De datum van Paasfeest
Het is bekend, dat de datum van Paasfeest zich elk jaar wijzigt. We bezitten voor Paasfeest niet een vaste datum als voor het Kerstfeest, dat jaarlijks gevierd wordt op 25 december.
Men heeft wel eens pogingen gedaan om ook voor het Paasfeest zulk een vaste datum te verkrijgen. Maar dat is niet zulk een eenvoudige zaak.
Reeds de oude kerk heeft over de Paasdatum een heftige strijd gevoerd. Er was wat dat betreft een verschil tussen de oosterse en de westerse kerk.
Het Paasfeest is het oudste Christelijke feest. Het Kerstfeest is veel later ontstaan. Het Paasfeest echter werd reeds in de tweede eeuw gevierd en waarschijnlijk al veel eerder. Over de datum bestond echter verschil.
De oosterse kerk, voornamelijk in Griekenland en Klein-Azië, vierde het feest op de 14de Nisan, d.i. de lentemaand, dezelfde datum als waarop de Joden het Paasfeest vieren.
Op die datum moest het volk Israël in Egypte een stuk kleinvee slachten en het bloed strijken aan de deurposten en de bovendorpel van de huizen. In de daarop volgende nacht moest men het eten met ongezuurde broden en bittere kruiden. En aan alle huizen, waaraan het bloed was, ging de Heere voorbij, toen Hij die nacht de eerstgeborenen in Egypte doodde (Exod. 12:6vv). Daarop volgde voor Israël de verlossing uit het Egyptische slavenhuis.
En elk jaar moest Israël deze verlossing en uittocht feestelijk gedenken op het Paasfeest (Exod. 12:14). De naam Paasfeest hangt samen met een Hebreeuws werkwoord, dat „voorbijgaan", „sparen" betekent. Elk jaar mocht Israël gedenken, hoe de Heere het had gespaard, toen Hij met Zijn oordeel over Egypte ging.
Dit feest werd gevierd op de 14de van de eerste maand (Num. 28:16). De naam van deze maand was Abib (Exod. 13:4) of Nisan (Esth. 3:7). En deze maand viel in de lente. Het nieuwe jaar begon in de lente bij de vernieuwing van de natuur. Bovendien was het in de nacht na de 14de Nisan altijd volle maan, daar de maand begon bij nieuwe maan. Elk jaar werd door Israël op deze datum het paaslam geslacht en gegeten als een herinnering aan de genadige verlossing door God bij de uittocht uit Egypte. Maar dit feest was tegelijk een heenwijzing, namelijk naar Jezus Christus, die als het ware Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, zou worden geslacht op Golgotha en zo de verlossing van al Zijn volk uit het diensthuis der zonde zou bewerken. In Zijn offer en bloed is redding voor de zondaren, die het oordeel Gods waardig zijn. In het oordeel gaat God sparend voorbij aan allen, die in dat bloed schuiling zoeken.
Het is niet toevallig, dat Christus juist op het Joodse Paasfeest is gekruisigd en gestorven. In Hem vinden alle paaslammeren hun vervulling. Op de 14de Nisan is Christus als het ware Paaslam op Golgotha geslacht.
Hier ligt de reden van de traditie, dat de oudste Christenen op de 14de Nisan ook het Christelijk Paasfeest vierden. Waarschijnlijk is deze viering op de Joodse Paasdatum in Joods-Christelijke kringen ontstaan.
Men vierde dus het Paasfeest op de sterfdag van Jezus. Het oudste Christelijke Paasfeest had vooral betrekking op de offerdood van Christus. Men sprak daarom wel van; Kruispascha. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat de gedachte aan de opstanding daarbij geheel werd uitgesloten, maar de centrale gedachte was die van het Paasoffer. Paasfeest werd gevierd als het feest van het vervulde Paaslam. Men dacht bij Pascha vooral aan de dood van Christus als een doorgang naar Zijn opstanding.
Ook bij Paulus vinden wij deze opvatting van het Paasfeest. Hij schrijft in 1 Cor. 5:7: Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus. Paasfeest is het feest van Christus' offer.
Naast deze oosterse ontstond in het westen, met name in Rome, een andere traditie omtrent de viering van Paasfeest. Men legde daar vooral de nadruk op de viering van het Paasfeest op zondag. Op een zondag is de Heere opgestaan. De zondag is in de Schrift bij uitstek de dag des Heeren. Op die dag kwam de gemeente samen (Hand. 20:7; 1 Cor. 16:1; Openb. 1:10).
