Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Standen in het geestelijke leven - II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Standen in het geestelijke leven - II

Geestelijke droefheid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een wezenskenmerk van genade.
Geestelijk leven kent zijn openbaring in geestelijke droefheid. Zij is daar een wezenskenmerk van. Buiten geestelijke droefheid, is er geen plaats voor geestelijke vertroosting; geen plaats voor geestelijke blijdschap; geen plaats voor het wonder van de genade Gods.
Spreekt de Schrift over de bekering, dan spreekt zij over de droefheid naar God. Spreekt zij over al die worstelingen van het zieleleven, dan spreekt zij over „smekingen en klagen"; over „de treurenden Zions"; over een „komen met geween en smekingen"; over een „klagelijk schreien en bitterlijk wenen".
Ook onze belijdenis spreekt over die geestelijke droefheid.
Zij spreekt over „een hartelijk leedwezen over de zonde"; over „een zuchten onder het gevoel van de verdorvenheid der zonde"; over de droefheid die naar God is over de zonde"; over „de vertroosting van onze arme troosteloze zielen".
Zo is de weg naar de hemel een weg besproeid met tranen. „Mijn oog druipt tot God", zo lezen wij van Job. Zo kunnen ook de tranen van Gods kinderen, traan voor traan, neerdruppelen als 't gestadig druipen van de regen. De schijnbelijder kan daarom lachen, de schouders over ophalen, maar de Heere telt al die tranen, vergadert ze in zijn fles, en tekent zelfs het getal aan in zijn register. (Ps. 56 : 9).
„Waarom is uw aangezicht treurig", zo sprak de Koning eenmaal tot Nehemia. Aan het Oosterse hof mocht men eigenlijk niet inkomen met een bedroefd gelaat. Daarom lezen wij van Nehemia: „toen vreesde ik gans zeer".
Maar wat aan dat Oosterse hof ongeoorloofd was, is bij het hof des hemels nu juist een vereiste. Boven de poort van het hof des hemels immers staat geschreven:
„Zalig zijn zij die treuren, zij zullen vertroost worden".

Ware en valse droefheid.
Geestelijke droefheid is bij de Heere aangenaam, maar dan moet zij ook echt zijn.
Daar is ook een valse droefheid.
De Schrift spreekt in dit verband over de droefheid der wereld, die de dood werkt.
Deze droefheid kende Ezau, Farao, Achab, Judas.
Een zekere droefheid kenden zij over de gevolgen van de zonden, maar niet over de zonde zelve. Zo zijn niet alle tranen van één en dezelfde waarde.
Daar zijn gevoelstranen, die geschreid worden uit een gevoelig gemoed.
Herfst-tranen, die in de herfst van het leven worden geschreid.
Sterfbedstranen, die geschreid worden uit angst voor dood en eeuwigheid. Allemaal tranen door de Heere niet gewerkt, die door de Heere ook niet worden gedroogd.
De ware geestelijke droefheid typeert de Schrift als een droefheid naar God, d.w.z. als een droefheid overeenkomstig het willen Gods, naar de aard van het nieuwe leven.
Zij ontstaat uit een geheiligde Godskennis en zelfkennis.
Uit de beleving van het Gods-gemis.
Door de ingestorte liefde Gods in het hart.
Door de kennis van Gods majesteit, heiligheid, recht en liefde.
Door de kennis van eigen zondigheid, verdorvenheid, verwerpelijkheid, en verlorenheid.
Wat een geestelijke droefheid kan het hart dan vervullen als ontdekt wordt: God te missen en Hem niet te kunnen missen. Als ontdekt wordt: tegen een heilig en rechtvaardig, maar ook tegen een goed en goeddoend God gezondigd te hebben. Als ontdekt wordt een Borg nodig te hebben en deze Borg te missen. Hoe wordt dan beleefd: „Nooit zal zijn mijn zak ontbonden. Totdat ik Jezus heb gevonden".
Deze droefheid is dan maar geen droefheid van de oppervlakte, maar een droefheid die beslag legt op heel het leven der ziel. Een kenmerk hiervan is, dat zulk een geestelijk bedroefde, door de Heere alleen vertroost kan worden. Vertroost mijn ziel, zo zingt de dichter, in haar geween, en zeg haar: Ik ben uw heil alleen.

't Voortduren van deze droefheid.
Deze geestelijke droefheid is niet alleen de gestalte der ziel bij het begin des levens, maar ook bij de voortzetting daarvan.
Omdat de zonde blijft, zo blijft ook de geestelijke droefheid tot de laatste stervenssnik toe.
Zo blijft de droefheid over de inwonende zonden, het inwonende verderf, het gebrek aan waarachtige heiligmaking. De droefheid vervolgens over de verberging van Gods aangezicht, over het missen van het gemeenschapscontact met Christus. Toen de discipelen gemeenschap hadden met de Heere Jezus, toen konden zij niet treuren en vasten, maar toen hun Bruidegom was weggenomen toen weende Petrus, toen weende Maria, toen weenden al de discipelen. „Om dezer dingen ween ik, mijn oog, mijn oog vliet af van water, omdat de trooster, die mijn ziel zou verkwikken verre van mij is".
(KI. v. Jer. I : 16)

Met een traan in het oog voor de poort des hemels.
Als Johannes in het laatste Bijbelboek de zaligheid des hemels tekent, dan spreekt hij ook over het afwissen van de tranen.
„En God zal alle tranen van hunne ogen afwissen", zo lezen wij. Wel een bewijs dat al Gods kinderen met een traan in het oog voor de poort des hemels verschijnen, want anders behoefden die tranen niet afgewist te worden. Een Engels godgeleerde heeft eens gezegd, het jammer te vinden dat alle tranen straks zouden worden afgewist, vanwege de zaligheid die hij had gesmaakt in het echte schreien naar God. Maar als de zaligheid van het schreien naar God dan reeds zo groot kan zijn, hoe groot moet de zaligheid dan niet zijn, van het eeuwig getroost worden dóór en mét God!
Zalig daarom de geestelijk naar God bedroefden, zij zullen straks eeuwig in God verblijd worden.

Dordt., M. Baan

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Standen in het geestelijke leven - II

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1959

De Wekker | 4 Pagina's