Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opdat zij een zijn, gelijk wij een zijn. III

Bekijk het origineel

Opdat zij een zijn, gelijk wij een zijn. III

4 minuten leestijd

Woorden uit het gebed.
Dat de woorden in het opschrift te lezen woorden uit het gebed zijn van de Heere Jezus, is al te vaak vergeten. Let wel: uit het gebed. Wij geloven ook niet dat wij hier aan een bepaalde „wilsverklaring van onze grote Hogepriester" moeten denken, zoals Ds. G. Doekes meende. (De Moeder der gelovigen, 52). Wij betwisten niet dat de Heere Jezus die eenheid wilde, maar wijzen erop dat wij bij Joh. 17 niet uit het oog moeten verliezen dat wij aan het gebed van de grote Hogepriester moeten denken. Het gaat hier ook niet om de kwestie van de z.g.n. pluriformiteit der kerk. Het is zelfs de vraag of hier op de voorgrond staat de organisatie der kerk.
Wij moeten waken tegen de gevaarlijke wegen der eenheidsstrevers.
„We zijn zo licht geneigd deze bekende bede: opdat zij alleen één zijn, op te vatten als een bevel, en dan als een gebod, dat zonder enige reserve ons de eenheid onder „alle christenen" gebiedt; in die zin zijn en worden deze geweldige woorden gebruikt als een leuze voor een unie tussen christenen van diverse pluimage, hoever ze ook van elkander verschillen mogen, en met deze verklaring wordt verdedigd een synthese, een doorbraak, die vooral in onze tijd velen bekoort. Maar. .. . Christus beveelt hier niets. Hij spreekt niet tot ons. Hij richt Zijn woord zelfs niet tot Zijn discipelen. Hij heeft Zijn ziel opgeheven tot de Vader. Hij bidt tot God." (Dr. K. Dijk; Hervormingspreek 1948).
Recht geschreven woorden.
Jezus bidt.
Joh. 17 is terecht genoemd het Hogepriesterlijk gebed. Reeds eeuwen is die benaming gebruikt.
In die bede gaat het allereerst om de verheerlijking van de Zoon, Die de opdracht van Zijn Vader geheel heeft volbracht. Dan bidt Jezus voor Zijn discipelen. Zij hebben, als gezanten van Christus in deze wereld, de bewaring van de Vader nodig. Daarna bidt Hij voor allen, die door de prediking van de gezanten in Jezus zullen geloven; Hij bidt in het belang van de gegevenen des Vaders.
Dit gebed van Jezus is een geheel enig gebed.
Jezus hief Zijn ogen op naar de hemel, wat wijst op een gebedshouding. Hij zoekt het aangezicht van Zijn Vader, „want de hemel is als een doorzichtig voorhangsel, dat de heerlijkheid Gods, die van het binnenste heiligdom uitstraalt, enigszins te aanschouwen geeft." (J. v. Andel).
De grote Hogepriester bidt in de staat van vernedering tot Zijn Vader. Hij spreekt in de derde persoon. De verhouding van Zoon tot Vader is apart. Jezus weet dat de Vader Hem altijd hoort. Zijn bede zal niet worden afgewezen. De verhoring is verzekerd, want de grote Hogepriester der verzoening heeft alles volmaakt volbracht.
Jezus bidt.
Het woord bidden, in dit hoofdstuk gebruikt (vs. 9, 20) wijst op iemand iets vragen; over iets een verzoek doen; ten behoeve van iemand iets vragen. De apostel Johannes gebruikt in zijn geschriften bijna altijd dit woord.
In dit hogepriesterlijke gebed vraagt de Bidder iets aan Zijn Vader. Hoe is dit te verklaren? Ontbreekt Jezus dan wat? Is Hij niet de Volmaakte, de waarachtige God?
Hem ontbreekt niets als de tweede Persoon in het goddelijke wezen.
Maar Hij bidt om de verheerlijking van Hem, opdat de Vader verheerlijkt wordt door Zijn werk. Hij bidt voor de gezanten der Kruiskerk, opdat het Evangelie een voorspoedige loop moge hebben in de wereld. Hij bidt voor Zijn Kerk, opdat ook in die Kerk, in het lichaam van Jezus, uitkome wat Hij voor haar verworven heeft. „Opdat zij allen één zijn", hebben wij dus in dit licht te zien.
Bij de verklaring van die woorden zal het ons duidelijk moeten worden dat het niet gaat om een oppervlakkige eenheid. De eenheid door Jezus bedoeld is er nog niet wanneer wat gevoelsargumenten worden opgeruimd en wanneer het klimaatsverschil wat doorbroken is. Of wanneer wat conservatieve mensen niet meer meespreken.
Veel dieper dan gemeenlijk gedacht wordt, moeten wij deze woorden van Jezus verstaan.
Jezus verklaart Zelf Zijn woorden.
De grote Hogepriester bidt. De grote Profeet geeft de exegese van de woorden. Naar Hem hebben wij te luisteren. Niet naar hen, die heel gemakkelijk verwaarlozen wat Jezus hier leert. Zij het dan dikwerf onopzettelijk.
Jezus bidt om de vrucht van Zijn werk In Zijn Kerk.
En dat gebed wordt verhoord.
Wij geloven dat de grote Hogepriester, door Zijn Geest en Woord, al de Zijnen leert bidden, meebidden leert, om de vrucht van Zijn werk in Zijn Kerk. De Heilige Geest, op de Pinksterdag uitgestort in de Kerk, is daartoe werkzaam. Hij maakt allen, die in Christus zijn, tot een volk, dat eendrachtig en volhardend bidt, totdat vervuld is, waarom Jezus bad.
De biddende Hogepriester in de hemel heeft een biddend volk op aarde.

v. d. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Opdat zij een zijn, gelijk wij een zijn. III

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1959

De Wekker | 4 Pagina's