Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zienswijze der Bekering bij Reformatie en Nadere Reformatie (III)

Bekijk het origineel

De zienswijze der Bekering bij Reformatie en Nadere Reformatie (III)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hebben we de vorige maal nagegaan wat de beide grote reformatoren, Luther en Calvijn over het wezen der bekering gezegd hebben, thans willen we nog enkele opmerkingen maken over de reformatorische zienswijze ten aanzien van de praktijk der bekering.

Een steeds voortgaand gebeuren
Wanneer we de vraag stellen hoe de bekering nu in het leven van de mens plaats vindt, valt het ons op, dat door de reformatoren de bekering nimmer als een eenmaal plaatsgevonden gebeurtenis wordt gezien. Nergens wordt door hen het afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens in dit leven als een voltooid feit beschouwd. In de theologie van de reformatoren wordt dan ook zelden of nooit van „bekeerden" gesproken.
Ook degene die tot God bekeerd wordt, blijft in zichzelf een zondaar. Wel worden Gods kinderen door de werking van de H. Geest van de dienstbaarheid der zonde verlost, maar in de wedergeborene blijft toch altijd nog „een vonk en oorsprong des kwaads, waaruit altijd boze begeerten spruiten, die hem tot zonde verlokken en aanprikkelen". (Calvijn, Inst. III,3,10). Tegenover Augustinus die de begeerlijkheid slechts een zwakheid noemde, stelde Calvijn dat deze wel degelijk zonde voor God is. Totdat het sterfelijk lichaam wordt afgelegd, blijft de zonde in Gods heiligen. Vandaar dat de bekering telkens weer opnieuw nodig is. Naar de reformatorische leer betekent de bekering dan ook nimmer een eens en voor goed binnengaan in een staat van bekeerd zijn, maar een steeds voortdurend en steeds weer opnieuw zich voltrekkend proces.

Een leven van strijd
Het leven der bekering wordt dan ook telkens weer gezien als een dagelijkse strijd tussen de door de H. Geest gewerkte nieuwe mens en de oude mens der zonde. Als sprekend voorbeeld van deze innerlijke strijd bij Gods kinderen wordt door de reformatoren telkens weer het bekende Rom. 7 genoemd, waar Paulus spreekt over zijn zielservaren in het hevig tweegevecht tussen de twee grote machten van de oude en de nieuwe mens in zijn leven. De strijd duurt voort tot de dood toe.

Voortgang in de strijd
De reformatoren ontkennen niet, dat er hier een voortschrijden zijn kan en zijn moet. Zo spreekt Luther dikwijls van een „meer en meer", van een „dagelijks toenemen in de heiliging" en Calvijn van een „wasdom in de boetvaardigheid". Volgens Luther bestaat deze voortgang in een steeds meer verloochenen van zichzelf, in een steeds scherper zien van de verborgen zonden en het heimelijk ongeloof, in een steeds vuriger overgave aan Gods vergevende genade als het enige houvast en in een steeds sterker wordend verlangen naar de dood, waarbij de oude mens voor goed afsterft en Gods wil volmaakt betracht zal worden. Calvijn sprak zich over de wasdom in de boetvaardigheid aldus uit: „Daarom dunkt mij, dat hij zeer veel is gevorderd, die geleerd heeft zichzelven zeer veel te mishagen; niet om daarin gelijk als in het slijk te blijven steken, zonder verder voort te treden, maar veel meer om naar God te haasten en te verlangen, opdat hij met de dood en het leven van Christus gemeenschap hebbende, zich zonder ophouden in boetvaardigheid oefene, gelijk voorwaar niet anders kunnen doen, diegenen, welke met een oprecht hart tegen de zonde bevangen zijn. Want niemand heeft ooit een haat tegen te zonde, tenzij hij eerst met een liefde tot de gerechtigheid is ingenomen." (Inst. III,3,20).

Geen principieel onderscheid
Boetvaardigheid is dus de blijvende gestalte van het Christelijk leven. Deze blijvende gestalte van het Christelijk leven is volgens de reformatoren niet van een voorafgaande principiële verandering onderscheiden, alsof zulk een principiële verandering iets geheel anders zou zijn dan de voortgaande vernieuwing. Daar de oude mens der zonde niet slechts bij restjes, maar als een blijvende macht in de nieuwe mens voortleeft, kan de bekering bij alle concreetheid in niets anders bestaan dan daarin, dat de beide elementen afsterven en opstaan, die de gehele mens omvatten, telkens weer herhaald worden. Principieel bestaat de bekering in de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Daarin bestaat de gehele bekering, zowel het begin als het einde, in een steeds meer en steeds dieper beleven van deze beide elementen. Een direct onderscheid tussen wat wij noemen de eerste bekering en de dagelijkse bekering, vinden we bij de reformatoren niet.

Begin der bekering
Wanneer en hoe begint nu de bekering, de afsterving van de oude en de opstanding van de nieuwe mens? Wanneer wordt dat nu werkelijkheid in mijn leven? De reformatoren geven op deze vraag geen direct antwoord. Volgens hen is deze vraag ook niet van zulk een groot belang. Niet om de vraag wanneer men bekeerd is, maar of men de bekering beleeft en beoefent, daar gaat het hen om. Dit wil allerminst niet zeggen dat de reformatoren van geen bepaalde bekeringsweg wisten. Denk maar aan de bekeringsweg van Luther zelf. En ook Calvijn heeft daar zo schoon over gesproken. Echter het bepaalde tijdstip waarop men bekeerd wordt betekent voor hen niet een uitzonderlijk, enig en principieel feit, dat men dan als eenmaal gebeurd beschouwend gepasseerd zou hebben, maar het is voor hen eenvoudig het eerste moment in de rij van een levenslange herhaling tot een steeds grotere bewustheid, klaarheid en diepte.

J. Brons

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1960

De Wekker | 8 Pagina's

De zienswijze der Bekering bij Reformatie en Nadere Reformatie (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1960

De Wekker | 8 Pagina's