Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nazareth

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nazareth

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn in de kerstgeschiedenis twee plaatsen, die op de voorgrond treden: Bethlehem en Nazareth. Maar er is tussen die twee een groot verschil. Bethlehem, gelegen in Juda, niet ver van Jeruzalem, kan bogen op een indrukwekkende geschiedenis. Zij ontvangt in de geschiedenis van Gods heil meer dan eens een plaats. Daar mochten eens Naomi en Ruth niet alleen getuigen, maar ook zelf deelgenoten zijn van Gods liefde en trouw en is Hij in hun leven bezig met de komst van zijn Zoon in deze wereld. Immers Ruth ontvangt daar een plaats in het geslachtsregister van Jezus Christus. En later zendt de Here de profeet Samuel naar Bethlehem om een van de zonen van Isai, namelijk David, te zalven als koning over Israël en dat spreekt niet minder van de trouw Gods voor Zijn volk en uit het geslacht van David zou eens in datzelfde Bethlehem de Messias worden geboren. Daarvan spreekt nog weer enige eeuwen later de profeet Micha in duidelijke woorden: „En gij, Bethlehem Efratha, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël, wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid".
Maar Nazareth heeft zulk een traditie niet. Haar naam komt in heel het O.T. niet voor, laat staan dat deze door een van de profeten zou zijn genoemd. Ook in de oude Joodse literatuur, in de talmoed en de geschriften van de geschiedschrijver Flavius Jozef us zoekt men er tevergeefs naar.
Nazareth speelt nergens enige opvallende rol. Integendeel had ze zelfs in de tijd van het N.T. een slechte naam. Wanneer Nathanaël van Philippus hoort, dat hij Hem gevonden heeft, van wie Mozes in de wet geschreven heeft en de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, en dat deze komt uit Nazareth, merkt hij verwonderd op: „Kan uit Nazareth iets goed komen?" (Joh. 1 :47).
Dat wil niet zeggen, dat Nazareth niet prachtig was gelegen. Want de ligging van de stad was en is nog altijd bijzonder mooi. Gelegen in het heuvelland van Galilea ziet de stad uit op de vruchtbare vlakte van Mizreël met naar het oosten het gezicht op de Gilboa en naar het westen op de Karmel, terwijl zich in het midden van de vlakte de berg Tabor als een eenzame koepel verheft.
Het betekent ook niet, dat de stad afgelegen lag. Want dat was evenmin het geval. Zij lag niet ver van het kruispunt van twee drukke wegen, waarvan de een oost-west en de ander noord-zuid liep, en waarlangs de grote karavanen gingen, waaraan ook toen reeds voor menige inwoner van Nazareth iets te verdienen viel.
Nathanaël maakt zijn opmerking ook niet, omdat Nazareth was gelegen in het toen algemeen verachte Galilea, want hij was ook zelf een Galileër.
Het is mogelijk, dat Nathanaël bedoelt, dat nergens in de Bijbel staat, dat de Messias uit Nazareth zal komen, maar waarschijnlijk doelt hij op de slechte naam, die toen de stad bezat. Een fatsoenlijk Israëliet verwachtte uit Nazareth niets goeds. De mensen stonden bekend als over het algemeen in zedelijk opzicht zeer laag te staan. Ze hadden ook de naam van onbeschaafd en ruw te zijn. Dat komt wel overeen met het feit, dat het juist de mensen van Nazareth zijn, die Jezus van de berg, waarop hun stad gebouwd is, in een diepe ravijn willen storten (Luk. 4 :29).
Toch is dit verachte Nazareth de stad van de annunciatie, de aankondiging van de geboorte van de Heiland aan Maria. Daar woonde zij als een eenvoudig meisje. Hoewel ze uit het geslacht van David was, bezat ze geen enkele roem en had ze in Nazareth in geen enkel opzicht een onderscheiden positie. Ze was slechts één van de vele anderen. Hoe haar familie daar in Nazareth was terecht gekomen, weten we niet, maar het is een bewijs van het diep verval, waarin het geslacht van David was gekomen. Het was inderdaad niet meer dan een afgehouwen boom, een tronk (Jes. 11 :1).
Aan deze Maria verscheen in Nazareth de engel Gabriel met de rijke boodschap, dat ze de moeder van de Christus zou worden. De Heilige Geest zal over haar komen en de kracht des Allerhoogsten zal haar overschaduwen en het heilige, dat verwekt wordt, zal Zoon Gods genoemd worden.
En dat wonder is in Nazareth geschied. Bethlehem is de plaats van de geboorte van de Heiland, maar Nazareth is de plaats, waar Maria haar Zoon ontving uit de Heilige Geest. Daar heeft het wonder plaats gehad, dat het Goddelijke zich huwde aan het menselijke, dat de Goddelijke natuur van Christus de menselijke natuur aannam.
