Gods Genadeboodschap weersproken

Wat is de boodschap van Gods genade rijk!
Het evangelie van Gods genade in Jezus Christus, dat voor de mens van alle eeuwen in zijn massieve, onwrikbare kracht hetzelfde blijft, gaat na Pinksteren de wereld in.
Op de eerste zendingsreis, begonnen op Cyprus, zijn Paulus en Barnabas de boodschappers van goede tijding, doorgedrongen tot in Antiochië in Pisidië.
Daar staan ze voor het eerst, met het evangelie van de Gekruisigde, in een stad van enige betekenis, midden in het heidendom.
Waar moet je dan beginnen?
Hun hart trekt naar de broeders!
Zij, die in deze stad van het zaad van Abraham zijn, dragen immers de rijke heilsbeloften die God reeds aan de vaderen gaf. Zij moeten de blijde boodschap van Gods genade horen, dat God de belofte vervuld heeft, dat het Lam Gods geslacht is, dat de zonde der wereld wegneemt, dat Hij, naar Wiens dag Abraham reeds verlangend uitzag, gekomen is en alles volbracht hebbend nu leeft in heerlijkheid.
Eerst de Jood en dan ook de Griek!
Als zij, na met alle ernst de lezing van de Wet en de Profeten aangehoord te hebben, dan ook uitgenodigd worden om te spreken, dan is er inderdaad een woord van vertroosting tot het volk in hen!
En welk een woord! De goddelijke boodschap van het evangelie der genade!
In deze eerste preek van Paulus, die Lukas ons verhaalt, komt het evangelie in al zijn rijkdom uit!
Na gewezen te hebben op de rijke heilsbelofte den vaderen gedaan en de vervulling daarvan in Christus Jezus aangetoond te hebben, die Christus die gestorven is maar ook opgewekt en nu de levende Heiland en Zaligmaker is, komt Paulus tot de persoonlijke toepassing: Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt!
Dat is de rijkdom van de Nieuw-Testamentische bediening der verzoening, dat God het aan ons en onze kinderen laat verkondigen, dat het waarachtig is, dat naar het welbehagen Gods in mensen die Hem vijand zijn, in het bloed van Zijn Zoon Jezus Christus er een volkomen verzoening is van al onze zonden!
De vergeving in en door die ene rijke Borg, de volkomen Zaligmaker Jezus Christus, wordt ons zondag aan zondag van Zijnentwege verkondigd!
Even persoonlijk komt deze boodschap der vergeving tot ons, als wij strikt persoonlijk de belofte Gods betekend en verzegeld kregen aan ons voorhoofd! En God staat zò voor honderd procent achter Zijn Woord, dat Paulus bidden mag, als of God door Hem bad, laat u dan toch met God verzoenen!

Een geweldig evangelie!
Maar wat doen wij met die boodschap?
Moest het niet zo zijn, dat we als zondaren straalden van vreugde in onze kerkdiensten over dat wonder en in gelovige verwondering God prezen?
Wat zijn de reacties op die boodschap, daar in de synagoge van Antiochië? Als Paulus en Barnabas, na hun rede, de synagoge verlaten zijn het daar buiten de heidenen, de proselieten, wier hart zoekt naar de vrede met de levende God van Israël, die heilbegerig vragen en bidden om er meer van te mogen horen!
Beschamend!
Want de genodigden blijken het niet waardig!
Zij, die in joods-farizeese eigengerechtigheid menen wat te zijn, die in het volbrengen van de Wet van Mozes menen een stuk gerechtigheid te bezitten voor God, zij nemen die boodschap van genade niet!
Dan moeten ze hun rijkdom, hun vroomheid, hun vermeende geestelijke meerwaarde boven de heidenen kwijt.
Want de boodschap van vergeving door het bloed van Jezus alleen, slaat alle eigengerechtigheid stuk! Paulus heeft het hun gezegd, het is ijdel om te menen in nette vrome wetsbetrachting voor God rechtvaardig te kunnen bestaan! Een iegelijk die gelooft, wordt door en in de gerechtigheid van Christus gerechtvaardigd!
Als de joden zien, dat de heidenen heilbegerig samenkomen op de volgende sabbat, gaan zij het werk Gods trachten te verstoren, ze worden kwaad en weerspreken het evangelie van Gods genade!
Een waarschuwend voorbeeld voor u en mij, die het evangelie van vrije genade roemend prijzen, maar met beide handen onszelf en onze vermeende eigengerechtige vroomheid willen vasthouden!
Waar de zonde geen nood wordt, is het evangelie geen kracht!
Daar is de ruimte van Gods kant: een iegelijk, die gelooft!
Een iegelijk, daar bedoelt God u mee, die dit leest, die midden tussen de scherven van uw eigen vroomheid, op Gods genade niet meer afdingt, uw onwil niet langer camoufleert met uw rechtzinnige „ja-maars" en maar één hoop overhoudt: dat God zonder enige verdienste uwerzijds, uit enkel genade alleen om de genoegdoening van Jezus Christus, u al uw zonden, ook die zondige aard, waartegen ge uw leven lang te strijden hebt, vergeeft!
Zalig, die gelooft!

R. (Rotterdam) de B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen