in de woorden „door" Hem en „tot" Hem zijn uiteenzetting en verklaring".
„In" Hem. Dit gaat vooraf.
Wie iets tot stand wil brengen heeft het eerst in zijn voorstellingswereld opgenomen eer hij dit alles tot daad zal brengen.
Zo liggen eerst alle ideeën van Gods rijk gevarieerde schepping in de Zoon des Vaders, eer dat ze „door" de Zoon tot werkelijkheid worden opgeroepen.
Ook het woord „door" moet hier niet aan onze aandacht ontglippen!
Men wete dan, dat het Grieks twee woorden heeft voor „door". Het eerste woord is „hupoo" en het andere is „dia".
Beide betekenen „door". Maar nòch hier nòch ergens elders in het Nieuwe Testament wordt het voorzetsel „hupoo", door, gebruikt wanneer van Christus als Scheppingsmiddelaar gesproken wordt.
Het onderscheid tussen beide voorzetsels is van niet geringe betekenis.
Hupoo geeft altijd de directe, de eerste oorzaak te kennen, terwijl „dia" de middeloorzaak noemt.
En nu leert de Schrift wel, dat alle dingen „in" Hem zijn, maar niet dat alle dingen „door" (hupoo) Hem zijn.
De dingen zijn wel „door" Hem, maar niet, omdat Hij de eerste en de directe oorzaak is (hupoo), maar alleen omdat Hij middeloorzaak der schepping is (dia).
Het voorzetsel „hupoo" geldt alleen van de Vader, uit Wien alle dingen zijn. In dit bepaalde opzicht geloven wij in God, de Vader, en niet in God de Zoon als onze Schepper.
Een heel duidelijke aanwijzing ter onderscheiding van deze beide voorzetsels geeft ons de Heilige Schrift in het Mattheus Evangelie (Matth. 2:15). Daar lezen we: „opdat vervuld zou worden hetgeen „van" (hupoo) den Heere gesproken is „door" (dia) de profeet, zeggende: Uit Egypte heb ik mijn Zoon geroepen".
De profeet is hier middeloorzaak. De Heere is de directe Oorzaak. Deze onderscheiding is van zeer grote betekenis en beslist over de waarde en het gezag van Gods Woord. Volgens alle Ethischen en alle Barthianen hebben wij in de Bijbel de woorden van mensen, die geïnspireerd over God spreken en schrijven. Volgens Gereformeerd belijden gaat het niet allereerst bij het opslaan en lezen van Gods Woord over mensen, die over God spreken, maar gaat het juist omgekeerd en spreekt God Zelf tot ons door Zijn Woord. Daarom hebben wij in de Bijbel niet een woord van Jesaja, of Jeremia, of Hosea, doch het is het Woord „van" (hupoo) de Heere, en daarom alleen is de Bijbel volledig het Woord des Heeren,
Maar zo staat het niet met het voorzetsel „dia" door. Dia herinnert niet aan de eerste oorzaak der dingen, maar aan middeloorzaak. Alle dingen zijn door (dia) Hem geschapen, waarom wij naar Schriftuurlijke maatstaf mogen spreken over de Zoon des Vaders, als Scheppingsmiddelaar.
Nu komt ten slotte nog een derde positie in de brief aan de Colossenzen en wel Christus' verhouding tot de gemeente. Wij lezen „Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der gemeente. Hij die het begin is, de eerstgeborene uit de dooden, opdat Hij in alles de eerste zou zijn".
In deze woorden vinden we een duidelijke aanwijzing over een verhouding, die niet uit de schepping, uit de natuurlijke dingen voortvloeit, maar die he wezen der particuliere genade raakt.
Het geldt hier de Kerk, die gesproten is uit het bloed van Christus en die geroepen is uit de Heilige Geest.
Bij de Kerk zien wij, dat God de bergen onzer zonden om des bloeds Christi wil laten verzinken in de diepte der zee. Hier is Christus ook de middeloorzaak in een gebroken en om der zonde wil stervende schepping.
Ik hoop dat het voor de lezer(es) enigszins duidelijk geworden is, dat wij in dit eerste hoofdstuk van de brief aan de Collossenzen alleereerst vinden een beschrijving van de middeloorzaak (dia — niet hupoo) in het ontstaan van het natuurlijke leven en daarna een beschrijving van de middeloorzaak in het ontstaan van het geestelijk leven.
Daarom spreken wij van Scheppingsmiddelaar en Heilsmiddelaar.

U. (Utrecht) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1958

De Wekker | 4 Pagina's

De gemene gratie (18)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1958

De Wekker | 4 Pagina's