Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Strijden voor het geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Strijden voor het geloof

(Calvijnherdenking)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Geliefden, alzo ik alle naarstigheid betracht om u te schrijven van de gemeenschappelijke zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven, en u te vermanen dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is." Judas: 3.

De tiende juli 1509 werd te Noyon in Noord-Frankrijk een jongetje geboren wiens naam na 450 jaar nog met bewondering wordt genoemd. Dat was Johannes Calvijn. Op verschillende wijze zouden wij de grote betekenis van deze Hervormer kunnen omschrijven, maar wij doen hem zeker geen onrecht als wij hem zien als strijder voor het geloof.
Dat Calvijn gestreden heeft, erkent vriend en vijand. Toch heeft menigeen, juist vanwege die strijd, een totaal verkeerde gedachte over hem. Hoe dikwijls is hij voorgesteld als iemand die niets liever deed dan vechten! Nieuwere Calvijn-studies wijzen in geheel andere richting en benadrukken zijn „oecumenische". gezindheid. Door een zeer oppervlakkig gebruik van een uit zijn verband gerukte zin maken sommigen hem zelfs tot een voorloper van de tegenwoordige eenheidsbeweging in de kerken. Inderdaad ging Calvijn de eenheid van Christus' Kerk zeer ter harte, maar dan had hij de ware eenheid op het oog, uitkomend in samenstemming over de leer der H. Schrift en in broederlijke liefde, zoals die onafscheidelijk is van de enigheid des geloofs.
Aan welk beeld beantwoordt nu de echte Calvijn? Aan beide tegelijk. Calvijn was een geheiligd mens, een zachtmoedige. Hij hunkerde naar de gemeenschap der heiligen. Vandaar zijn ijveren voor de eenheid der Kerk, En toch was hij een strijder, een strijder tegen al wat Gods Woord verlaat. Hoe dit mogelijk is? Dat kunnen we bij de apostel Judas leren. De vermaning uit het derde vers van zijn brief is in Calvijn a.h.w. vlees en bloed geworden.
Judas wekt zijn lezers op om te strijden. Was hij dan zo'n strijdlustige figuur? Er is niets dat daar op wijst. Het is bekend dat Calvijn veel liever vanuit de studeerkamer de Kerk had willen dienen dan in het gewoel van de strijd. Van Luther gold hetzelfde. Hij wilde ook de strijd niet, maar, zegt hij. God heeft mij er in geleid als een paard met oogkleppen voor!
Wat de apostel Judas betreft, deze broeder van de Heere Jezus zelf had graag , een brief geschreven over „de gemeenschappelijke zaligheid". En zijn lezers zouden daar blij mee geweest zijn. Dit is immers een aantrekkelijke stof voor ieder die door Gods Geest is aangeraakt. Welnu, als Judas daarover schrijven zou, dan kon hij bij voorbaat weten dat zijn brief welkom zou zijn. Hij kent deze mensen immers als „geroepenen, die door God den Vader geheiligd (juister lezing: geliefd) zijn, en door (of: voor) Jezus Christus bewaard" (vs. 1). Wat een rijkdom ligt er reeds in die aanspraak. Judas zou er graag over uitweiden en dan hadden we een zeer stichtelijke brief gekregen.
Nu is er echter een dringende reden om over iets anders te schrijven. Er dreigt gevaar voor de kerk. Er zijn mensen ingeslopen die (vs. 4) „de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid". Daarmee staat de leer van Gods vrije genade op het spel! Dat raakt Gods eer. Het raakt ook het fundament der Kerk. Vandaar de vermaning om te strijden, tot het uiterste te strijden, voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd. Het is niet de vraag of deze mensen houden van de strijd. Hij wordt haar opgedrongen. Het moet — om Gods wil. Om het heil der Kerk. Om — de Kerk der toekomst. De vijand zoekt Gods volk het geloof te ontnemen door de geloofswaarheid te vervalsen. En aan die waarheid mag niet getornd. Zij is eens en voor goed aan de heiligen overgeleverd. Alle verandering is daarom satanische leugen en daarmee een aanslag op het leven der Kerk. Daarom moét zij strijden om te houden wat zij heeft.
God geeft aan Zijn Kerk mannen die de gevaren zien. Zo iemand was Calvijn. En toen Farel hem de nood van Genève op het hart bond had hij zich graag willen onttrekken, maar tenslotte mocht en durfde hij niet. Zo is Calvijn strijder voor het geloof geworden. Uit kracht van roeping!
Wat heeft de Kerk daar veel aan te danken! Toch zijn er tal van christenen die dit maar ongeestelijk vinden. Ze willen de strijd voor het geloof graag overlaten aan hen die daar van houden.
Maar — ieder gelovige heeft de vrede lief! Toch worden juist zij geroepen te strijden. Judas schrijft dit aan allen, laat het niet aan enkelen over. Zijn we zó „geestelijk" dat we ons rustig van de waarheid kunnen laten beroven ? Dat is heel bedenkelijk. Gods kinderen mogen deze strijd niet ontlopen. Als 't ons pijn doet wanneer Gods naam wordt misbruikt, waarom dan niet als Zijn Woord wordt vervalst? God geve dat we geen deserteurs zijn!

BI., J.C. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Strijden voor het geloof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1959

De Wekker | 4 Pagina's