Men koos als datum voor de viering van het Paasfeest de eerste zondag na de 14de Nisan, d.i. de eerste zondag na de eerste lente-volle maan. Want het was op die zondag, dat Christus opstond. Hij stierf op de dag vóór de eerste volle maan in de lente en Hij stond op de eerste zondag daarna weer op.
De oosterse kerk kon zich met deze afwijkende paasdatum van de westerse kerk niet verenigen. Daarom trachtte bisschop Polycarpus in 154 de kerk van Rome tot andere gedachten te brengen, maar dit lukte niet. Veertig jaar later dreigde bisschop Victor van Rome de Christenen in Klein-Azië met de ban, wanneer deze niet ophielden het Paasfeest op de 14de Nisan te vieren.
Onder leiding van bisschop Polykrates van Efeze kwamen de oosterse kerken heftig in verzet, waarna bisschop Victor, mede onder invloed van Ireneus, die het overigens wat de Paasdatum betreft wel met de Roomse bisschop eens was, zijn dreigementen liet varen.
Toch heeft uiteindelijk de westerse traditie, namelijk de viering van het Paasfeest op de zondag na de eerste volle maan in de lente, het gewonnen.
Men begon de viering van het Paasfeest reeds op zaterdagavond. De nacht daarop werd gevuld met lezing van Schriftgedeelten, gezang en gebed. Men overdacht dan vooral het lijden en sterven van de Heiland. Om ongeveer drie uur in de nacht ging men over tot de blijde viering van Christus' opstanding. Pascha werd op deze wijze de overgang van droefheid tot vreugde.
Tenslotte kreeg de westerse Paasdatum en Paasviering zijn beslag op het concilie van Nicea (325). Hier werd de viering van de 14de Nisan veroordeeld als een gevaarlijk Judaïsme. Volgens dit concilie betaamt het de Christenen niet zich te richten naar de gewoonten der ongelovige en vijandige Joden, waarom alle Christenen van het oosten, die tot die tijd toe het Pascha met de Joden hadden gehouden, het in het vervolg zouden moeten vieren met de Romeinse kerk. Ja, men had bij deze viering zulk een afschrik iets gemeen te hebben met de Joden, dat werd bepaald, dat wanneer het op Paaszondag volle maan was, het paasfeest niet op deze, maar eerst op de volgende zondag mocht gevierd worden. Vooral onder invloed van Constantijn de Grote is de westerse traditie daarna ook in het oosten ingevoerd.
Wij vieren op Paasfeest de opstanding van Jezus Christus. Die staat niet los van zijn dood aan het kruis. Het is de gekruisigde Christus, die is opgestaan. In Zijn dood ligt zelfs de grond voor Zijn opstanding. En terwijl wij ons op Goede Vrijdag verootmoedigen vanwege onze zonden, die ons bij het kruis van Christus aanklagen, mag op Paasfeest de vreugde de overhand nemen, omdat in de opgestane Heiland leven en vrede ligt voor doemwaardige zondaren.
Daarom vieren wij het Paasfeest op zondag, de dag van de opstanding. Wel heeft men meer dan eens behoefte gevoeld aan een vaste zondag, daar de datum van Paasfeest jaarlijks verandert, omdat de eerste volle maan in de lente niet steeds gelijk valt. De Paasdatum kan variëren tussen 22 maart en 25 april.
Ook Luther was al van mening, dat het beter zou zijn, als het Paasfeest werd gevierd op een vaste datum in het jaar. Dat het feest thans zo schommelt van de ene datum naar de andere is volgens hem de schuld der vaderen, die verzuimd hebben deze regeling tijdig op te heffen. Nu zullen we - zegt Luther - met onze Paasdatum wel heen en weer blijven schommelen tot aan de jongste dag.
Augustinus ziet er zelfs een schone symboliek in. We vieren Paasfeest op zondag, omdat we mogen rusten in het werk van Christus; in de lente, omdat Paasfeest ons spreekt van de levensvernieuwing; na volle maan, omdat deze Gods getrouwe getuige aan de hemel is of omdat de maan het licht van de zon ontvangt.
Maar hoe het ook staat met de Paasdatum, het komt aan op de Paaszegen. En die schenke de Heere ons rijkelijk.
Oosterhoff.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1961
De Wekker | 8 Pagina's