Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pergilah Kamoe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pergilah Kamoe

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze woorden zijn de titel van een bijzonder mooi uitgevoerd boek, dat werd uitgegeven door de Zendingsdeputaten van onze kerken bij D.J. van Brummen te Dordrecht. Het biedt ons een geschiedenis van de buitenlandse zending van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland tot 1959. De titel is de Indonesische vertaling van Christus' opdracht aan Zijn Kerk: „Gaat dan heen!"
Het boek is opgedragen aan de eerbiedige en dankbare nagedachtenis van Ds. Sem Bombong, de eerste Christen in het Mamasa-land, de eerste prediker van de Toradjakerk aldaar, en de eerste martelaar van zijn geloof, en in hem aan de honderden andere Christenen, die in de jaren 1950 en nadien de dood ingingen in vertrouwen op de eeuwige zaligheid door Christus Jezus.
In de inleiding schrijft Ds. Bikker, secretaris van de Deputaten voor de buitenlandse zending in onze kerken, dat zendingdeputaten reeds in 1955 besloten een gedenkboek uit te geven en dit te laten verschijnen in 1956 omdat het in 1956 vijftig jaar geleden zou zijn, dat de eerste pogingen in onze kerk werden ondernomen om te komen tot zendingswerk.
Door de critieke toestanden in het zendingswerk gedurende en na 1956 werd de uitgave van dit boek belemmerd en kon het pas in 1960 verschijnen.
Het lijkt er op, dat de uitgave van dit gedenkboek een afsluiting betekent voor het zendingswerk onder de Toradja's. Maar deputaten hopen en verwachten, dat de herinnering aan wat gedaan werd, nieuwe moed zal geven en nieuwe energieën zal wakker roepen om nog meer te gaan doen in de toekomst.
Deputaten stellen zich voor met steun aan de Toradjakerk voort te gaan zolang daartoe de mogelijkheid bestaat, maar tegelijkertijd alles te doen om de mankracht in onze kerken in te zetten in andere gebieden, nu het onmogelijk werd zendingsmensen naar het Toradjaland te zenden. Immers de opdracht gaat door.
Het geheel is een prachtig, historisch document geworden van de geschiedenis van de zendingsarbeid onzer kerken. Wij zijn deputaten zeer dankbaar voor wat ze ons geboden hebben. Het boek is én naar vorm én naar inhoud af. Het is onbegrijpelijk, dat zulk een werk voor slechts ƒ7.90 kan geleverd worden.
Het omslag biedt motieven, die direct aan het land van de Toradja's herinnert: rijststampende Toradjavrouwen, een ruiter te paard en op de band zelf de zonnefiguur, dat in het Toradjaland op alle huizen en rijstschuren, op de dodenhuizen en lijkkisten is afgebeeld.
De eerste 50 bladzijden bieden een historisch overzicht van het zendingswerk der Chr. Ger. Kerken van 1834-1927 van de hand van Ds. J. Jongeleen. Het is een boeiend relaas, waarin we geconfronteerd worden met vele teleurstellingen, moeiten en strijd, maar ook met de zegen, die God aan de arbeid der zending heeft willen verbinden. Het is opmerkelijk, hoe reeds bijna terstond in de kerken der afscheiding het zendingsbevel van Christus aan Zijn kerk werd verstaan en behartigd. We zijn Ds. Jongeleen dankbaar voor dit hoofdstuk en voor de wijze, waarop hij zich van zijn taak gekweten heeft.
Ds. A.C. Noort schrijft vervolgens een leerzaam artikel over „De Mamasa-Toradja's".
Daarop volgt een hoofdstuk over het zendingswerk van de Indische Kerk te Mamasa, van 1912-1927, eveneens geschreven door Ds. Noort. Ik ben geneigd uit elk hoofdstuk iets te vertellen. Het is alles even boeiend en instruerend. Maar ik doe dat niet. U moet, als het even kan, dit boek zelf lezen. De kosten behoeven naar mijn gedachte geen belemmering te zijn.
Ik volsta verder met u de onderwerpen van de volgende hoofdstukken te noemen.
Ds. Bikker, die dit alles zelf persoonlijk heeft meegemaakt, handelt vervolgens over de zending onder de Toradja's van 1927-1946.
Mevr. M. Bakker-Klomp schrijft over haar vroegere werkzaamheden onder de vrouwen en meisjes in het Toradjaland.
Dr. J.J. Pilon, de oud-zendingsarts, handelt over zijn indrukken en ervaringen uit het medische werk in het Toradjaland.
De heer H.J. Wiltink biedt een kijkje in de Christelijke Opleidingsschool voor volksonderwijzers te Mamasa.
Dan volgt, eveneens van de hand van Ds. Bikker een overzicht over het zendingswerk na 1946, waarin we worden bepaald bij de gewijzigde politieke omstandigheden in Indonesië en de gevolgen daar van voor het zendingswerk. Daar is veel, dat teleurstelt, maar er is niettemin ook veel, dat hoop geeft. Het is, schrijft Ds. Bikker, met droefheid en weemoed in het hart, dat we thans van het werk in Indonesië moeten afscheid nemen. „Maar . . . we weten, dat als we de Toradjakerk moeten achterlaten zonder de hulp van de Hollandse zendelingen, we haar niet achterlaten zonder God. De Heere blijft en zal ook daar nog Zijn almacht tonen in het toebrengen van dit volk en de omringende volken tot Zijn heerlijk koninkrijk."
Prof. v.d. Schuit, die vanaf 1927 penningmeester is geweest van deputaten en door wiens hand voor de zending millioenen zijn gegaan, schrijft een hoofdstuk over „Niet bezorgd . . . . toch zorgen". Hij wijst er op, dat de liefde en de offervaardigheid voor de zending steeds de warme belangstelling van de kerken heeft gehad. We zullen ook in de toekomst niet mogen verslappen. „Al weten wij niet, hoe het in de toekomst zal gaan in het binnenland van Celebes, al zijn er vele open vragen, die zelfs kunnen benauwen, zendingswerk gaat door, zendingsliefde blijft, zendingsoffervaardigheid leeft en daarom zendingsterrein, waar ter wereld ook, zal zijn te vinden."
Ds. I. de Bruyne besluit tenslotte het waardige en fraaie boek met een treffend hoofdstuk over „Zending en toekomst". De opdracht blijft, het gebed blijft nodig, in het vast vertrouwen, dat daar waar Hij, die almachtig is, een deur opent, niemand die zal kunnen sluiten! We stuiten, als we denken aan de toekomst van het zendingswerk, op vele moeilijkheden. Ds. de Bruyne noemt die moeilijkheden open en duidelijk. Maar er is Eén, die boven alle moeilijkheden staat. In gelovig vertrouwen op die almachtige en getrouwe Koning moeten we voorwaarts.
Het boek bevat verder 28 pagina's foto's en een uitvouwbare kaart van 't gebied der Christelijke Toradjakerk op West Midden-Celebes.
Ik hoop dat dit boek in zeer vele gezinnen van onze kerkleden een plaats ontvangen mag, dat het mag worden gelezen en herlezen en dat u diep onder de indruk moogt komen van de grote daden des Heeren, die steeds weer zondige en gebrekkige mensen wil gebruiken om Zijn koninkrijk hier op aarde te doen komen. Ook dat is een vrucht van Paasfeest.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1960

De Wekker | 4 Pagina's

Pergilah Kamoe

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1960

De Wekker | 4 Pagina's