In Negeb werden kopermijnen van Salomo terug gevonden.

Geologen, archeologen en botanici doen op het ogenblik intensief onderzoekingen in de Negeb-woestijn in Zuid-Israël. Zij doen dat letterlijk met de bijbel in de hand. Men volgt bij de onderzoekingen de gegevens van de bijbel op de voet. Tot nu toe is gebleken, dat vele beschrijvingen in de bijbel, die tot dusver onbegrepen waren gebleven, volkomen met de waarheid in overeenstemming zijn. Bijvoorbeeld Deuteronomium 8 : 9, waar staat: "...... een land, waarvan de stenen ijzer zijn, waar ge erts uit de bergen houwt". De grote kopermijnen van Etzion Geber, waarvan de bijbel gewag maakt, werden in 1938 door prof. dr. Nelson Glück ontdekt. De laatste jaren heeft zijn assistent B. Rothenberg herhaaldelijk zelfstandige expedities door de Negeb ondernomen en heeft in de onherbergzame oorden van de woestijn uitgestrekte arbeidskampen uit de oudheid ontdekt, waar de steen uit de rotsen werden gehouwen en in een eerste proces van de slak werd bevrijd. Rothenberg vond talrijke werktuigen en smeltvaten.
Wij kunnen ons aan de hand van deze onderzoekingen een tamelijk nauwkeurig beeld vormen van de koperindustrie uit die dagen, welke een deel van de fabelachtige rijkdom van koning Salomo uitmaakte. Het gesteente, dat in de open mijnen werd uitgehouwen, werd eerst in kleine stenen ovens van de slakken bevrijd. Er liggen bij deze werkplaatsen nog gegoten koperstaven, evenals primitieve stenen hamers, smeltschalen van bazalt, houtskool, dat gebruikt werd voor de verwarming van de ovens en kruiken voor de wateraanvoer.
In de kopermijnen werkten meest gevangenen. In vele in de bijbel vermelde namen klinkt de echo door van deze industrie, zoals het „Dal der Smeden" of Kirbet Nahash, de „Stad van het Koper". Ook in het Sinaïgebergte lagen kopermijnen, waarin Joodse gevangenen van het Egyptische rijk werkten. Op Egyptische fresco's staat de arbeid in de kopermijnen afgebeeld op een wijze, die wonderwel overeenkomt met de recente vondsten. Bij de smeltovens werd op geniale wijze gebruik gemaakt van de in de woestijn overheersend noord-zuid waaiende wind.
Uit de archeologische vondsten blijkt, dat reeds in prehistorische tijden de koperwinning bloeide. Koning Salomo zette slechts een oude traditie voort en breidde de bestaande industrie uit. Het is thans ook bekend, dat de Negeb niet altijd woest en ledig is geweest. In de woestijn hebben Midianieten, Kenieten, Moabieten en Edomieten gewoond in de bijbelse tijden en daarna Nabateeërs en Byzantijnen tot ook dezen met het verval van het Romeinse Rijk uit de Negeb verdwenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen