Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kohlbrugge in Dagboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kohlbrugge in Dagboek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij J.P. v.d. Tol te Dordrecht verscheen onder de titel „De gouden scepter toegereikt" een dagboek, dat werd samengesteld uit de geschriften van de bekende Dr. H.F. Kohlbrugge, die van 1848-1875 predikant was bij de Nederlands Gereformeerde Gemeente te Elberfeld in Duitsland. De samenstelling en vertaling uit het Duits geschiedde door Ds. H. Stolk, Ned. Herv. predikant te Scheveningen.
Deze volgde bij zijn samenstelling hoofdzakelijk het Duitse dagboek van wijlen Lic.Th. Stiasny, die ook een werk schreef over de theologie van Kohlbrugge. Een enkele maal heeft de samensteller fragmenten ingelast uit andere geschriften dan waaruit Stiasny zijn dagboek samenstelde.
Bovendien werd bij iedere meditatie een te lezen schriftgedeelte gezocht, dat wordt aanbevolen ter dagelijkse lezing en aan het slot is een lied geplaatst, waarbij de samensteller zich beperkte tot de psalmbundel, die hij de meest oecumenische liederenbundel van de Christelijke Kerk noemt.
Het is opmerkelijk, hoe in onze tijd telkens weer de aandacht wordt gevraagd voor de geschriften van Kohlbrugge. Die belangstelling is er niet altijd geweest. Er is een tijd geweest, dat slechts een kleine groep zich voor Kohlbrugge en zijn geschriften interesseerde. Aan het eind van de vorige en het begin van onze eeuw was de geest, die overheersend was in het kerkelijk en godsdienstig leven in ons vaderland, er niet naar om belangstelling voor Kohlbrugge en diens theologie te wekken.
Maar dat is de laatste dertig jaar anders geworden. Kohlbrugge is om zo te zeggen uit zijn isolement losgekomen. Het is met name Karl Barth geweest, die meende verwantschap te ontdekken tussen zijn boodschap en die van Kohlbrugge. Beiden wilden immers niets anders prediken dan een theologie van het Woord. Tegenover de ervaringen en bevindingen van de vrome mens stelde Kohlbrugge het Woord en Karl Barth wil niets anders.
Ds. Stolk zegt in een „Ten Geleide", dat het hem verdacht voorkomt, als sommigen zich menen te kunnen beroepen op Kohlbrugge, terwijl men zich distantieert van de belijdenisgeschriften. Want er blijft tussen Kohlbrugge en Barth een hemelsbreed verschil. Voor Kohlbrugge was het Woord Gods nog iets anders dan voor Barth en voor de Schriftcritiek, die Barth aanvaardt, is er bij Kohlbrugge geen plaats.
Niettemin blijft het een feit, dat er bij vele Barthiaanse theologen grote belangstelling voor Kohlbrugge bestaat. Met name ook Kohlbrugge's beschouwing van het Oude Testament heeft bij hen invloed uitgeoefend.
Maar hoe het zij, een vernieuwde belangstelling zijn Kohlbrugge en diens geschriften zeker waard. Deze begenadigde theoloog heeft in zijn geschriften een boodschap nagelaten, die ook voor vandaag nog van betekenis is.
Die betekenis van Kohlbrugge ligt vóór alles in zijn Schriftuitlegging, zegt Ds. Stolk. En dat is juist.
Kohlbrugge wilde niets anders zijn dan getuige van het Woord Gods. Hij heeft steeds weer als een goed exegeet geluisterd naar wat de Schrift zegt.
Door Gods Geest geleid is hij een uitlegger van het Woord geworden als weinigen en is hij diep doorgedrongen tot het geheim van de Schrift. Met name heeft hij ontdekt, wat Gods souvereine genade betekent.
Dit heeft hem in felle oppositie gebracht met de geest van zijn tijd, die de mens, de brave en verstandige mens in het middelpunt plaatste. Hij werd een fel bestrijder van het liberalisme en van het modernisme, dat ook in de kerk zulk een belangrijke rol speelde. Daarom was er voor hem noch in de Lutherse noch in de Hervormde kerk van zijn dagen een plaats. Men beschouwde hem als iemand, die onrust bracht en men had voor alles behoefte aan rust, ook al was het een valse rust.
Maar ook met de mannen van het Réveil, zoals Da Costa en Cappadoce, kwam hij in conflict. Kohlbrugge richtte zijn felle critiek op alle menselijk streven naar heiligheid en vroomheid zoals hij die ook bij de mannen van het Réveil meende te vinden. Het Réveil stelde wel niet zoals het rationalisme de mens zonder meer in het middelpunt, maar de vrome, bekeerde, wedergeboren mens werd maar al te vaak op een voetstuk geplaatst, waarop alleen Christus recht heeft. En men had in deze kringen van de activiteiten der vromen grote verwachting. Men legde er sterk de nadruk op, dat de gelovige moet streven naar heiligmaking. Trapsgewijze vordert de mens daarin, ook al bereikt hij in dit leven de volmaaktheid nooit.