In de Roomse kerk, die gebouwd is op de plaats, waar de engel aan Maria zou zijn verschenen staan de latijnse woorden te lezen: verbum caro hic factum est, d.w.z. hier is het Woord vlees geworden en inderdaad is het diepste mysterie van de vleeswording des Woords in Nazareth geschied. Daar in Nazareth woonde ook Maria's verloofde, Jozef, een timmerman (Matth. 13 : 55). Waarschijnlijk hebben we daarbij te denken aan iemand, die als metselaar en timmerman rondtrok. Jozef was daarom niet de eerste de beste uit Nazareth want het beroep, dat hij uitoefende, gold als bijzonder eervol. Daaraan was naar de opvattingen van die dagen niets minderwaardigs.
Straks trekken Jozef en Maria beiden naar Bethlehem in verband met registratie, waartoe de Romeinse keizer Augustus een bevel gegeven heeft. Waarschijnlijk hangt dit samen met erfbezittingen, die beiden daar hebben, waarom wij Jozef en Maria niet tot de allerarmsten behoeven te rekenen.
Later keert het jonge gezin met het kind Jezus naar Nazareth terug.Erisdan intussen heel wat gepasseerd: de geboorte van Jezus, de voorstelling in de tempel, de aanbidding der wijzen, de kindermoord in Bethlehem en de vlucht naar Egypte.
Wanneer Herodes gestorven is keren zij terug uit Egypte en vestigen zich in Nazareth.
Daar is Jezus opgegroeid en heeft Hij gewoond tot Hij op ongeveer dertigjarige leeftijd in het openbaar optrad onder het volk.
Mattheüs ziet daarin een vervulling van wat de profeten oudtijds gesproken hebben, nl. dat hij Nazoreeër zou heten (Matth. 2 :23).
Hij spreekt van profeten in het meervoud. De evangelist heeft dus blijkbaar meer dan één profeet op het oog gehad.
Maar het eigenaardige is, dat de naam Nazareth nergens in het O.T. voorkomt en niet één profeet met zoveel woorden heeft gezegd, dat de Messias in Nazareth zou opgroeien. Maar waarschijnlijk heeft Mattheüs verband gezien tussen Nazareth en Nazoreeër enerzijds en het Hebreeuwse woord nezer in Jes. 11 : 1, dat scheut betekent anderzijds. Jesaja zegt daar, dat er een rijsje zal voortkomen uit de tronk van Isai en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen.
Het koningshuis van David zal eenmaal als een af geknotte ceder zijn. Het zal alle roem en aanzienlijkheid verliezen, maar dan zal uit die afgehouwen tronk nog weer een nieuwe loot tevoorschijn komen. Het zal in de aanvang alles gering en nietig zijn, maar het bevat de belofte van een nieuwe toekomst.
Dit duidt op de Messias, wiens afkomst onaanzienlijk en in de ogen der mensen veracht zal zijn. Men zal er geen verwachting van hebben. Ook elders in het O.T. lezen we dat. We behoeven alleen maar te denken aan Jes. 53.
En nu ziet Mattheüs in het feit, dat Jezus in Nazareth opgroeit, een vervulling van deze profetie, die door meer dan één profeet is uitgesproken, nl. dat de afkomst van de Messias naar zijn menselijke zijde in de ogen der mensen iets verachts en onaanzienlijks zal zijn. Immers Nazareth was een verachte en beruchte plaats en het was zeker geen eretitel om Nazoreeër te heten.
Wanneer Christus in deze wereld komt, zoekt Hij niet het hoge en voorname, maar het verachte. Hij schaamt er zich niet voor een Nazoreeër te heten, evenmin als dat Hij er zich later voor schaamt met hoeren en tollenaren te eten.
Christus daalt af tot de diepst gezonken mens. Juist de gevallen zondaar wil Hij redden en Hij gaat vlak naast deze staan, ja Hij wordt één met hen.
Jezus in Nazareth is een heerlijk evangelie. Het tekent onze Heiland ten voeten uit. Zo diep daalt Hij om zondaren uit de diepte van hun ellende op te voeren tot eeuwige heerlijkheid.
Want deze Nazoreeër zal eenmaal koning zijn. Hij gaat een weg van diepe vernedering: kribbe, Egypte, Nazareth, kruis. Maar het is een weg naar de eeuwige overwinning en op die weg neemt Hij al de Zijnen mee.
Wanneer iemand thans in Nazareth komt worden hem de plaatsen getoond, waar de voeten van Jezus gingen. Men toont de synagoge, waarheen Jezus elke sabbath placht op te gaan en waar Hij eenmaal het Woord verkondigde (Luk. 4 : 16 vv). Men brengt u bij de Mariabron aan de noordoostzijde van de stad, waar de burgers van Nazareth de eeuwen door het water hebben gehaald en ook Maria dagelijks het water heeft geput er in de buurt waarvan Jezus met de kinderen van Nazareth gespeeld heeft. Men laat u de „berg der afstoting" zien, vanwaar eenmaal de burgers van Nazareth Jezus wilden afwerpen. En het is ongetwijfeld een treffende en ontroerende gedachte te mogen zijn op grond, waar ook eenmaal de voeten van Jezus stonden.
Maar treffender en ontroerender is de gedachte, dat Jezus, de Zoon van God dat Nazareth niet te gering geacht heeft om er zijn voeten te zetten. Jezus wil gemeenschap met de geringste mens en de diepst gevallen zondaar. Daarom behoeven we aan Zijn genade nimmer te wanhopen. Nazareth is er het blijvende teken van.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1959

De Wekker | 4 Pagina's

Nazareth

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1959

De Wekker | 4 Pagina's