Standen in het geestelijke leven - III
Geestelijke Blijdschap.
Blijdschap in Christus.
Geestelijk leven kent niet alleen droefheid maar ook blijdschap. Gij hebt mij met blijdschap omgord, zo zegt David in ps. 30; en in Gal. 5 : 22 noemt Paulus onder de vruchten des Geestes ook de blijdschap.
Buiten Christus is deze blijdschap echter niet denkbaar. Alleen in Christus kan deze blijdschap worden gesmaakt.
Buiten Christus zaten de discipelen bij elkander als treurenden en wenenden, maar zij werden verblijd toen zij de Heere zagen.
Bunjan kende Christus nog niet, maar hij zag in de verte een lichtstraal van Zijn heerlijkheid en het begon in zijn ziel te zingen:. „Leven, Leven, Eeuwig Leven !" Zo kon het zien van Christus, het horen over Zijn beminnelijkheid, dierbaarheid en algenoegzaamheid reeds een onuitsprekelijke blijdschap in het hart geven. Hoe kan het dan in het hart gaan zingen:
O, kon ik U in mijn hart omsluiten,
Mijn Jezus naar m,ijn zin,
Gewis, Gij kwaamt daar nimmer buiten,
Maar Gij bleef daar eeuwig in.
Dat zien van Jezus werkt Gods Geest dan ook, opdat er zou komen een vluchten tót Jezus, een aanraking van de zoom Zijns kleeds. Elke aanraking des geloofs geeft vervolgens geestelijke blijdschap, verkwikking in de ziel.
Naar de mate des geloofs, komt er ook vrede van binnen, ja verzekering des geloofs. Wie door het geloof met Christus aanraking krijgt, zo heeft eens iemand gezegd, in diens ziel begint het te zingen: „Mijn zonden mogen een kracht hebben tot het ontsluiten van zeven hellen, in Christus staat de kracht tot het openen van duizend hemelen"!
Zo kwam de moorse kamerling met Christus in aanraking, en hiJ reisde zijn weg met blijdschap. Zo kwam de stokbewaarder met Christus in aanraking, en hij verheugde zich, dat hij met heel zijn huis aan God, gelovig geworden was.
Mededeling en gelovige omhelzing van Christus' weldaden, doet het hart van blijdschap zingen: „Ik ben zeer vrolijk in den Heere, mijn ziel verheugt zich in mijnen God; want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, en de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan".
Kan deze blijdschap alleen worden gesmaakt in Christus, deze blijdschap krijgt haar verdieping, wanneer zij beleefd wordt als een blijdschap in God. Blijdschap in God.
Echt geestelijk leven roept om Christus, maar in Christus roept het om de verzoende gemeenschap met God! Het naar God bedroefde hart, kan alleen met God Drieënig worden vervuld. Vandaar dat zelfs de weldaad van de schuldverzoening zulk een leegte na kan laten, de leegte namelijk van het gemis aan de waarachtige blijdschap in God!
Deze blijdschap te kennen is het leven van het leven, de gans enige vervulling van het naar God bedroefde zondaarshart. Van deze blijdschap nu, is Christus de middeloorzaak. Wanneer de Catechismus spreekt over de opstanding van de nieuwe mens, dan spreekt zij over een hartelijke vreugde in God dóór Christus. Alleen door Christus is er alzo mogelijkheid, tot die blijdschap in God te worden gebracht. Dóór Christus d.w.z. door meerdere, diepere, rijkere geloofskennis, van Zijn persoon, en van Zijn werk als de Zone Gods, de Immanuel, God met ons! Gemeenschap met Hem brengt alzo tot gemeenschap met God, tot gemeenschap ook met de Vader. Want door Hem, zo zegt de Schrift, hebben wij beiden de toegang door éénen God tot de Vader".
Welk een onuitsprekelijke blijdschap, in Christus de toegang ontsloten te zien tot de Vader; in Christus een plaats te ontvangen in Gods liefdehart. Deze blijdschap doet in verwondering uitroepen: „O mijn God" (Hosea 2). Deze blijdschap geeft psalmen in de nacht. Deze blijdschap doet verlangen naar de hemel. Deze blijdschap doet beleven, niet alleen: „Gij hebt al mijn zonden achter Uwe rug geworpen", maar ook: „Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd". „De Heere is het deel mijner erve, en mijns bekers... de snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, ja een schone erfenis is mij geworden".
Wisselingen in de blijdschap.
Geestelijke blijdschap zouden wij het wezensbezit van het nieuwe leven kunnen noemen. Vandaar dat de Schrift spreekt over „een dienen van God met blijdschap" (ps. 100); over „een vervuld worden met alle blijdschap" (Rom. 15 : 13) over „de blijdschap der hoop"; over „de blijdschap in de openbaring van Christus' heerlijkheid". Verblijdt u in de Heere, zo zegt Paulus, te allen tijd, wederom zeg ik: „Verblijdt u".
Toch is deze blijdschap niet steeds aanwezig.
De Heere blijft vrij in de bediening van deze blijdschap. Daar is ook verschil in genieting in verband met vooruitgang of achteruitgang in de genade. Niet ieder krijgt een zelfde aandeel van die blijdschap.
Afwijkingen, aanvechtingen des duivels, ongeloof en twijfel kunnen deze blijdschap verminderen, ja de genieting ervan geheel wegnemen. Zo bidt David in ps. 51 „Geef mij weder de vreugde uws heils". En in ps. 43: dat ik inga tot Gods altaar, tot de God der blijdschap mijner verheuging".
Zo blijven er wisselingen in deze geestelijke blijdschap.
Al deze wisselingen worden echter opgelost in het Immanuel-land hier boven, het land van de eeuwige blijdschap.
Eeuwige blijdschap op aller hoofd.
Als hier op aarde die geestelijke blijdschap reeds zo groot kan zijn, hoe groot zal die blijdschap dan straks in de hemel wel wezen. Hier is het vaak een blijdschap onder het storten van tranen, maar straks zullen droefenis en zuchting wegvlieden en eeuwige blijdschap zal op aller hoofd wezen. Dan zal die geestelijke blijdschap, onbepaald, Door 't licht dat van Gods aanzicht straalt. Ten hoogste toppunt stijgen. En dan zegt onze Catechismus-belijder: „dat nademaal ik nu het beginsel der eeuwige vreugde in mijn hart gevoel, ik na dit leven volkomen zaligheid bezitten zal, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft en in geens mensenhart opgeklommen is, en dat om God daarin eeuwiglijk te prijzen.
Dordt., M, Baan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1959
De Wekker | 4 Pagina's