Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Respect voor het werk VIII

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Respect voor het werk VIII

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De arbeid is anders geworden.
De nood van de arbeid is vandaag tastbaar geworden in ons gemechaniseerde leven. Er heeft zich n.l. in de arbeid een verschuiving voltrokken. In eerste instantie werd onder arbeid in het spraakgebruik verstaan het werk, dat door de landbouwer en ambachtsman verricht werd. Dit was veelal handenarbeid. Toen de industriële revolutie zijn intrede deed wijzigde zich het arbeidspatroon. Arbeid aan de machine in de fabriek ging de handenarbeid vervangen. Thans is deze weer gewijzigd door vergaande mechanisatie en specialisatie, een wijziging die straks in de komende automatisering nog ingrijpender wordt.
Het gaat vandaag om de verandering in het arbeidspatroon tussen de eerste en tweede industriële revolutie.
Er is nl. een onderscheiding te maken in de machinale arbeid, een onderscheiding die de nood van de arbeid des te duidelijker aan het licht brengt. Men spreekt vandaag over de misvorming van de arbeid in de moderne industrie.
Aanvankelijk was machinale arbeid een arbeid die verricht werd aan een onzelfstandige machine. De machine verving veel menselijke spierkracht. Daarom was de machine in wezen een verlengstuk van menselijke organen. Maar de mens bediende het werktuig, hij was meester van de machine. Hij werkte en de machine diende hem.
Hierin is verandering gekomen. Door de technische vooruitgang en ver doorgevoerde mechanisatie bedient de arbeider zich niet langer van de machine, maar heeft de arbeider de machine, die zijn eigen wetmatigheid heeft, te bedienen. De machine is, zoals dat genoemd wordt, een halfzelfstandig werktuig geworden. Er blijven slechts enkele onderdelen van het productieproces voor de mens te verrichten. En deze onderdelen zijn in de regel het herstellen van fouten en het lopende houden van de machine. Vakbekwaamheid en kennis van zaken worden in geringe mate vereist. Het gaat om routinewerk, dat geestdodend is; slechts een bepaalde handeling wordt gevraagd. Dit is de „geestelijke drainage" van de arbeid (zie: Mensen gevraagd! van Dr. Ph.J. Idenburg).
Gevolg hiervan is een afkerig gevoel van onvrede en onbehagen in het werk. Een tegenzin die zich uit in verlies aan belangstelling voor wat er omgaat in een bedrijf. Men voelt het aan, dat men als mens niet gewaardeerd en gehonoreerd wordt.

Eerherstel gezocht.
Men zoekt allerlei wegen tot kering van deze nood. Ik denk aan sociale diensten, extra uitkeringen, ideeënbus, vrije tijdsbesteding vanuit het bedrijf, ondernemingsraden, herstel van de gemeenschap in het bedrijf, muziek onder het werk, en wat niet al. Vandaag worden wegen gezocht naar arbeidstijdverkorting (ev. een vijfdaagse werkweek).
Maar met dat al verandert de arbeid niet van karakter. De arbeiders krijgen daardoor geen interesse voor hun werk. Hun innerlijke gezindheid ten opzichte van hun arbeid verandert niet. Op zichzelf worden tal van nuttige en goede diensten hem bewezen. Maar dit heft hun nood niet op. Zij moeten, zoals van Riesen dat zegt in zijn boek „De Maatschappij der Toekomst": in de eer van hun arbeid hersteld worden. Het zijn surrogaatoplossingen die geboden worden, de arbeider wil op zijn eigen plaats in ere hersteld worden.
En dat is alleen mogelijk als de mens gerespecteerd wordt in datgene waartoe God hem schiep. Hij moet als mens tof zijn rechten komen in de arbeid. Dan heeft hij respect voor het werk en is hij als werkman respectabel.
Zal de arbeider respect voor zijn werk hebben, dan moet hem een ideaal voor ogen staan. Een ideaal dat hem in zijn arbeid een aparte vreugde verschaft en volhardend doet voortgaan. En dan moet dat ideaal ook gerespecteerd worden door de leidinggevende figuren op het bedrijf. Allen van hoog tot laag moeten respect hebben voor de arbeid van de mens achter de machine.
Geen medelijden, geen schouderklopje, geen extra premie voor extra toeren om de spanning erin te houden, maar respect voor de roeping, die men in deze gemechaniseerde maatschappij gehoorzaamt. Ieder mens die zijn roeping verstaat, werkt verantwoordelijk en niet futloos. Men krijgt wel eens de indruk dat alles wat aangewend wordt tot verbetering van de plaats die de arbeider inneemt, onder economische motieven staat. „It pays", is een bekend uit Amerika overgewaaid gezegde. Met alles bedoelt men uiteindelijk de opvoering van de productiviteit en niet het herstel van de mens in zijn arbeid.

Roepingsbesef.
Dit laatste is geen economisch maar een religieus motief. De arbeider moet meer roepingsbesef hebben. Hij moet weten dat zijn leven gedragen wordt door het voorzienig bestel des Heeren en dat de Heere hem roept tot gehoorzame dienst. Het motief van zijn arbeid is niet het loon, of de bezigheid op zichzelf, de doelstelling ligt in God. Als God geeft de technische vindingen tot opvoering van de productie, mag de mens de eenheid tussen ethiek en techniek niet straffeloos verbreken. De machine moet dienstbaar blijven aan de mens en de mens moet zijn plaats met ere als mens kunnen innemen. En dat geschiedt als de mens zich zijn roeping bewust is. Dat is een zaak van geloof. Arbeid heeft dan ook een ethisch-religieus karakter. In dienst van God en daarom in dienst van de medemens. Alle arbeid, zo verstaan, dwingt respect af, hoe gering en hoe verachtelijk zij mogelijk ook in zichzelf is.
Het is de taak van de geestelijke leidslieden van ons volk in persoonlijke zielszorg het roepingsbesef allen die hun arbeid hebben te verrichten in de moderne industrie, uit de Bijbel te leren. Wie zich geroepen weet, heeft God op het oog, als hij zijn werk in deze wereld doet.
God, Die ons als Zijn medearbeiders roept tot Zijn werk in deze wereld, opdat Zijn plan met wereld en mens kome tot realisering. Calvijn heeft ons de weg gewezen, laten we hierin Calvinist zijn.

L., Hilbers.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Respect voor het werk VIII

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1959

De Wekker | 4 Pagina's