Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tijdsaanduidingen (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tijdsaanduidingen (4)

Duisternis en licht

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En van de zesde ure af werd er duisternis over de gehele aarde tot de negende ure toe - Matth. 27 : 45; En laat na den sabbat, toen het begon te lichten tegen de eerste dag der week - Matth. 28 : 1a.

(Goede Vrijdag en Pasen)
Het is een fijne en betekenisvolle notitie in het kruis- en paasevangelie betreffende de tijd van de duisternis en van het licht.
Op Golgotha de duisternis, drie uren lang, van twaalf tot drie uur in de middag.
In de hof van Arimathea reppende vrouwen bij het aanbreken van de dag, toen het licht begon te worden en de zon opging.
Christus lijdt de straf der verlatenheid en de tijd wordt precies aangegeven.
Christus staat, nadat de straf is uitgedragen en Gods gramschap is geblust, en de tijd wordt opnieuw aangegeven.
In die tijdsaanduidingen ligt 't Evangelie van Goede Vrijdag en Pasen besloten. Sterven en opstanding, dood en leven, nederlaag en overwinning, — ze vinden plaats op een bepaald uur van onze klok. Ze zijn door de tijd bepaald, opdat in onze levenstijd de kracht van Christus' opstanding en de gemeenschap van Zijn lijden openbaar zou komen.

De betekenis van Goede Vrijdag en Pasen is in de natuur te zien. De natuur is geen zelfstandige macht tegenover God. Maar de natuur is onderworpen aan God. Als de ziele luistert spreekt de natuur een taal, die leeft. Dat komt op Goede Vrijdag en Pasen wonder-smartelijk en wonderheerlijk openbaar!
De duisternis op Golgotha is prediking van Gods toorn, drie uren lang. De hemel wordt zwart van het schelden Gods. Voor U, o Christus geen lichtstraal meer. God is helemaal tegen U. Dit hebt Gij verdiend. Dit is de straf, die Gij moet dragen als Borg en Zaligmaker van zondaren.
De opgaande zon op de Paasmorgen is prediking van Gods genade. Het is maar geen overbodige aantekening in de Paasevangeliën dat de zon op de Paasmorgen opging. Hieraan hangt de kracht van Christus' borgwerk en de waarheid van onze zaligheid.
Als in die zwaargeladen uren der geschiedenis duisternis de aarde moet bedekken, dan zal op de morgen der Opstanding vermeld moeten worden dat de zon weer opgaat. Zelfs de natuur predikt Christus voor allen, die de natuur bezien met de bril der bijzondere openbaring. Wie Gods stem verstaat uit Zijn Woord, hoort die stem ook uit de natuur!
De preciese aanduiding van de duur der duisternis op Golgotha is prediking van de ernst en kracht van Christus' borgwerk. Het is geen schijn geweest op Golgotha, maar diepe ernst. Het is zo ernstig dat het licht zich terugtrok en de duisternis op klaarlichte dag verscheen. De nacht van Bethlehem werd dag, maar de dag van Golgotha werd nacht. De Borg gaat voldoen, gaat de helse duisternis door, wordt buiten Gods poorten geworpen. Gods vaderlijk, vriend'lijk aangezicht heeft voor Hem geen vrolijkheid en licht. Dat hebt u verdiend. Dat is de toekomst van allen, die buiten deze Zaligmaker sterven. De duisternis is de tastbare prediking van Gods toorn tegen onze zonde. Zolang is Christus van God verlaten geweest. Geen minuut korter noch langer. Het is in onze tijd gebeurd. Het werd op onze klok geregistreerd. Als wij klagen over onze donkerheden weten we niet bij benadering hoe donker het op Golgotha voor Christus en in Christus is geweest.
Maar Hij kwam die duisternis weer uit. Het werd weer licht. Hij roept: Het is volbracht! God is verzoend. De zondeschuld is betaald, Gods vriend'lijk aangezicht kan weer lichten.
Dat komt dan ook uit op de Paasmorgen.
Als de duisternis de liturgie van het lijden is, dan moet de Paasmorgen de liturgie van de overwinning laten zien. En wat lezen we? De nacht is voorbij. De sabbat is afgesloten. Een nieuwe dag breekt aan. Het begon te lichten. De zon gaat op.
Diepe betekenis hebben deze woorden. Een nieuwe bedeling breekt aan. Een nieuwe werkdag. Het licht schijnt overal. De zon schijnt juist op de Paasmorgen. Diezelfde God, Die het duister deed worden op Golgotha, doet het licht worden in de Paashof. De duisternis is Gods straf; maar het licht is door Christus verdiend in de duisternis en dat licht wordt Hem als loon gegeven op de Paasmorgen. De duisternis is voorbij. Het licht triomfeert.

We vieren het Paasfeest weer. We kampen met veel bezwaren. Het wil maar geen lente worden, klagen zieken en gezonden. We leven op een vulkaan. Wat gaat er gebeuren? Het Nieuw-Guinea-probleem werpt een diepe schaduw over het Paasfeest in Nederland. Er zijn spanningen tussen de kerken en in de kerken. We kunnen er moedeloos van worden. Het kan onze vreugde versomberen en onze Paaszegen in de weg staan.
Maar Pasen betekent de overwinning van onze bezwaren.
Nog woedt de strijd tussen duisternis en licht. Pasen waarborgt het einde van die strijd. Maar intussen zitten we nog midden in die strijd. In ons eigen hart, waar door onze zonde de donkerheid zo groot kan zijn; in de kerk, waar we door onze dwaasheden het licht verduisteren; in de wereld rondom, waar we bij eigen kunstlicht hoe langer hoe meer in het donker omkomen.
De duisternis is definitief overwonnen — dat is de boodschap van Goede Vrijdag.
Het licht is opgegaan om feitelijk niet meer onder te gaan — dat is Pasen.

Leeft u in het duister of in het licht?
Wie het in z'n eigen donkerheid kan uithouden, gaat onder in een eeuwige nacht.
Maar wie roept om het licht en eigen lamp uitgedraaid ziet, die mag horen: het duister, dat ge verdiende, is verzoend. Het licht is opgegaan opdat zondaren in de Paaszon zouden leven. Gezegende Paasdagen gewenst!
Dat zijn dagen, waarin we de eenheid van Christus' sterven en opstanding beleven.
Omdat de Borg in het donker was, op tijd, kunt ge zingen:

Gij hebt o Heer, in 't dood'lijkst tijdsgewricht
mijn ziel gered, mijn tranen willen drogen,
mijn voet geschraagd . . .

En ge voegt er blijde aan toe omdat de Paaszon op tijd opging:

. .. dies zal ik voor Gods ogen, steeds wandelen in 't vrolijk levenslicht.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Tijdsaanduidingen (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1962

De Wekker | 8 Pagina's