Hiertegen verzette Kohlbrugge zich met kracht. Zijn protest betreft de gedachte, dat de mens zelf zijn heiligmaking kan bevorderen. Hij is hiertoe vooral gekomen door zijn studie van Romeinen 7. Hij legt daarvan in een preek getuigenis af. Uitgangspunt is voor hem Rom. 7:14, waar Paulus zegt: ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Kohlbrugge verstaat dit van Paulus als wedergeboren mens. Dit bracht Kohlbrugge tot de ontdekking: de mens, ook de geestelijke, wedergeboren, bekeerde mens is vlees. Vleselijk zijn ook al zijn werken, die nooit of te nimmer gelden voor God en voor Hem nooit in aanmerking komen. De komma achter vleselijk is voor Kohlbrugge beslissend.
Sindsdien legt Kohlbrugge telkens weer de nadruk op de rechtvaardiging van de zondaar voor God, niet van de vrome of de uitverkoren mens. Kohlbrugge leert de mens alleen van genade te leven, terwijl deze in zichzelf een goddeloze blijft, doch voor wie Christus tot rechtvaardiging en heiligmaking is geworden.
In een brief aan een van zijn vrienden schrijft hij: „lk heb lang volgehouden om met de wet in mijn hand tot de volmaaktheid te komen en te strijden tot den bloede toe. Ik zonk daarbij al dieper in en waar ik niet dieper kon, maar ver beneden den duivel verzonken lag, daar, in mijn verlorenheid en radeloosheid, is de Heere mij ontmoet en heeft Hij tot mij gezegd: zoo als gij zijt, zoo zijt gij Mij heilig; daar niets van af, daar niets aan toe! Dat was mij ongedacht, onverwacht. Ik zag een Lam ter rechterhand der Heerlijkheid — en daar heb ik afstand gedaan van de wet, van alle heiligheid, van al mijn weten van goed en kwaad, van mijn wedergeboren, bekeerd, vroom zijn, van mijn God te kennen. God beschouwen, van alle godsvrucht, van alles wat vlees heeft en geeft en werkt, en nu is mijn eenig heil in de hoogte en de diepte: met ons God, en dat Hij is, is Mijn eeuwige vreugde en vrede en leven en blijdschap en evangelie en wet en gebod — en al het andere acht ik, gelijk mijzelve stof en vuil."
Kohlbrugge houdt niet op te strijden tegen een funderen van de zekerheid des heils op geestelijke ervaringen. Christus is voor hem de enige grond der zaligheid.
Kohlbrugge heeft door zijn prediking veel vijanden gemaakt. Men heeft hem beschuldigd van antinomianisme. Hij zou slechts van rechtvaardiging, doch niet van heiliging willen weten.
Deze laatste beschuldiging, die reeds door Da Costa werd geuit, heeft hem veel pijn gedaan. Waar Kohlbrugge tegen streed is een menselijke heiligmaking, die voortkomt uit de vrome mens. Doch daartegenover stelde hij, dat het onmogelijk is, dat die Christus door een waar geloof is ingelijfd niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.
Kohlbrugge kan ons veel leren. Hij kan ons leren wat genade is en welke rijkdommen de gelovige heeft in Jezus Christus. Hij tracht het oog te openen voor de enige grond der zaligheid in Jezus Christus, die van God gegeven is tot wijsheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking en tot een volkomen verlossing. Dit is de betekenis van Kohlbrugge geweest. Een zekere eenzijdigheid kan men bij Kohlbrugge niet ontkennen, maar hij heeft Gods genade in al haar rijkdom verstaan en gepredikt.
Het is goed, dat voor de geschriften van Kohlbrugge opnieuw aandacht wordt gevraagd. Ook door dit dagboek kan men van zijn prediking kennis nemen. Een arme zondaar zal er rijke troost in vinden. Het is evangelie in de diepe zin van het woord, dat ons geboden wordt.
Uit de aard der zaak zijn het maar fragmenten, die ons worden geboden. Persoonlijk zou ik het op prijs gesteld hebben, wanneer was aangegeven aan welke geschriften de fragmenten zijn ontleend. Het is nu door dit dagboek niet mogelijk om de fragmenten in hun verband na te lezen.
De titel is ontleend aan de geschiedenis van Esther, aan wie door Ahasveros de scepter wordt toegereikt als een teken van zijn gunst over haar (Esther 5).
Kohlbrugge predikt ons de genadige God, die in Jezus Christus Zijn scepter der ontferming toereikt aan schuldige zondaren.
Moge door dit dagboek de prediking van Kohlbrugge nog velen tot een rijke zegen zijn.
Het boek is helaas niet goedkoop. Het ziet er echter keurig verzorgd uit. De prijs is ƒ 17,50.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1961

De Wekker | 8 Pagina's

Kohlbrugge in Dagboek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1961

De Wekker | 8 Pagina's